1 Samuel 18:1 – Kanisa la Christadelphian huko Anderlecht

Colossians – An Exhortation for Unity in Love #2 Completeness of the united Body of Christ

Mai 20, 2024Mai 20, 2024 par Christadelphians, publié dans Jesus Christ - son of God, Words of encouragement

Continuation of: Colossians – An Exhortation for Unity in Love #1 Separation from the world

Chapter 2 – The Completeness of the united Body of Christ

One of the themes that we noticed in Chapter 1, is that of the Body of Christ, and how individual members might become part of it. So we read:

“He is the head of the Body, the ecclesia: who is the beginning, the firstborn from the dead; that in all things he might have the pre-eminence. For it pleased the Father that in him should all fullness dwell” (Col. 1:18-19).

Chapter 2 takes up this theme of “fullness” dwelling in Messiah, emphasising the completeness of his united body:

“in him (that is, Christ) dwelleth all the fullness of the Godhead bodily, and ye are complete in him, which is the head of all principality and power” (v 9).

The fullness, or completeness of God dwells in Christ, who is

“the brightness of his glory, and the express image of his person” (Heb 1:3)

and we, being baptised into him (v 12) ought also to be complete in him. Nothing else needs to be added, for any deficiency
(and there are many) in the constituent members thereof are forgiven, because of the perfection of their Master with whom they are at one, being

“knit together in love” (v 2),

in a mutual acceptance of the Gospel of Truth.

But there were those who sought to impose the ordinances of the Law to the Gospel. These Judaisers comprised the Apostasy in Paul’s day, and sought to add to the Gospel, by imposing a burden that neither they, nor previous generations could not bear (Acts 15:10). So it was, that as the apostle exhorted the Galatians, the believers were to

“stand fast therefore in the liberty wherewith Christ hath made us free, and be not entangled again with the yoke of bondage” (Gal 5:1).

In these things, there is a need to recognise that there is a “fullness” in Christ, and his sacrifice for our sins. There is no need for anything to be added to it, for it to become efficacious. In our days, we don’t have Judaisers in just the same way, but their spirit of wanting to add something to make Christ’s sacrifice efficacious is present. For instance, there are those who insist on having unleavened bread, in order for our memorial meeting together to be acceptible – and there are those who insist on using leavened bread. But

“meat commendeth us not to God” (1 Cor. 8:8),

and the real danger of both positions is not to do with literal bread and how it is made – it is rather the notion that the saving
extent and nature of Christ’s sacrifice is limited according to what bread is used.
Again, there are those who believe it is necessary to have a direct bestowal of the Holy Spirit in order to be saved. The same problem remains: not only is it encouraging folk to have a false hope in something the Father does not provide in this dispensation, it limits the Sacrifice of Christ, by saying that something else (i.e. the Holy Spirit) is needed in addition to it. But the true situation is that we are “complete” in Christ, meaning that nothing else is needed to be saved, aside from our faith and obedient trust in him.

The means by which the Ecclesial body is held together, is said to be the unifying power of love:

“… that their hearts might be comforted, being knit together in love …” (Col. 2:2).

The allusion here, is to the circumstances of David and Jonathan, described in 1 Samuel chapter 18:

“and it came to pass, when he [i.e. David] had made an end of speaking to Saul, that the soul of
Jonathan was knit with the soul of David, and Jonathan loved him as his own soul (1 Sam. 18:1).

When we consider the intimate relationship between these two men of faith, we behold a love that was “wonderful, passing the love of women” (2 Sam. 1:13). There are those who would degrade that wonderful love into a carnal relationship – but quite plainly such do not know the sweet love and fellowship that exists amongst Christ’s brethren, who are of like precious faith.
The Unity of the Truth Holders is the greatest defence for the household of faith. Our Lord taught that

“every city or house divided against itself shall not stand” (Mat 12:25),

and similarly, his Apostle exhorted:

“if ye bite and devour one another, take heed that ye be not consumed one of another” (Gal 5:15).

We truly live in “perilous times” (2Tim 3:1), and there is no time for there to be “wars and fightings” (Jas 4:1) amongst the members of Christ’s Ecclesia. Rather than to contend against one another, the body ought to be one

“in the unity of the faith, and of the knowledge of the Son of God, unto a perfect man, unto the measure of the stature of the fulness of Christ” (Eph 4:13).

The various members thereof ought to

“exhort one another daily, while it is called Today; lest any … be hardened through the deceitfulness of sin.” (Heb 3:13),

rather than to devour one another through petty squabbles emanating from those who seek to exalt themselves above measure. To be united in a “full assurance” of the revealed things of Truth is just as needful in our day, as ever before that the faith may be earnestly contended for (Jude 3) in the face of false brethren who would seek to beguile us by the enticing words of the world’s philosophy.

Preceding

Additional reading

Kolossenzen – Een aansporing tot eenheid in liefde #2 Volledigheid van het verenigde lichaam van Christus

Mai 20, 2024Mai 20, 2024 par Christadelphians, publié dans Jezus Christus - zoon van God, Woorden van aanmoediging

Vervolg van: Kolossenzen – Een aansporing tot eenheid in liefde #1 Scheiding van de wereld

Hoofdstuk 2-de volledigheid van het verenigde lichaam van Christus

Een van de thema’s die we in Hoofdstuk 1 hebben opgemerkt, is dat van het lichaam van Christus, en hoe individuele leden er deel van kunnen worden. Dus lezen we:

Hij is het hoofd van het lichaam, de Ekklesia, die het begin is, de Eerstgeborene uit de doden, opdat hij in alle dingen de voorrang zou hebben. Want het heeft de Vader behaagd, dat in Hem alle volheid zou wonen » (Kol.1:18-19).

Hoofdstuk 2 gaat over dit thema van de « volheid » die in de Messias woont, en benadrukt de volledigheid van zijn Verenigde lichaam:

« in Hem (d.w.z. Christus) woont al de volheid van de Godheid lichamelijk, en gij zijt volmaakt in Hem, die het hoofd is van alle Heerschappij en macht » (VS.9).

De volheid of volledigheid van God woont in Christus, die

« de glans van zijn heerlijkheid en het beeld van zijn persoon » (Hebr. 1:3).

en wij, die in hem gedoopt zijn (vers 12), moeten ook in Hem volmaakt zijn. Niets anders hoeft te worden toegevoegd, voor een tekort (en er zijn er vele) in de samenstellende leden daarvan worden vergeven, vanwege de volmaaktheid van hun Meester met wie zij één zijn, zijnde

« knit together in love » (v 2), “ in liefde bijeenhouden,” (Colossenzen 2:2 NBV)

in een wederzijdse aanvaarding van het Evangelie van de waarheid.

Maar er waren er die trachtten de verordeningen van de wet aan het evangelie op te leggen. Deze Judaïsten vormden de afval in Paulus’ tijd en probeerden iets aan het evangelie toe te voegen door een last op te leggen die noch zij, noch voorgaande generaties niet konden dragen (handelingen 15:10). Zo was het, zoals de apostel de Galaten aanspoorde, dat de gelovigen moesten vaststaan in hun vrijheid.

« sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons heeft vrijgemaakt, en word niet opnieuw verstrikt in het juk der dienstbaarheid » (Gal.5:1).

In deze dingen is het nodig te erkennen dat er een « volheid » is in Christus en zijn offer voor onze zonden. Er hoeft niets aan Toegevoegd te worden, om doeltreffend te worden. In onze dagen hebben we geen Judaïsten op precies dezelfde manier, maar hun geest om iets toe te voegen om Christus’ offer doeltreffend te maken is aanwezig. Er zijn bijvoorbeeld mensen die erop staan ongezuurd brood te hebben, zodat onze herdenkingsbijeenkomst aanvaardbaar is – en er zijn mensen die erop staan gezuurd brood te gebruiken. Maar

« vlees beveelt ons niet aan God » (1 Kor. 8:8),

en het echte gevaar van beide posities is niet te maken met letterlijk brood en hoe het wordt gemaakt – het is eerder het idee dat de redding de omvang en aard van het offer van Christus beperkt is naargelang het brood dat wordt gebruikt.
Nogmaals, er zijn mensen die geloven dat het noodzakelijk is om een directe schenking van de Heilige Geest te hebben om gered te worden. Hetzelfde probleem blijft bestaan: het moedigt mensen niet alleen aan om een valse hoop te hebben op iets waar de Vader in deze bedeling niet in voorziet, het beperkt het offer van Christus door te zeggen dat er iets anders (d.w.z. de Heilige Geest) naast nodig is. Maar de ware situatie is dat we « compleet » zijn in Christus, wat betekent dat er niets anders nodig is om gered te worden, afgezien van ons geloof en gehoorzaam vertrouwen in hem.

Het middel waardoor het kerkelijk lichaam bijeen wordt gehouden, wordt de verenigende kracht van de liefde genoemd.:

« …opdat hun harten vertroost zouden worden, in liefde Verenigd … » (Kol. 2: 2).

De verwijzing hier is naar de omstandigheden van David en Jonathan, beschreven in 1 Samuël hoofdstuk 18:

en het geschiedde, als hij geeindigd had tot Saul te spreken, dat de ziel van
Jonathan was verbonden met de ziel van David, en Jonathan had hem lief als zijn eigen ziel (1 Sam. 18:1).

Wanneer we de intieme relatie tussen deze twee mannen van geloof beschouwen, zien we een liefde die

« wonderlijk was, voorbij de liefde van vrouwen » (2 Sam. 1:13).

Er zijn er die die wonderbaarlijke liefde tot een vleselijke relatie willen degraderen – maar heel duidelijk kennen zij de zoete liefde en gemeenschap niet die bestaat onder de Broeders van Christus, die van hetzelfde kostbare geloof zijn.
De eenheid van de Waarheidshouders is de grootste verdediging voor het huishouden van het geloof. Onze heer leerde dat

« elke stad of elk huis dat tegen zichzelf verdeeld is, niet zal standhouden « (Mat. 12:25).,

en evenzo vermaande zijn apostel:

« als jullie elkaar bijten en verslinden, let er dan op dat jullie elkaar niet verteren » (Gal. 5:15).

We leven werkelijk in « gevaarlijke tijden » (2Tim 3:1), en er is geen tijd voor « oorlogen en gevechten » (Jak 4:1) onder de leden van Christus’ Ekklesia. In plaats van tegen elkaar te strijden, moet het lichaam één zijn

« in de eenheid van het geloof en van de kennis van de zoon van God, tot een volmaakt mens, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus » (Ef. 4: 13).

De verschillende leden moeten

« elkaar dagelijks vermanen, terwijl het vandaag geroepen wordt; niemand… word verhard door de bedrieglijkheid van de zonde. (Heb 3:13),

in plaats van elkaar te verslinden door middel van kleine ruzies die voortkomen uit degenen die zichzelf bovenmaats willen verheffen. Verenigd te zijn in een « volledige zekerheid » van de geopenbaarde dingen van de waarheid is in onze tijd net zo noodzakelijk als altijd, opdat het geloof ernstig bestreden mag worden (Judas 3) tegenover valse broeders die ons zouden proberen te verleiden door de verleidelijke woorden van de wereldfilosofie.

Eerdere

Aanvullend

Colossiens – Une Exhortation à l’Unité dans l’Amour #2 Plénitude du Corps uni du Christ

Mai 20, 2024Mai 20, 2024 par Christadelphians, publié dans Jésus-Christ - Fils de Dieu, Paroles d'encouragement

Continuation de: Colossiens – Une Exhortation à l’Unité dans l’Amour #1 Séparation du monde

Chapitre 2-La plénitude du Corps uni du Christ

L’un des thèmes que nous avons remarqués au chapitre 1 est celui du Corps du Christ et de la manière dont les membres individuels pourraient en faire partie. Alors nous lisons:

« Il est la tête du Corps, l’ecclésia: qui est le commencement, le premier-né d’entre les morts; afin qu’en toutes choses il ait la prééminence. Car il a plu au Père qu’en lui habitât toute plénitude” (Colossiens 1: 18-19).

Le chapitre 2 reprend ce thème de la” plénitude » demeurant dans le Messie, soulignant la complétude de son corps uni:

“en lui (c’est-à-dire Christ) habite corporellement toute la plénitude de la Divinité, et vous êtes complets en lui, qui est le chef de toute principauté et de toute puissance” (v 9).

La plénitude ou la complétude de Dieu habite en Christ, qui est

“l’éclat de sa gloire, et l’image expresse de sa personne « (Hébreux 1: 3)

et nous, étant baptisés en lui (v 12), devons aussi être complets en lui. Rien d’autre ne doit être ajouté, pour toute lacune
(et il y en a beaucoup) dans ses membres constitutifs sont pardonnés, à cause de la perfection de leur Maître avec qui ils ne font qu’un, étant

« tricotez ensemble dans l’amour « (v 2),

dans une acceptation mutuelle de l’Évangile de Vérité.

Mais il y avait ceux qui cherchaient à imposer les ordonnances de la Loi à l’Évangile. Ces judaïsants constituaient l’apostasie à l’époque de Paul et cherchaient à ajouter à l’Évangile, en imposant un fardeau que ni eux ni les générations précédentes ne pouvaient supporter (Actes 15:10). C’est ainsi que, comme l’apôtre exhortait les Galates, les croyants devaient

« tenez-vous donc fermes dans la liberté avec laquelle Christ nous a rendus libres, et ne vous empêtrez plus dans le joug de la servitude” (Galates 5: 1).

Dans ces choses, il est nécessaire de reconnaître qu’il y a une “plénitude” en Christ et son sacrifice pour nos péchés. Il n’y a pas besoin d’y ajouter quoi que ce soit, pour qu’il devienne efficace. De nos jours, nous n’avons pas de judaïsants de la même manière, mais leur esprit de vouloir ajouter quelque chose pour rendre le sacrifice du Christ efficace est présent. Par exemple, il y a ceux qui insistent pour avoir du pain sans levain, afin que notre réunion commémorative soit acceptable – et il y a ceux qui insistent pour utiliser du pain au levain. Mais

“la viande ne nous recommande pas à Dieu” (1 Cor. 8:8),

et le vrai danger des deux positions n’est pas lié au pain littéral et à la façon dont il est fabriqué – c’est plutôt l’idée que l’économie l’étendue et la nature du sacrifice du Christ sont limitées en fonction du pain utilisé.
Encore une fois, il y a ceux qui croient qu’il est nécessaire d’avoir une effusion directe du Saint-Esprit pour être sauvé. Le même problème demeure: non seulement cela encourage les gens à avoir un faux espoir en quelque chose que le Père ne fournit pas dans cette dispensation, mais cela limite le Sacrifice de Christ, en disant qu’autre chose (c’est-à-dire le Saint-Esprit) est nécessaire en plus de cela. Mais la vraie situation est que nous sommes « complets » en Christ, ce qui signifie que rien d’autre n’est nécessaire pour être sauvé, à part notre foi et notre confiance obéissante en lui.

Le moyen par lequel le corps ecclésial est maintenu ensemble, est dit être le pouvoir unificateur de l’amour:

« pour que leurs cœurs soient réconfortés, unis dans l’amour ” » (Colossiens 2: 2).

L’allusion ici est aux circonstances de David et Jonathan, décrites dans 1 Samuel chapitre 18:

« et il arriva, quand il [c’est-à-dire David] eut fini de parler à Saül, que l’âme de Jonathan était uni à l’âme de David, et Jonathan l’aimait comme sa propre âme (1 Sam. 18:1).

Lorsque nous considérons la relation intime entre ces deux hommes de foi, nous voyons un amour qui était “merveilleux, dépassant l’amour des femmes « (2 Sam. 1:13). Il y a ceux qui voudraient dégrader cet amour merveilleux en une relation charnelle – mais de toute évidence, ils ne connaissent pas le doux amour et la communion qui existent entre les frères du Christ, qui ont la même foi précieuse.
L’Unité des Détenteurs de la Vérité est la plus grande défense pour la famille de la foi. Notre Seigneur a enseigné que

« toute ville ou maison divisée contre elle-même ne pourra subsister” (Matthieu 12:25),

et de même, son apôtre a exhorté:

“si vous vous mordez et vous dévorez les uns les autres, prenez garde à ne pas vous consumer les uns les autres » (Gal 5:15).

Nous vivons vraiment dans des « temps périlleux “(2Tim 3:1), et il n’y a pas de temps pour qu’il y ait” des guerres et des combats » (Jc 4:1) parmi les membres de l’Église du Christ. Plutôt que de lutter les uns contre les autres, le corps devrait être un

” dans l’unité de la foi et de la connaissance du Fils de Dieu, jusqu’à un homme parfait, à la mesure de la stature de la plénitude de Christ » (Eph 4: 13).

Les différents membres de celle-ci devraient

« exhortez-vous les uns les autres chaque jour, pendant qu’il est appelé aujourd’hui; de peur qu’aucun … soyez endurcis par la tromperie du péché. »(Hébreux 3: 13),

plutôt que de se dévorer les uns les autres par de petites querelles émanant de ceux qui cherchent à s’exalter au-dessus de toute mesure. Être unis dans une « pleine assurance » des choses révélées de la Vérité est tout aussi nécessaire de nos jours, que jamais auparavant, pour que la foi puisse être sérieusement combattue (Jude 3) face aux faux frères qui chercheraient à nous séduire par les paroles séduisantes de la philosophie du monde.