Apostelshandlen 10:34-48: Di bannan Petrus ‘n spreke

Bibel Teks In Negerhollands

Apostelshandlen 10:34-48: Di bannan Petrus ‘n spreke: ‘Wit so’n tien, wie al di ganse werelde gingen, di getuige is van ‘n licht. Want God di no’ in alle lanen en stamme, want hij nòg on’ tien di getuige is van ‘n licht.’

Di tweede dats Pater Abraham, hij was ‘n goy. En hem het God gesproke, seh: ‘Abraham, wat jou nodig hebt, di kom jou.’ Dan is ‘n andere dats Pater Jacob, hem het God gesproke, seh: ‘Jacob, ik ben Jehovah, jou Vader.' »

Aanhalings uit God se Woord.

“34  Da Petrus a open si Mond, en a see: Noe mi ondervind met Waarheid, dat God no kik na die Persoon. 35 Maar na allemaal Volk, wie vrees Em, en werk Gerechtigheid, die ben aangenaam na Em. 36 Jender weet wel van die Predik, die God ka stier na die Kinders van Israel, dat Em a lat verkondig Vrede, door Jesus Christus (die ben een Heer over allegaar Goed.) 37 Die ka geskied door die geheele Land Judea, en a begin na Galilea, aster die Doop, die Johannes a predik. 38 Hoesoo God ka salv dieselvde Jesus van Nazareth met die heilig Geest en Kracht; die ka wandel overall, en ka doe Goets, en ka maak gesond allemaal, die a wees overmachtigt van die Duvel, want God a wees met Em. 39 En ons ben Getugens van allemaal, wat Em ka doe na die Land Judea, en na Jerusalem. Da sender ka maak Em dood, en ka hang Em na een Hout. 40 Dieselvde God ka wek op na die derde Dag, en ka lat Em kom openbaar. 41 Niet na allemaal Volk, maar na ons, die Getugens, die God ka kies ut toevoorn, ons, die ka jeet en drink met Em, aster Em a ka staan op van die Doojen. 42 En Em ka gebied na ons vor predik na die Volk, en vor getug, dat Em ben verordineert van God tot een Rechter van die Leevendige en die Dooje. 43 Van deese allemaal die Propheeten gie Getugnis, dat door si Naam allemaal, die gloof na Em, sal ontvang Vergeving van Sonden.

44  Toen Petrus a spreek nochal deese Woorden, da die heilig Geest a vall op allemaal, die a hoor die Woord. 45 En die Gloofigen van die Besnienis (ut die Jooden) die a ka kom met Petrus, a verwonder goe, dat ook op die Heidens die Gaav van die heilig Geest a word utgestort. 46 Want sender a hoor, dat sender a spreek vremde Taalen, en a verheerlik God. Da Petrus a antwoord en a see: 47 Eenigste Mensch kan weiger dan die Water, dat deese no sal word gedoopt, die ka ontvang die heilig Geest, glik as ons? 48 En em a oordineer, vor doop sender, na die Naam van die Heere. Da sender a bed em, vor bliev som Dagen by sender.” (Handelingen 10:34-48 negerhollands)

Lezing bij de doopdienst van 5 mei 2024



Uit de Handelingen van de apostelen 10:34-48
“34  Toen opende Petrus de mond, en sprak

Nu zie ik waarachtig, dat er bij God geen aanzien van personen bestaat; 35 maar dat al wie Hem vreest en gerechtigheid doet, Hem welgevallig is, tot welk volk hij ook hoort.

36 Dit is het woord, dat Hij aan de kinderen van Israël heeft verkondigd toen Hij de blijde boodschap bracht van vrede door Jesus Christus: Hij is de heer van àllen.

37 Gij weet, wat er na het doopsel, dat Johannes gepredikt heeft, van Galilea af door heel Judea is gebeurd. 38 Hoe God Jezus van Nazareth met de Heilige Geest en met kracht heeft gezalfd, hoe hij weldoende rondging en velen genas, die door de duivel werden beheerst, omdat God met hem was.

39 En wij, wij zijn getuigen van alles wat hij gedaan heeft in het land van de Joden en in Jeruzalem. Hem hebben ze aan het hout geslagen, en gedood; 40 maar God heeft hem de derde dag opgewekt en hem laten verschijnen: 41 niet aan heel het volk, maar aan de getuigen, door God voorbeschikt: aan ons, die met hem gegeten hebben en gedronken na zijn verrijzenis uit de doden.

42 En ons heeft hij de opdracht gegeven, aan het volk te prediken en te getuigen, dat hij door God is aangesteld als Rechter van levenden en doden. 43 Van hem getuigen al de profeten, dat ieder. die in hem gelooft, vergiffenis van zonden verkrijgt door zijn naam.

44  Nog was Petrus aan het woord, toen de Heilige Geest op allen neerdaalde, die naar de toespraak stonden te luisteren. 45 De gelovigen uit de besnijdenis die met Petrus waren meegekomen, stonden verbaasd, dat de gave van de Heilige Geest ook over de heidenen was uitgestort; 46 want ze hoorden hen in talen spreken, en God verheerlijken.

Toen hernam Petrus:

47 Zou iemand het water kunnen weigeren, en deze mensen niet dopen, die toch de Heilige Geest hebben ontvangen, juist zoals wij?

48 En hij beval, hen te dopen in de naam van Jezus Christus.

Toen verzochten ze hem, enkele dagen te blijven.” (Handelingen 10:34-48)