Jeremia 17:10 – Kanisa la Christadelphian huko Anderlecht

trekking -pilgrimage - looking over the lake in the mountain - walking — Foto door Robert Forever Ago op Pexels.com

Met moet helemaal geen Jood zijn om getrouw te zijn aan de God van Israël. Die God van Abraham verwacht van de goyim of niet-Joden niet dat zij aan alle Joodse wetten zouden voldoen om hun trouw aan Hem te tonen.

Zuivere aanbidding is wel iets wat de Almachtige God verlangt. Die zuivere en ware aanbidding zal zich manifesteren uit de handelingen van de gelovige.

Het boek Ezechiël leert ons dat zuivere aanbidding om meer draait dan formele daden van aanbidding. Het vereist dat we

(1) Jehovah volledige toewijding geven, (2) verenigd blijven in reine aanbidding en (3) liefde voor anderen tonen.

Uit de aanwijzingen die we in de Heilige Schrift krijgen over ware aanbidding, leren we dat het eerst en vooral een bepaalde houding van de aanbidder vraagt. Diegene die zich tot God, de hemelse Vader wenst te richten moet dat in alle eerlijkheid doen. Trouwens God kent en toetst het hart, en zo kan niemand zich voor God anders voordoen dat die persoon eigenlijk is.

“Maar Jehovah, de Heer zei tegen Samuël: ‘Ga niet af op zijn voorkomen en zijn rijzige gestalte. Ik heb hem afgewezen. Het gaat niet om wat de mens ziet: de mens kijkt naar het uiterlijk, maar de HEER kijkt naar het hart.’” (1Sa 16:7)

“Een mens kiest in zijn eigen ogen altijd de rechte weg, Jehovah toetst wat hem innerlijk beweegt.” (Spr 21:2)

“Ik, Jehovah de Heer, ben het die het hart doorgrondt, die nieren toetst, die ieder naar zijn levenswandel beloont, aan ieder geeft wat hij verdient.” (Jer 17:10)

Als we God liefhebben zullen we ook bereid zijn om ons volledig aan Hem te geven. Met de doop geeft men een teken aan God dat men gezuiverd wil zijn van vroegere zonden en dat men een nieuw leven wil binnentreden waarbij men getrouwheid aan God wil behouden.

Ook al hebben we als volk talloze religieuze, maatschappelijke en etnische achtergronden, beseffen we dat we de eenheid moeten bewaren waaraan we als Gods volk te herkennen zijn, en met de onderdompeling in het water geven wij aan te willen gezuiverd of witgewassen te zijn van zonden en opgenomen te willen worden in de gemeenschap van gedoopten.

Gelovend in Jezus Christus geven we dan met onze onderdompeling ook te kennen dat we nederig willen neerbuigen en in die wereld van Christus stappen. Jezus bad of zijn ware volgelingen ‘één’ mochten zijn, in eenheid samenwerkend aan hetzelfde doel, net zoals hij en zijn Vader ‘één’ zijn door hun samenwerking en eenheid van denken.

“Ik heb hen laten delen in de grootheid die u mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals wij:” (Joh 17:22)

Dat één zijn is voor ons een belangrijk gegeven. Jezus die we willen volgen wenst dat wij één zullen zijn, net zoals God de Vader in eendracht is met hem en hij ook in eendracht is met Jehovah.

“Broeders en zusters, in de naam van onze Heer Jezus Christus roep ik u op om allen eensgezind te zijn, om scheuringen te vermijden, om in uw denken en uw overtuiging volkomen één te zijn.” (1Co 1:10)

“zo zijn we samen één lichaam in Christus en zijn we, ieder apart, elkaars lichaamsdelen.” (Ro 12:5)

“Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen-u bent allen één in Christus Jezus.” (Ga 3:28)

Ondergaand in het water worden we gezuiverd en worden alle verschillen weggewassen. Een doop gaat niet over een besprenkelen met wat water, maar wel over een « onder gaan ». Verder denken we ook aan het onderdompelen in Jezus’ bloed, zodat ons geweten kan gereinigd worden van dode werken.

“hoeveel te meer zal dan niet het bloed van Christus, die dankzij de eeuwige Geest zichzelf heeft kunnen opdragen als offer zonder smet, ons geweten reinigen van daden die tot de dood leiden, en het heiligen voor de dienst aan de levende God?” (Heb 9:14)

“laten we God dan naderen met een oprecht hart en een vast geloof, nu ons hart gereinigd is, wij van een slecht geweten bevrijd zijn en ons lichaam met zuiver water is gewassen.” (Heb 10:22)

Voorgaande