ontzag voor Jehovah God – Kanisa la Christadelphian huko Anderlecht

Samen komen om het beste uit zichzelf te geven aan de anderen

juin 23, 2024juin 21, 2024 par Marcus Ampe, publié dans Gedachte voor vandaag, Gedrag of houding tegenover anderen

Als we ontzag hebben voor Jehovah, de allerhoogste God, willen we Hem ook volledig dienen en plezieren. Als we tezamen komen in een huis, hal of koninkrijkszaal of tempel om God te dienen, willen we daar verenigd als broers en zusters samen komen om een volwaardige vergadering in Christus naam te volbrengen.

Je kunt je dus geliefd maken bij Jehovah en bruikbaarder worden voor de gemeente als je werkt aan eigenschappen waar God van houdt. Als we ons namelijk volledig aan God overdragen zal Hij ons begeleiden om verder vooruit te kunnen.

“De nederigen houdt Hij in het rechte spoor, De eenvoudige toont Hij zijn pad;” (Psalmen 25:9)

“Hoog verheven is Jehovah: toch ziet Hij op de nederigen neer, En kent de trotsen van verre!” (Psalmen 138:6)

Denk er onder gebed over na waar nog ruimte voor verbetering is in je persoonlijkheid. Kies één specifieke eigenschap waar je je op wilt richten.
Zou je kunnen werken aan je inlevingsvermogen? Kun je proberen vreedzamer te worden? Moet je werken aan je bereidheid om te vergeven?

Het regelmatig samenkomen is een uitstekende gelegenheid om de liefde voor elkaar uit te bouwen. Hierbij kijken we uit om iedereen rond ons te helpen om tot iemand te groeien die op zijn of haar beurt, ook weer anderen tot Christus kan brengen. De samenkomst of meeting is een gelegenheid om elkaar te treffen, gedachten uit te wisselen, maar ook om met elkaar dezelfde liefde te delen. Liefde delen betekent ook voor elkaar klaarstaan en het beste voor hebben voor elkaar.

Je zou een goede vriend kunnen vragen om suggesties ter verbetering.

Uit trouw brengt een vriend wonden toe, maar een vijand overstelpt je met kussen. (Spreuken 27:6)

Als we samen vergaderen komt het er op aan om elkaar te ondersteunen en op te bouwen. Daarbij moet iedereen het volle respect aan elkaar tonen. In het huis van God is er geen plaats voor minachting of na-ijver. Als men iets wil duidelijk aan een ander moet dat in volle liefde gebeuren. En diegene die voor iets terecht wordt gewezen moet het aanzien als een helpende hand. Iedereen moet namelijk ijverig zijn en de andere helpen. Als broers en zusters moeten we aan elkaar gehecht zijn en instaan voor elkaars groei, door mee leiding uit de Schrift te geven en terecht te wijzen daar waar nodig.

“Ik bestraf en tuchtig al, die ik liefheb. Doe dus uw best en bekeer u.” (Openbaring 3:19)

Als we in de ecclesia druk bezig zijn om ook ten dienste van anderen te zijn, zullen we ook een goed gevoelen krijgen. Jezus zelf heeft gezegd:

“Geven maakt gelukkiger dan ontvangen.”’

Eenieder die in het Huis van God samen komt moet als doel hebben Jehovah het beste te geven dat hij of zij in zich heeft. Hierbij moet men opletten dat men zich niet met anderen gaat vergelijken of gaat trachten ‘beter’ of ‘meer’ te zijn dan een ander. Wees Jehovah dankbaar, wat het ook is, dat je met jouw gezondheid, opleiding of talent in staat bent te doen. Gaat een bepaald aspect van de dienst anderen beter af dan jou? Wees dan blij dat ze hun talenten gebruiken om Jehovah te loven.

“Laat iedereen zijn eigen gedrag maar eens onderzoeken; dan zal hij zich hoogstens op zichzelf kunnen beroemen, maar zeker niet door een vergelijking met anderen;” (Galaten 6:4)

Voorgaande

Kom ook te lezen

Een geloofsgemeenschap om de fakkel over te nemen

juin 22, 2024juin 20, 2024 par Marcus Ampe, publié dans Christadelphian, Gedachte voor vandaag, Gedrag of houding tegenover anderen

Met ontzag voor Jehovah willen wij samen een gemeenschap vormen onder de hoede van Jezus Christus. Hiertoe laten we ons leiden door God Zijn overgeleverde Woord, dat de eeuwen heeft getrotseerd. Meermaals hebben mensen geprobeerd dat Woord te vernietigen, maar zijn er niet in geslaagd. Meermaals heeft men ook de verspreiding van dat Woord tegen gehouden, maar ook dat lukte niet.

Met onze ecclesia nemen we nu ook de fakkel over, die door zovelen voor ons al gedragen is geworden. Het is een voorrecht als men die toorts van eeuwig durend licht mag dragen. Dat licht kunnen wij nu in onze omgeving laten schijnen.

Het « ene lichaam » waarvan Christus het hoofd is, mag niet naamloos zijn. Voor eeuwen werd het « christelijk » genoemd, maar vertoonde het schaamteloos tekenen die Jezus Christus onwaardig zijn. Dat christelijk is niet langer onderscheidend en is eeuwenlang bespot door oorlogen tussen naties waarin beide partijen het christendom beleden.

In Psalm 22, die profetisch is over Christus, wordt over de gelovigen in hem gesproken als « mijn broeders », en de Brief aan de Hebreeën, die de woorden aanhaalt, zegt:

« Hij schaamt zich niet hen broeders te noemen » (Hebr. 2:11-12).

« De broeders van Christus » is in het Grieks Christou Adelphoi, en uit deze naam is Christadelphian ontstaan. Voor de adelphos staan er de broeders alsook de stad, of woonplaats. Zoals Philadelphia, vormen wij hier ook een woonplaats van « geliefde broeders ». Die liefde van Christus die we in ons dragen willen we dan ook naar buiten laten uitschijnen. Het licht dat we met ons mee dragen moet dan ook getuigen van de liefde in Christus.

Voorgaande

Vindt ook te lezen

Geen plaats voor onrecht, partijdigheid of corruptie

juin 21, 2024juin 19, 2024 par Marcus Ampe, publié dans Almachtige God, Christadelphian, Gedachte voor vandaag, Gedrag of houding tegenover anderen

Te herinneren - Kukumbuka - Se souvenir - to Remember

Uit de voorgaande publicatie kunnen we opmaken dat we met een rechtvaardige God te maken hebben. Daarom moeten we ons laten leiden door dat ontzag voor Jehovah. Hiervoor moeten we nauwkeurig te werk gaan, want Jehovah, onze God, is strikt rechtvaardig, onpartijdig en onomkoopbaar.

“Daarom laat de vrees voor Jehovah bij u zijn, en geeft acht op wat gij doet; want bij Jehovah, onze God, is geen onrecht noch aanzien van de persoon, noch aanneming van geschenken.” (2 Kronieken 19:7)

Sommigen zetten misschien vraagtekens bij de manier waarop God zich gedraagt. Critici zeggen vaak dat God niet eerlijk is. In zijn brief aan de Romeinen laat Paulus zien dat God super eerlijk is – Hij heeft ons tenslotte allemaal gemaakt en geeft iedereen gelijke kansen.

Als onze Maker heeft Hij eigenlijk niemands toestemming nodig om met Zijn schepping te doen wat Hij wil. Hij kan Zijn levende schepselen scheppen, vernietigen en herscheppen wanneer het Hem uitkomt en hoe het Hem behaagt (Ps.104:29,30; vs.19-21).

“29 Verbergt U Uw aangezicht, zij worden door schrik overmand, neemt U hun adem weg, zij geven de geest en keren terug tot hun stof. 30 Zendt U Uw Geest uit, dan worden zij geschapen en vernieuwt U het gelaat van de aardbodem.” (Psalmen 104:29-30 HSV)

“19 U zult dan tegen mij zeggen: Wat heeft Hij dan nog aan te merken? Want wie heeft Zijn wil weerstaan? 20 Maar, o mens, wie bent u toch dat u God tegenspreekt? Zal ook het maaksel tegen hem die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt u mij zó gemaakt? 21 Of heeft de pottenbakker geen macht over het leem, om uit dezelfde klomp kleihet ene voorwerp tot een eervol, het andere tot een oneervol voorwerp te maken?” (Romeinen 9:19-21 HSV)

We mogen niet vergeten dat de eerste mensen die God geschapen had tegen Hem in waren gegaan. God had hen gewaarschuwd dat de dood over hen zou komen als zij aten van de « Boom van kennis van goed en kwaad ». Sinds de val van Adam heeft de mensheid het dus verdiend om te sterven.

“Daarom, zoals door één mens de zonde in de wereld is gekomen, en door de zonde de dood, en zo de dood over alle mensen is gekomen, in wie allen gezondigd hebben.” (Romeinen 5:12 HSV)

Maar Jehovah heeft in Zijn barmhartigheid mensen uitgenodigd om te leven. Hij had Jezus vanaf het begin in gedachten. Gods barmhartigheid is gecentreerd in die Nazareense man.

“Hij is wel van tevoren gekend, vóór de grondlegging van de wereld, maar in de laatste tijden geopenbaard omwille van u.” (1 Petrus 1:20 HSV)

Eerst koos Hij een volk als Zijn erfdeel (Deut 7:6; Psa 32:11). Daarna breidde Zijn uitnodiging zich uit tot de heidenen. Jehovah heeft vervolgens zowel Joden als heidenen geroepen tot leven in Jezus. Zijn uitnodiging is naar iedereen uitgegaan.

“En het Evangelie moet eerst gepredikt worden aan alle volken.” (Markus 13:10 HSV)

Christadelphians met vele andere Bijbelstudenten verkondigen nu ook al meerdere jaren het Goede Nieuws. Doorheen de eeuwen zijn ernstige bijbelvorsers als getrouwe volgelingen van Jezus de wereld ingetrokken om Jezus te verkondigen. Maar slechts weinigen hebben in navolging van hun prediking God Zijn aanbod van verlossing aangenomen; de meesten kozen voor de offers van de wereld in plaats van voor eeuwig leven.

“13 Ga binnen door de nauwe poort, want wijd is de poort en breed is de weg die naar het verderf leidt, en velen zijn er die daardoor naar binnen gaan; 14 maar de poort is nauw en de weg is smal die naar het leven leidt, en weinigen zijn er die hem vinden.” (Mattheüs 7:13-14 HSV)

Als leden van een ecclesia beseffen we goed en wel onze positie en houden wij vast aan onze gebondenheid in Christus. Als broeders en zusters in Christus zien we er op toe dat er geen onrecht, partijdigheid of corruptie kan plaatsgrijpen in de ecclesia. Verder delen we samen de liefde die Christus ook voor ons heeft opgebracht en beseffen we dat God Zijn beslissingen altijd rechtvaardig en goed zijn.

Voorgaande