Quotes from God’s Word
|
Quotes from God’s Word
|
|
|
Als navolgers van Jezus Christus trachten wij de wijsheid van boven te verkrijgen. Voor ons is het allerbelangrijkst dat alle leden van onze gemeenschap zich bereid voelen om te gehoorzamen aan de wetten of geboden van God en regelgeving van Christus Jezus.
“De wijsheid, die van boven komt, is vóór alles rein, maar ook vredelievend, inschikkelijk, gezeggelijk, vol barmhartigheid en goede vruchten, onpartijdig, ongeveinsd;” (Jakobus 3:17)
Jezus vroeg zijn apostelen uit te gaan naar dorpen en steden om het Goede Nieuws te brengen. Daar moesten ze dan iemand zoeken bij wie ze konden logeren. En waar ze hartelijk werden ontvangen moesten ze vriendelijk zijn en konden ze vrede toewensen aan diegene waar ze welkom waren. Het waren op zulke plaatsen waar ze onderdak verkregen, dat ze het geloof verder konden verspreiden. Zo ook kunnen wij ons gelukkig prijzen dat wij bij een gezin terecht kunnen om verder over ons geloof te vertellen. We wensen dat gezin dan ook vrede toe.
“11 In welke stad of dorp gij ook komt, onderzoekt, wie daar de waardigste is; en blijft bij hem, totdat gij weer afreist. 12 Als gij dat huis binnentreedt, brengt het uw groet. 13 En zo dat huis het waardig is, dan daalt uw vrede er over neer; zo niet, dan keert uw vrede terug op u.” (Mattheüs 10:11-13)
Maar al te snel vergeten we als we ergens binnen komen te zeggen:
« Sjalom » [‘Shalom aleikhem!’]
of
« Vrede zij met u! »
Nochtans is het belangrijk dat we elkaar vrede toewensen.
“De vrede aan u, vrede aan uw gezin, vrede aan allen, die u toebehoren!” (1 Samuël 25:6)
Binnen de muren waartussen wij ons kunnen bevinden moet er liefde en vrede heersen. Het is in zulke beschutte plaatsen dat we elkaar als broeders en zusters moeten vinden.
“7 Vrede zij binnen uw muren, Heil binnen uw burchten! 8 Om mijn broeders en vrienden Bid ik de vrede over u af;” (Psalmen 122:7-8)
“5 Wanneer gij een huis binnenkomt, zegt dan eerst: Vrede aan dit huis! 6 En als daar een kind van de vrede woont, zal uw vrede op hem rusten; zo niet, dan keert hij terug op u.” (Lukas 10:5-6)
In het huis of tempel waar we welkom zijn om te vergaderen kunnen volwassenen en kinderen, gedoopten en ongedoopten elkaar in vrede vinden en van de liefde proeven die broeders in Christus onder elkaar delen. Want de gedoopten treden dar op als gezanten van de Nazareense leermeester, Jeshua ben Josef (Jezus Christus) die heer over ons is. Aan allen rondom ons verzoeken we dat ze zich zouden verzoenen met God, nu het nog kan.
“Dit is het woord, dat hij aan de kinderen Israëls heeft verkondigd. toen hij de blijde boodschap bracht van vrede door Jesus Christus: Hij is de heer van àllen.” (Handelingen 10:36)
“In Christus’ naam treden we dus als gezanten op, alsof God zelf door ons vermaant. In Christus’ naam smeken we u: Verzoent u met God.” (2 Corinthiërs 5:20)
“Want zo we met God zijn verzoend door de dood van Zijn zoon, toen we nog vijanden waren, hoeveel te meer zullen we gered worden door zijn leven, nu we met hem zijn verzoend.” (Romeinen 5:10)
“om beiden in één Lichaam met God door het stuk hout te verzoenen, en zó de vijandschap te doden.” (Efeziërs 2:16)
“ik hoop u echter spoedig te zien, en dan zullen we spreken van mond tot mond. (1-15) Vrede zij u! De vrienden groeten u. Groet de vrienden één voor één!” (3 Johannes 1:14)
Dat groeten onder elkaar is een teken van verwantschap en liefde voor elkaar. Het samen zijn met zulk een gevoelen van vertrouwen en gemeenschap maakt dat we ook op elkaar letten om tot liefde en juiste werken aan te sporen.
“23 Laat ons onwrikbaar vasthouden aan de belijdenis van de hoop; want Hij die de belofte deed, is getrouw. 24 Laat ons elkander gadeslaan, om ons tot liefde te prikkelen en goede werken; 25 verwaarloost het gemeenschapsleven niet, zoals sommigen plegen te doen; maar vermaant elkander, te meer, daar gij de Dag ziet naderen.” (Hebreeën 10:23-25)
Indien wij waarlijk de gehele gemeenschap van broeders liefhebben, zullen we bemerken dat we ons niet van hen kunnen afzonderen. Ook al mogen we ons in een heel kleine gemeenschap of huiskerk bevinden, blijft er die verbondenheid met andere broeders en zusters over de gehele wereld. Liefde zoekt altijd het voorwerp van haar genegenheid; ze kan niet alleen blijven.
Ook voor al diegenen die ons zouden weten te vinden, moeten we de deuren open stellen en laten zien dat men bij Christadelphians welkom is. Zij die ons willen komen bezoeken moeten voelen dat we niemand uitsluiten. Met allen die langs komen moeten we omgaan, en moeten we dit met positieve gedachten doen, om goed te doen jegens anderen, heilzaam te zijn en niet slechts om persoonlijk bevoordeeld te worden door alleen maar te willen ontvangen.
Samen komend in een ecclesia, zij het een huiskerk, koninkrijkszaal, hal of tempel, moeten we aan iedereen laten voelen dat wij open staan om hen te ontvangen en op te vangen. In die ruimte van samenkomst moeten wij ten volle open staan om in waardering voor elkaar te groeien.
+
Voorheen verschenen artikelen aansluitende bij dit onderwerp:
++