Een vergaderplaats om vrede en liefde met elkaar te delen

Love, peace, gathering, greeting
Photo by fauxels on Pexels.com

Als navolgers van Jezus Christus trachten wij de wijsheid van boven te verkrijgen. Voor ons is het allerbelangrijkst dat alle leden van onze gemeenschap zich bereid voelen om te gehoorzamen aan de wetten of geboden van God en regelgeving van Christus Jezus.

“De wijsheid, die van boven komt, is vóór alles rein, maar ook vredelievend, inschikkelijk, gezeggelijk, vol barmhartigheid en goede vruchten, onpartijdig, ongeveinsd;” (Jakobus 3:17)

Jezus vroeg zijn apostelen uit te gaan naar dorpen en steden om het Goede Nieuws te brengen. Daar moesten ze dan iemand zoeken bij wie ze konden logeren. En waar ze hartelijk werden ontvangen moesten ze vriendelijk zijn en konden ze vrede toewensen aan diegene waar ze welkom waren. Het waren op zulke plaatsen waar ze onderdak verkregen, dat ze het geloof verder konden verspreiden. Zo ook kunnen wij ons gelukkig prijzen dat wij bij een gezin terecht kunnen om verder over ons geloof te vertellen. We wensen dat gezin dan ook vrede toe.

“11 In welke stad of dorp gij ook komt, onderzoekt, wie daar de waardigste is; en blijft bij hem, totdat gij weer afreist. 12 Als gij dat huis binnentreedt, brengt het uw groet. 13 En zo dat huis het waardig is, dan daalt uw vrede er over neer; zo niet, dan keert uw vrede terug op u.” (Mattheüs 10:11-13)

Maar al te snel vergeten we als we ergens binnen komen te zeggen:

« Sjalom »  [‘Shalom aleikhem!’]

of

« Vrede zij met u! »

Nochtans is het belangrijk dat we elkaar vrede toewensen.

“De vrede aan u, vrede aan uw gezin, vrede aan allen, die u toebehoren!” (1 Samuël 25:6)

Binnen de muren waartussen wij ons kunnen bevinden moet er liefde en vrede heersen. Het is in zulke beschutte plaatsen dat we elkaar als broeders en zusters moeten vinden.

“7 Vrede zij binnen uw muren, Heil binnen uw burchten! 8 Om mijn broeders en vrienden Bid ik de vrede over u af;” (Psalmen 122:7-8)

“5 Wanneer gij een huis binnenkomt, zegt dan eerst: Vrede aan dit huis! 6 En als daar een kind van de vrede woont, zal uw vrede op hem rusten; zo niet, dan keert hij terug op u.” (Lukas 10:5-6)

In het huis of tempel waar we welkom zijn om te vergaderen kunnen volwassenen en kinderen, gedoopten en ongedoopten elkaar in vrede vinden en van de liefde proeven die broeders in Christus onder elkaar delen. Want de gedoopten treden dar op als gezanten van de Nazareense leermeester, Jeshua ben Josef (Jezus Christus) die heer over ons is. Aan allen rondom ons verzoeken we dat ze zich zouden verzoenen met God, nu het nog kan.

“Dit is het woord, dat hij aan de kinderen Israëls heeft verkondigd. toen hij de blijde boodschap bracht van vrede door Jesus Christus: Hij is de heer van àllen.” (Handelingen 10:36)

“In Christus’ naam treden we dus als gezanten op, alsof God zelf door ons vermaant. In Christus’ naam smeken we u: Verzoent u met God.” (2 Corinthiërs 5:20)

“Want zo we met God zijn verzoend door de dood van Zijn zoon, toen we nog vijanden waren, hoeveel te meer zullen we gered worden door zijn leven, nu we met hem zijn verzoend.” (Romeinen 5:10)

“om beiden in één Lichaam met God door het stuk hout te verzoenen, en zó de vijandschap te doden.” (Efeziërs 2:16)

“ik hoop u echter spoedig te zien, en dan zullen we spreken van mond tot mond. (1-15) Vrede zij u! De vrienden groeten u. Groet de vrienden één voor één!” (3 Johannes 1:14)

Dat groeten onder elkaar is een teken van verwantschap en liefde voor elkaar. Het samen zijn met zulk een gevoelen van vertrouwen en gemeenschap maakt dat we ook op elkaar letten om tot liefde en juiste werken aan te sporen.

“23 Laat ons onwrikbaar vasthouden aan de belijdenis van de hoop; want Hij die de belofte deed, is getrouw. 24 Laat ons elkander gadeslaan, om ons tot liefde te prikkelen en goede werken; 25 verwaarloost het gemeenschapsleven niet, zoals sommigen plegen te doen; maar vermaant elkander, te meer, daar gij de Dag ziet naderen.” (Hebreeën 10:23-25)

Indien wij waarlijk de gehele gemeenschap van broeders liefhebben, zullen we bemerken dat we ons niet van hen kunnen afzonderen. Ook al mogen we ons in een heel kleine gemeenschap of huiskerk bevinden, blijft er die verbondenheid met andere broeders en zusters over de gehele wereld. Liefde zoekt altijd het voorwerp van haar genegenheid; ze kan niet alleen blijven.

Ook voor al diegenen die ons zouden weten te vinden, moeten we de deuren open stellen en laten zien dat men bij Christadelphians welkom is. Zij die ons willen komen bezoeken moeten voelen dat we niemand uitsluiten. Met allen die langs komen moeten we omgaan, en moeten we dit met positieve gedachten doen, om goed te doen jegens anderen, heilzaam te zijn en niet slechts om persoonlijk bevoordeeld te worden door alleen maar te willen ontvangen.

Samen komend in een ecclesia, zij het een huiskerk, koninkrijkszaal, hal of tempel, moeten we aan iedereen laten voelen dat wij open staan om hen te ontvangen en op te vangen. In die ruimte van samenkomst moeten wij ten volle open staan om in waardering voor elkaar te groeien.

+

Voorheen verschenen artikelen aansluitende bij dit onderwerp:

  1. Uitzetting uit de paradijselijke tuin
  2. Het grootste geschenk dat ons kan toekomen
  3. De oproep tot bekering en doop #2
  4. Kinderdoop tegenover doop als volwassene #2 De tienerdoop
  5. Essentiële kennis voor de doopkandidaat #3 Over leven en dood
  6. Wat zijn de verplichtingen voor een christen?
  7. Paulus’ aansporing tot eenheid in liefde
  8. Paulus se vermaning tot eenheid in liefde
  9. Vrede is ons geschenk aan elkaar
  10. Ushauri wa Paulo kwa umoja katika upendo – Eenheid in liefde

++

Aanvullende artikelen

  1. Voorzieningen voor de keuzes van de mens
  2. De hemelse wijsheid
  3. God Kijkt toe
  4. Geef je tranen aan God
  5. Geen vrede zonder vrede onder religies
  6. Relatie met God gaat twee kanten op
  7. Onvolmaakte mensen die kunnen leren van Degene die onze Vader wil zijn
  8. Kleine en grote dingen, belangrijke en onbelangrijke zaken
  9. Er werd ons gevraagd: Jezus leert ons bidden; ‘leidt ons niet in verzoeking’. Betekent dit dat het God is die ons in verzoeking leidt en ons doet zondigen?
  10. Opgaan naar Jeruzalem 1. Inleiding: Jeruzalem, de stad van de Grote Koning #1 Fundament van vrede in Gods Plan
  11. Een Aandachtige Toehoorder
  12. Essentie van het geloof voor een christen
  13. Stil staan bij leven en dood
  14. Achtergrondverzen bij “Het Onze Vader” 7 Verzoeking
  15. Gehoorzamen aan God
  16. Gehoorzaamheid beter dan offers
  17. Zichzelf redden kon hij niet
  18. Gods vergeten Woord 23 De andere wang 4 Oorlog en vrede
  19. Charis Shalom
  20. Verzoek aan God om vrede in deze wereld te brengen
  21. Je overgevend, sorry zeggend, dat is de enige uitweg uit de diepte
  22. Dezen die vrede maken zullen vrede moeten planten als een zaad
  23. Kracht en koninkrijk van onze God en de autoriteit van Zijn Christus
  24. Na de doop stopt de groei in het geloof niet
  25. De gedachte van vandaag “Andere evangelies en andere Christussen” (08 maart)
  26. Verzoening en Broederschap 2 Uit de eigen cocon stappen
  27. Het Wachttorengenootschap over Christadelphians #2 Over liefde
  28. Ademen om les te geven
  29. Doeners verdienen aandacht en erkenning
  30. Missionaire hermeneutiek 4/5
  31. Missionaire hermeneutiek 5/5
  32. Hermeneutiek om uit te dragen #10 Verkondigen
  33. Laat de vrede vandaag met jou zijn

Reden om kennis in u op te nemen van Jezus Christus

 

Meer dan 2000 jaar geleden was er in Palestina een Joodse Nazareen met de naam Jeshua ben Josef (Jeshua de zoon van Josef), hier beter gekend onder de naam Jezus Christus, die door God zelf als Zijn eniggeboren geliefde zoon werd verklaard. Na zijn kinderjaren, waarvan we weinig weten, werd hij een groot onderwijzer die zijn bediening begon „om getuigenis af te leggen van de waarheid”

37 Toen zei Pilatus tegen hem: ‘U bent dus toch een koning?’ Jezus antwoordde: ‘U zegt zelf dat ik een koning ben.+ Hiervoor ben ik geboren en hiervoor ben ik in de wereld gekomen: om te getuigen van de waarheid.+ Iedereen die aan de kant van de waarheid staat, luistert naar mijn stem.’+ (Johannes 18:37)

21 Toen de mensen zich lieten dopen, werd ook Jezus gedoopt.+ Terwijl hij bad, werd de hemel geopend+22 en de heilige geest daalde in de gedaante van een duif op hem neer. Ook klonk er een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon. Ik heb je goedgekeurd.’+

23 Toen Jezus+ met zijn werk begon, was hij ongeveer 30 jaar.+ De mensen kenden hem als de zoon

van Jozef,+

de zoon van Eli,

(Lukas 3:21-23).

Dat ‘getuigen’ (martureo) en ‘getuigenis’ afleggen sloeg op het ‘verklaren’, ‘duidelijk maken’, ‘bevestigen’ en ‘gunstig spreken over’ Diegene Die Jezus gezonden had naar deze wereld. Jezus getuigde van waarheden waarvan hij overtuigd was en verkondigde ze. Maar daarnaast bevestigde hij door zijn manier van leven de waarheid van het profetische woord en de beloften van zijn hemelse Vader.

20 Want hoeveel beloften van God er ook zijn, ze zijn ja geworden via hem.+ Daarom zeggen we ook via hem amen tegen God,+ die daarmee wordt geëerd. (2Kor 1:20).

Gods voornemen in verband met het Koninkrijk en de Messiaanse Regeerder ervan was in detail voorspeld. Jezus heeft door zijn hele leven op aarde, dat eindigde in zijn offerdood, alle profetieën over hem vervuld, inclusief de schaduwen of voorafbeeldingen in het wetsverbond.

16 Laat niemand jullie oordelen om wat je eet en drinkt+ of om de viering van een feestdag of de nieuwemaan+ of een sabbat.+17 Die dingen zijn een schaduw van toekomstige dingen,+ maar de werkelijkheid is de Christus.+ (Kol 2:16, 17)

10 De wet is een schaduw+ van de toekomstige goede dingen+ maar niet de werkelijkheid zelf. Daarom kan hij* aanbidders nooit met dezelfde slachtoffers die elk jaar opnieuw worden gebracht tot volmaaktheid brengen.+(Heb 10:1).

Er kan dus gezegd worden dat Jezus in woord en daad ‘getuigde van de waarheid’.

Voor Jezus, de aardse zoon van de ambachtsman Jozef uit het geslacht van Eli, ging het niet over waarheid in het algemeen maar over de waarheid in verband met Gods voornemens. Een belangrijk element van Gods voornemen is dat Jezus, de ‘zoon van David’, als Hogepriester en Regeerder van Gods Koninkrijk dient.

1 Het boek van de geschiedenis* van Jezus Christus, zoon van David,+ zoon van Abraham.+ (Mt 1:1).

Jezus legde uit dat het bekendmaken van de waarheid over dat Koninkrijk een belangrijke reden was voor zijn komst naar de mensenwereld, zijn leven op aarde en zijn bediening. De engelen verkondigden een vergelijkbare boodschap vóór en ten tijde van Jezus’ geboorte in Bethlehem in Judea, de stad waar David geboren was.

31 Luister! Je zult zwanger worden* en een zoon krijgen,+ en je moet hem Jezus noemen.+32 Hij zal groot zijn+ en de Zoon van de Allerhoogste worden genoemd.+ Jehovah God zal hem de troon van zijn vader David geven.+33 Hij zal voor eeuwig als Koning over het huis van Jakob regeren en aan zijn Koninkrijk zal geen eind komen.’+  (Lu 1:31-33)

10 Maar de engel zei tegen ze: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws vertellen dat het hele volk grote vreugde zal brengen. 11 Vandaag is in de stad van David+ jullie redder+ geboren. Hij is Christus, de Heer.+12 Zo kunnen jullie hem herkennen: jullie zullen een baby vinden die in doeken gewikkeld is en in een voederbak ligt.’ 13 Plotseling was er bij de engel een groot hemels leger*+ dat God loofde en zei: 14 ‘Glorie in de hoogste hoogten aan God, en vrede op aarde+ onder mensen van goede wil.’ (Lukas 2:10-14).

We zien dus dat Jezus geboren is, dus een begin heeft (dit terwijl God geen begin noch einde heeft). Betreft zijn laatste drie en een half jaar van zijn verblijf op aarde hebben we getuigen verslagen opgetekend door zijn uitverkoren discipelen (de apostelen Mattheüs, Markus, Lukas en Johannes).

Tijdens zijn bediening leidde Jezus zijn 12 apostelen op, zodat die na zijn dood zijn werk konden verder zetten. In zekere zin gaf hij te kennen dat eigenlijk alles rond de liefde draait. In een van de bekendste redevoeringen in de geschiedenis, de Bergrede genaamd, leerde Jezus zijn discipelen hoe zij liefde voor medemensen moesten tonen. In die redevoering ligt voor de volgers van Christus de belangrijkste leerstelling aan welke ze moeten voldoen.


Jezus gaf te kennen dat we tegenover anderen een houding moesten aannemen welke we liefst zouden hebben dat deze ook naar ons aannamen. Hij zei:

„Alle dingen dan die gij wilt dat de mensen voor u doen, moet ook gij insgelijks voor hen doen” (Mattheüs 7:12).

Dit beginsel noemt men de Gulden Regel. Tot de „mensen” die Jezus hier noemde, behoren zelfs iemands vijanden. In dezelfde redevoering zei hij:

„Blijft uw vijanden liefhebben en blijft bidden voor hen die u vervolgen” (Mattheüs 5:44).

Die houding wordt er van iedereen die zich christen durft noemen verwacht. Spijtig genoeg vinden we dat niet veel terug bij velen die zich christen noemen. Het zou namelijk heel wat beter gaan in de wereld moesten gelovigen zich aan die gulden regel houden. Ook de Indiase jurist en politicus, Mohandas Karamchand Mahatmi Gandhi was die mening toegedaan. Hij zei:

„Wanneer [wij] het op basis van de leringen die Christus in deze Bergrede heeft vastgelegd, eens zouden worden, zouden . . . de problemen . . . van de gehele wereld opgelost zijn.”

Jezus’ leringen omtrent liefde kunnen, als ze worden toegepast, de plagen van de mensheid genezen.

Jezus hield zich helemaal aan de wensen van zijn hemelse Vader en verspreide die liefde zonder er iets voor in de plaats te wensen. Zo moeten christenen ook Jezus zijn onderwijs in praktijk brengen en naar anderen toe hun liefde ten toon spreiden.

Jezus had een sterke gevoel van medelijden dat hem bewoog anderen hulp te bieden. Wat Jezus ten behoeve van anderen deed, was niet beperkt tot geestelijk onderwijs. Hij verleende ook praktische hulp door mensen te genezen en voedsel te verlenen. Jezus verrichtte de meeste van zijn wonderen in het openbaar. Zelfs zijn tegenstanders, die bij elke gelegenheid aanmerkingen op hem trachtten te maken, konden niet ontkennen dat hij wonderen deed (Johannes 9:1-34). Bovendien hadden zijn wonderen een doel. Ze hielpen mensen Jezus te identificeren als degene die door God aangekondigd en gezonden was.

14 Toen de mensen het wonder* zagen dat hij had gedaan, zeiden ze: ‘Dit moet wel de Profeet zijn die in de wereld zou komen.’+ (Johannes 6:14).

Toch verzetten de mensen zich tegen die profeet van God. Velen riepen zelfs dat hij moest gedood worden.

God had gezegd dat het loon dat de zonde betaalt, de dood is. Maar God wenste dat de mens heerlijk zou kunnen blijven leven. Omdat God veel van ons houdt, heeft hij Zijn zoon Jezus gestuurd om dat ‘loon’ voor ons te betalen. Door middel van Jezus’ offerdood heeft God het voor mensen mogelijk gemaakt om eeuwig te leven in een paradijs op aarde. Jezus zei:

‘God heeft de wereld zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben’ (Johannes 3:16).

De dood van Jezus is dus niet alleen een bewijs van Gods gerechtigheid, maar meer nog, van Zijn liefde voor mensen.

12 Dus door één mens is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood,+ en zo heeft de dood zich tot alle mensen uitgebreid omdat ze allemaal hebben gezondigd.+13 Want er was al zonde in de wereld voordat de wet er was, maar zonde wordt niemand aangerekend als er geen wet is.+14 Toch heeft de dood vanaf Adam tot Mozes als koning geregeerd, zelfs over hen die niet hadden gezondigd met eenzelfde overtreding als Adam, die overeenkomst vertoont met hem die zou komen.+

15 Maar de gave verschilt van de overtreding. Want als door de overtreding van één mens velen zijn gestorven, dan hebben de onverdiende goedheid van God en zijn vrije gave door de onverdiende goedheid van de ene mens,+ Jezus Christus, voor velen des te meer te betekenen!+16 Ook heeft de vrije gave een andere uitwerking dan de zonde van de ene mens.+ Want het vonnis na één overtreding was veroordeling,+ maar de gave na veel overtredingen was een rechtvaardigverklaring.+17 Want als door de overtreding van de ene mens de dood via hem als koning heeft geregeerd,+ dan is het des te zekerder dat via de ene persoon, Jezus Christus,+ degenen die de overvloed van de onverdiende goedheid en van de vrije gave van rechtvaardigheid+ ontvangen, zullen leven en als koning zullen regeren!+

18 Zoals één overtreding dus voor alle soorten mensen tot veroordeling heeft geleid,+ zo leidt ook één daad van rechtvaardiging ertoe dat alle soorten mensen+ rechtvaardig worden verklaard voor leven.+19 Want zoals door de ongehoorzaamheid van de ene mens velen zondaars werden,+ zo zullen ook door de gehoorzaamheid van de ene persoon velen rechtvaardig worden.+ (Romeinen 5:12-19)

Dat wat Jezus voor de mensheid heeft gedaan, zichzelf als loskoopoffer aan God aan te bieden, om ons vrij te kopen, is reden genoeg om meer over hem te weten te komen en hem dankbaar te zijn voor dat losgeld en de mogelijke verzoening met God, alsook door ons geloof in hem, de kans van een vrije gave van rechtvaardigheid en een toekomstig zalig leven zonder einde.
God en Zijn gezondene liefhebben leiden tot rechtvaardiging.

De bijbel maakt duidelijk dat Jezus werd opgewekt en dat hij nu als Koning van Gods koninkrijk op de troon is geplaatst.

15 De zevende engel blies op zijn trompet.+ Er klonken luide stemmen in de hemel die zeiden: ‘Het koninkrijk van de wereld is het Koninkrijk van onze Heer+ en van zijn Christus+ geworden, en hij zal voor altijd en eeuwig als koning regeren.’+ (Openbaring 11:15).

Jezus zei:

„Dit betekent eeuwig leven, dat zij voortdurend kennis in zich opnemen van u, de enige ware God, en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus” (Johannes 17:3; 20:31).

Inderdaad, kennis in u opnemen van Jezus Christus kan eindeloos leven in het Paradijs betekenen.

+

Voorgaande

  1. Een te plaatsen lichtbaken
  2. De intenties van onze Brusselse ecclesia
  3. De juiste naam kiezen voor je reisregistratie
  4. Een wereld waar men zich duidelijk kenbaar moet maken #4 Toch maar beter uitkijken naar een betere Nieuwe Wereld
  5. Wat wordt er van een Christadelphian verwacht?

++

Aansluitende berichten

  1. Mogen wij geloven in een verlossing
  2. Aanwijzingen voor redding te vinden
  3. Voor het maken van een grote reis
  4. Kleurblindheid en verkeerscode
  5. Ongelezen bestseller
  6. De Taal van de Bijbel: … Punt — streep
  7. De Taal van de Bijbel, producten van hun tijd – liefde en geloven
  8. Effectief Bijbellezen: de Evangeliën: Het Evangelie van Matteüs
  9. De wet die zijn doel vindt in Christus
  10. Het Geschreven Woord: Charis – Gebruik en verklaring van een sleutelwoord in de grondtekst
  11. Gods vergeten Woord 18 De Wet van Christus 2 Jezus en de Wet
  12. Gods vergeten Woord 23 De andere wang 2 Geen verzet
  13. Gods vergeten Woord 25 Varen op Bijbels Kompas 4 Wet van Jezus
  14. Gods vergeten Woord 25 Varen op Bijbels Kompas 5 Leven naar de Bijbel
  15. Bijbelteksten bij de op het hart geschreven teksten en toepassing van het nieuwe verbond
  16. Fundamenten van het Geloof: De goedertierenheid van God
  17. Fundamenten van het Geloof 12 Verzoening met God door het offer van Christus
  18. Fundamenten van het Geloof 13 Rechtvaardiging door geloof
  19. Gods beloften
  20. Betreffende Christus # 1 Een god of de God, een mensenzoon en zoon van God
  21. Begrijpend Zingen: Psalm 23 De Heer is mijn Herder #2
  22. Christus in Profetie #7 De psalmen (1A) Psalm 110 – Afstammeling van zijn Heer
  23. Christus in Profetie #13 De psalmen (7) Psalm 89 – Een beroep op Gods belofte
  24. Christus in Profetie #14 De Psalmen (8) – Psalm 34 God beschermt wie op Hem vertrouwt
  25. Christus in Profetie #17: Psalm 72
  26. Het begin van Jezus #10 Een Heraut kondigt aan
  27. Gezondene van God (Belgische Christadelphians)
  28. Gezondene van God (Broeders in Christus)
  29. Jezus Christus De Zoon van Adam, de Zoon van God
  30. Jezus zoon van David, zoon van Abraham en zoon van God
  31. Hosanna Zoon van David
  32. Jezus de gezonden afgezant van God
  33. Jezus van Nazareth #1 Jezus Geboorte
  34. Jezus van Nazareth #2 De zoon van Maria
  35. Jezus van Nazareth #3 De Zoon van God
  36. Jezus van Nazareth #4 Die geen zonde gedaan heeft
  37. Jezus van Nazareth #5 Zijn Unieke persoonlijkheid
  38. Jezus van Nazareth #6 Zijn unieke macht
  39. Jezus van Nazareth #7 Zijn Leven van gebed
  40. De Knecht des Heren #1 De Bevrijder
  41. De Knecht des Heren #2 Gods zwaard en pijl
  42. De Knecht des Heren #3 De Gewillige leerling
  43. De Knecht des Heren #4 De Verlosser
  44. De Knecht des Heren #5 De Gezalfde gezant
  45. Jezus zoon van God
  46. Christus Jezus de zoon van God
  47. Eigenheden aan Jezus toegeschreven
  48. Jezus Christus in het vlees gekomen
  49. Christus als Leraar 3 Spreuken in de Bergrede
  50. Verkondiger Jezus ook de redder
  51. De avond dat Jeshua zijn talmidim opdroeg dat de Pascha Seder vanaf die tijd zal worden gevierd ter zijner nagedachtenis
  52. Verhoord vanwege zijn ontzag voor God
  53. Gevangenneming en terechtstelling van Christus Jezus
  54. Niet onwillig naar de dood gesleeptNiemand heeft grotere liefde dan hij die zijn leven geeft voor zijn vriendenWaarom moest Jezus lijden en sterven om de mensheid los te kopen?
  55. Jezus moest sterven
  56. Jezus vertrouwend op zijn God
  57. Offers van mensen onvolkomen tegenover het volmaakte slachtoffer door God te leveren 1
  58. Offers van mensen onvolkomen tegenover het volmaakte slachtoffer door God te leveren 4 Verzet tegen God en Overeenkomstige prijs
  59. Offers van mensen onvolkomen tegenover het volmaakte slachtoffer door God te leveren 5 Toetssteen en steen van aanstoot
  60. Een losgeld voor iedereen 1 De Voorziening van een tweede Adam
  61. Voor de Wil van Hem die groter is dan Jezus
  62. Voor ons gestorven om ons tot God te brengen
  63. Lam van God #3 Tegenover onschuldig dier een onschuldig man #2
  64. Zichzelf redden kon hij niet
  65. Lijden goegemaakt door Jezus’ loskoopoffer voor zonde
  66. Losgeld voor iedereen
  67. Doopsel en bloedvergieten ter vergeving
  68. Voorbeeld van hem die zijn leven gaf voor velen
  69. Opstanding van Jezus Christus
  70. Geloof in Jezus Christus
  71. Rust vinden onder het juk van Jezus
  72. Opgaan naar Jeruzalem 1. Inleiding: Jeruzalem, de stad van de Grote Koning #3 De komst van de Messias en het hemelse Jeruzalem
  73. Opgaan naar Jeruzalem: Jezus’ laatste reis #2
  74. Een stille week
  75. 1 en 14 Nisan – Herinnering van oude wereld en denken aan nieuwe wereld
  76. 14 Nisan een dag om te herinneren #4 Een Gedood Lam
  77. 14 Nisan een dag om te herinneren #5 De te vieren dag
  78. Het vieren van de avond van 15 april 2022 als een feest voor Jehovah God
  79. Wanneer u een ware volger van Jezus wil zijn #1 Geestelijke ondersteuning
  80. Wanneer u een ware volger van Jezus wil zijn #2 Christenheid tegenover christendom
  81. Wanneer u een ware volger van Jezus wil zijn #3 Groeiende beweging uit Joodse sekte De Weg
  82. Ware Christenen of volgers van de ware Christus Jezus of volgers van Jeshua #3 Volgers van de ware Jezus
  83. Wanneer u een ware volger van Jezus wil zijn #5 Volgers van een godheid Jezus of navolgers van de ware Jezus
  84. Wanneer u een ware volger van Jezus wil zijn #6 Volgers van de ware Jezus zijn volgers van Jeshua of Jeshuaisten
  85. Redding, vertrouwen en actie in Jezus #3 Zoals Jezus
  86. Hoe leest u? – Wat leest u?: “Laten wij dan niet langer elkander oordelen, uw broeder geen aanstoot of ergernis te geven”
  87. Verschil in woordbetekenis doorheen de tijd 2 Liefhebben en Geloven
  88. Voor een hechte band met Jehovah God
  89. Toewijding van ons
  90. Gods verbonden en de bedoelde man aanvaarden
  91. De leer van redding is duidelijk
  92. God en Zijn gezondene liefhebben leiden tot rechtvaardiging
  93. Verlossing #7 Christus levend in de gelovige
  94. Ook behoort gij Uzelf niet toe, want gij werd met een prijs gekocht
  95. De Wet van de Liefde, basis van alle instructies
  96. Verzoening en Broederschap 1 Getrouwheid en vergoeding
  97. Verzoening en Broederschap 3 Verenigen onder de Hoeksteen
  98. Wie bedoelde Jezus met de “andere schapen” (Johannes 10:16)?
  99. Goed Nieuws brengen met en door voorbeeld
  100. Goed Nieuws brengen met en door voorbeeld
  101. Hersteld Paradijs
  102. Koninkrijk van Christus versus Koninkrijk van God Hoofdstuk 1 #3 Koningen en een Koninkrijk der hemelen
  103. Waarheid van het geloof
  104. Het Wachttorengenootschap over Christadelphians #11 Zogezegd kardinale fouten van het christadelfianisme #2 Jezus voor David of pas na David tot bestaan gekomen
  105. Het Wachttorengenootschap over Christadelphians #12 Onbegrijpelijk verkeerde voorstelling door het Wachttorengenootschap #1 Overeenkomstige losprijs
  106. Opgeroepen door Jezus
  107. Wat wil men zijn: Atheïst, Gelovige in wat?, Jood, Christen of nog iets anders
  108. Christadelfiaanse geloofspunten #6 Redding uit vrouw van het nageslacht van koning David
  109. Een Credo of geloofsartikelen van de Broeders in Christus
  110. Christadelfiaanse geloofspunten #1 Enige eeuwige alwetende Allerhoogste Godheid

Essentiële kennis voor de doopkandidaat #3 Over leven en dood

Thought - Gedachte - Pensée - Mawazo (man kijkend naar de bergen in landschap - zonder opschrift)

 

Jehovah God Bron en Gever van leven

Van doopkandidaten verwachten we dat zij er zich van bewust zijn dat wij het leven toekrijgen doordat de Enige Ware God ons de kans geeft om hier op aarde te zijn. Het is door Hem dat wij leven en bewegen en dingen kunnen verwezenlijken.

“Ik heb met mijn grote kracht en met mijn machtige arm de aarde gemaakt en de mensen en dieren die er leven. Ik geef de aarde aan wie ik wil.” (Jeremia 27:5 NBV)

“Alles is uit hem ontstaan, alles is door hem geschapen, alles heeft in hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. Amen.” (Romeinen 11:36 NBV)

“24 De God die de wereld heeft gemaakt en alles wat er leeft, hij die over hemel en aarde heerst, woont niet in door mensenhanden gemaakte tempels. 25 Hij laat zich ook niet bedienen door mensenhanden alsof er nog iets is dat hij nodig heeft, hij die zelf aan iedereen leven en adem en al het andere schenkt.” (Handelingen 17:24-25 NBV)

“Want in hem leven wij, bewegen wij en zijn wij. Of, zoals ook enkele van uw eigen dichters hebben gezegd: “Uit hem komen ook wij voort.”” (Handelingen 17:28 NBV)

“Toen maakte God, Jehovah, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen.” (Genesis 2:7 NBV)

“7 (36:8) Hoe kostbaar is uw liefde, God! In de schaduw van uw vleugels schuilen de mensen, 8 (36:9) zij laven zich aan de overvloed van uw huis, u lest hun dorst met een stroom van vreugden, 9 (36:10) want bij u is de bron van het leven, door úw licht zien wij licht.” (Psalmen 36:7-9 NBV)

“9 Wie weet van al deze dingen niet: Jehovah heeft ze tot stand gebracht. 10 Want in zijn macht is de ziel van al wat leeft, in zijn macht de adem van het menselijk geslacht.” (Job 12:9-10 NBV)

Opdrachten voor de mens

De eerste mens werd geschapen door Jehovah God, Die van hen verwachtte dat ze alle dingen zouden gaan benoemen en verzorgen, alsook zich zouden gaan voortplanten, zodat de gehele aarde bevolkt zou komen worden.

Maar God, die bijna alle bomen had gegeven voor de verzadiging van de mens, verbood de eerste mens van de boom van kennis van goed en kwaad te eten, omdat ze anders wel kennis van goed en kwaad zouden kennen, maar ook van de dood, en beslist zouden sterven.

“10 Het droge noemde hij aarde, het samengestroomde water noemde hij zee. En God zag dat het goed was. 11 God zei: ‘Overal op aarde moet jong groen ontkiemen: zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten dragen met zaad erin.’ En zo gebeurde het. 12 De aarde bracht jong groen voort: allerlei zaadvormende planten en allerlei bomen die vruchten droegen met zaad erin. En God zag dat het goed was.” (Genesis 1:10-12 NBV)

“God zegende ze met de woorden: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk en vul het water van de zee. En ook de vogels moeten talrijk worden, overal op aarde.’” (Genesis 1:22 NBV)

“26  God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’ 27 God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen. 28 Hij zegende hen en zei tegen hen: ‘Wees vruchtbaar en word talrijk, bevolk de aarde en breng haar onder je gezag: heers over de vissen van de zee, over de vogels van de hemel en over alle dieren die op de aarde rondkruipen.’ 29  Ook zei God: ‘Hierbij geef ik jullie alle zaaddragende planten en alle vruchtbomen op de aarde; dat zal jullie voedsel zijn. 30 Aan de dieren die in het wild leven, aan de vogels van de hemel en aan de levende wezens die op de aarde rondkruipen, geef ik de groene planten tot voedsel.’ En zo gebeurde het. 31  God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was. Het werd avond en het werd morgen. De zesde dag.” (Genesis 1:26-31 NBV)

“7 Toen maakte God, Jehovah, de mens. Hij vormde hem uit stof, uit aarde, en blies hem levensadem in de neus. Zo werd de mens een levend wezen. 8 Jehovah God, legde in het oosten, in Eden, een tuin aan en daarin plaatste hij de mens die hij had gemaakt. 9 Hij liet uit de aarde allerlei bomen opschieten die er aanlokkelijk uitzagen, met heerlijke vruchten. In het midden van de tuin stonden de levensboom en de boom van de kennis van goed en kwaad.” (Genesis 2:7-9 NBV)

“15 God, Jehovah, bracht de mens dus in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken. 16  Hij hield hem het volgende voor: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, 17 maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’ 18  God, de Heer Jehovah, dacht: Het is niet goed dat de mens alleen is, ik zal een helper voor hem maken die bij hem past. 19 Toen vormde hij uit aarde alle in het wild levende dieren en alle vogels, en hij bracht die bij de mens om te zien welke namen de mens ze zou geven: zoals hij elk levend wezen zou noemen, zo zou het heten. 20 De mens gaf namen aan al het vee, aan alle vogels en alle wilde dieren, maar hij vond geen helper die bij hem paste.” (Genesis 2:15-20 NBV)

Beperkt leven

Tengevolge van het verkeerd gaan van Adam en Eva (hun zondigen) is de vloek van de dood over de mensheid gekomen en hebben alle mensen inclusief Jezus, een beperkt leven en moeten ze allemaal pijn en dood onder ogen zien.

Niemand kan zeker zijn van zijn of haar leven. Het leven is eigenlijk van korte of beperkte duur, waarbij fijne ogenblikken afgewisseld worden met minder aangename perioden.

“Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood, en zo is de dood voor ieder mens gekomen, want ieder mens heeft gezondigd.” (Romeinen 5:12 NBV)

“Als de dood heeft geheerst door de overtreding van één mens, is het des te zekerder dat allen die de genade en de vrijspraak in zo’n overvloed hebben ontvangen, zullen heersen in het eeuwige leven, dankzij die ene mens, Jezus Christus.” (Romeinen 5:17 NBV)

“maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’” (Genesis 2:17 NBV)

“De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan.” (Genesis 3:6 NBV)

“Tegen de mens zei hij: ‘Je hebt geluisterd naar je vrouw, gegeten van de boom die ik je had verboden. Vervloekt is de akker om wat jij hebt gedaan, zwoegen zul je om ervan te eten, je hele leven lang.” (Genesis 3:17 NBV)

“Zweten zul je voor je brood, totdat je terugkeert tot de aarde, waaruit je bent genomen: stof ben je, tot stof keer je terug.’” (Genesis 3:19 NBV)

“1  Een mens, geboren uit een vrouw-kort zijn zijn dagen, doordrenkt van onrust. 2 Als een bloem ontluikt hij en verwelkt, hij vlucht als een schaduw en houdt geen stand.” (Job 14:1-2 NBV)

“15 De mens-zijn dagen zijn als het gras, hij is als een bloem die bloeit op het veld 16 en verdwijnt zodra de wind hem verzengt; de plek waar hij stond, kent hem niet meer.” (Psalmen 103:15-16 NBV)

Toestand van de doden

Door het eten van de verboden vrucht kreeg de mens de doodstraf over hem. Na een leven beperkt in tijd zou de mens komen te sterven en zou de adem die door God gegeven is uit het lichaam gaan en de mens zich van niets meer bewust zijnde, vergaan tot stof en as. Bij het einde van ons leven is het dus zoals bij de dieren. Alles is dan afgelopen voor ons. Wij kunnen dan niets meer doen, niet meer denken, en niets mee nemen in onze dood. Alles, onze gedachten, ons hebben en houden, zal vergaan.

Voor alles wat we nog wensten te doen zal het te laat zijn als we sterven. Het is nu, als we op de aarde zijn als levende wezens dat we het waar moeten maken. Zodra we sterven is het te laat. Voor ons is er dezelfde afloop als voor de dieren.

“5 Wie nog in leven zijn, weten tenminste dat ze moeten sterven, maar de doden weten niets. Er is niets meer dat hun loont, want ze zijn vergeten. 6 Hun liefde en hun haat, alle hartstocht die ze ooit hebben gehad, ging allang verloren. Ze nemen nooit meer deel aan alles wat gebeurt onder de zon.” (Prediker 9:5-6 NBV)

“Doe wat je hand te doen vindt. Doe het met volle inzet, want er zijn geen daden en gedachten, geen kennis en geen wijsheid in het dodenrijk. Daar ben je altijd naar op weg.” (Prediker 9:10 NBV)

“Stokt zijn adem, hij keert terug tot de aarde, op die dag gaat hij met zijn plannen ten onder.” (Psalmen 146:4 NBV)

“(6:6) Want doden noemen uw naam niet meer! Wie in het dodenrijk kan u nog loven?” (Psalmen 6:5 NBV)

“Wanneer men jullie vraagt om de geesten van doden te raadplegen en naar fluisterende en mompelende waarzeggers te luisteren-elk volk raadpleegt toch zijn goden en vraagt de doden toch om raad voor de levenden? -,” (Jesaja 8:19 NBV)

“Doden zullen niet herleven, schimmen niet opstaan. U bent tegen hen opgetreden, hebt hen vernietigd, elke herinnering aan hen hebt u uitgewist.” (Jesaja 26:14 NBV)

“Nee, het dodenrijk zal u niet loven, de dood prijst u niet, zij die in het graf zijn afgedaald verlaten zich niet op uw trouw.” (Jesaja 38:18 NBV)

“19 want de mensen en de dieren treft hetzelfde lot. Zoals een dier sterft, zo sterft ook een mens; ze delen in dezelfde adem. Dat is hun beider lot. Een mens is niet beter af dan een dier, want alles is leegte. 20 Alles gaat naar dezelfde plaats, alles is uit stof ontstaan en alles keert terug tot stof.” (Prediker 3:19-20 NBV)

“(22:30) Wie op aarde in overvloed leven, zullen aanzitten en zich voor hem buigen. Ook zullen voor hem knielen wie in het graf zijn neergedaald, wie hun leven niet konden behouden.” (Psalmen 22:29 NBV)

Leven na de dood

Zij die de Nazareense Joodse leermeester Jeshua ben Josef of Jezus Christus volgen, hebben er het volste vertrouwen in dat die man van vlees en bloed zichzelf als losprijs aan God heeft gegeven zodat de mensheid verlost is geworden van de vloek van de dood. De volgers van Jezus Christus kunnen leven met de hoop op een gelijkaardige opstanding zoals Jezus al is opgestaan uit het graf.

Na de laatste en grootste oorlog, Armageddon, zal Jezus de doden uit de herinneringsgraven tot zich roepen om hen met de levenden te oordelen. De opstanding van Christus Jezus is een waarborg en een getuigenis van de overwinning op de dood.

“wel zien we dat Jezus-die voor korte tijd lager dan de engelen geplaatst was opdat zijn dood door Gods genade iedereen ten goede zou komen-vanwege zijn lijden en dood nu met eer en luister gekroond is.” (Hebreeën 2:9 NBV)

“5 Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, 6 die zichzelf gegeven heeft als losgeld voor allen, als het getuigenis voor de vastgestelde tijd.” (1 Timotheüs 2:5-6 NBV)

“zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.’” (Mattheüs 20:28 NBV)

“28 Wees hierover niet verwonderd, er komt een moment waarop alle doden zijn stem zullen horen 29 en uit hun graf zullen komen: wie het goede gedaan heeft staat op om te leven, wie het slechte gedaan heeft staat op om veroordeeld te worden.” (Johannes 5:28-29 NBV)

“en evenals mijn aanklagers hoop en verwacht ik dat God zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen uit de dood zal doen opstaan.” (Handelingen 24:15 NBV)

“De zee stond de doden die ze in zich had af, en ook de dood en het dodenrijk stonden hun doden af. En iedereen werd geoordeeld naar zijn daden.” (Openbaring 20:13 NBV)

“Jullie doden zullen herleven, de lijken opstaan. Ontwaak, jullie daar in het stof, en jubel! Uw dauw is een dauw die leven geeft, de aarde brengt haar schimmen weer tot leven.” (Jesaja 26:19 NBV)

“want hij heeft bepaald dat er een dag komt waarop hij een rechtvaardig oordeel over de mensheid zal laten vellen door een man die hij voor dat doel heeft aangewezen. Het bewijs dat het om deze man gaat, heeft hij geleverd door hem uit de dood te doen opstaan.’” (Handelingen 17:31 NBV)

“20  Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen. 21 Zoals de dood er is gekomen door een mens, zo is ook de opstanding uit de dood er gekomen door een mens.” (1 Corinthiërs 15:20-21 NBV)

Vernietiging van de dood maakt een eindeloos leven mogelijk

In onze tijd is de dood een onvermijdelijk iets. Tenzij het einde van de tijden in ons levensbestel zal plaats vinden, zullen de meesten rondom ons de dood vinden. Maar door het zoenoffer van Jezus Christus dat Jehovah God als schuldoffering aanvaard heeft, is er nu voor de mens een opheffing van de dood mogelijk. Onder Christus Koninkschapsregering zullen mensen in vrede samen kunnen leven en geen angst meer moeten hebben voor de dood, want elke traan zal uit hun leven gewist zijn en ze zullen geen dood meer zien.

Wij moeten niet verwondert zijn indien de eindtijd voor onze deur zal staan en mensen uit hun herinneringsgraven zullen opstaan, terwijl anderen zullen mogen gaan genieten van een leven zonder einde. Allen die in het Boek van het leven staan zullen als rechtvaardigen toegelaten worden om een eindeloos vredevol leven te genieten in het Koninkrijk van God in een vernieuwd aards paradijs.

“28 Wees hierover niet verwonderd, er komt een moment waarop alle doden zijn stem zullen horen 29 en uit hun graf zullen komen: wie het goede gedaan heeft staat op om te leven, wie het slechte gedaan heeft staat op om veroordeeld te worden.” (Johannes 5:28-29 NBV)

“5 Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, 6 die zichzelf gegeven heeft als losgeld voor allen, als het getuigenis voor de vastgestelde tijd.” (1 Timotheüs 2:5-6 NBV)

“zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.’” (Mattheüs 20:28 NBV)

“De laatste vijand die vernietigd wordt is de dood,” (1 Corinthiërs 15:26 NBV)

“12 Ik zag de doden, jong en oud, voor de troon staan. Er werden boeken geopend. Toen werd er nog een geopend: het boek van het leven. De doden werden op grond van wat in de boeken stond geoordeeld naar hun daden. 13 De zee stond de doden die ze in zich had af, en ook de dood en het dodenrijk stonden hun doden af. En iedereen werd geoordeeld naar zijn daden. 14 Toen werden de dood en het dodenrijk in de vuurpoel gegooid. Dit is de tweede dood: de vuurpoel. 15 Wie niet in het boek van het leven bleek te staan werd in de vuurpoel gegooid.” (Openbaring 20:12-15 NBV)

“Voor altijd doet hij de dood teniet. God, Jehovah, wist de tranen van elk gezicht, de smaad van zijn volk neemt hij van de aarde weg- Jehovah heeft gesproken.” (Jesaja 25:8 NBV)

“Waarom zou ik hen dan vrijkopen uit de macht van het dodenrijk of verlossen van de dood? Dood, zaai de pest om je heen! Dodenrijk, waar zijn je kwellingen? Ik ken geen medelijden meer.” (Hosea 13:14 NBV)

“54 En wanneer dit vergankelijke lichaam is bekleed met het onvergankelijke, dit sterfelijke met het onsterfelijke, zal wat geschreven staat in vervulling gaan: ‘De dood is opgeslokt en overwonnen. 55 Dood, waar is je overwinning? Dood, waar is je angel?’ 56 De angel van de dood is de zonde, en de zonde ontleent haar macht aan de wet. 57 Maar laten we God danken, die ons door Jezus Christus, onze Heer, de overwinning geeft.” (1 Corinthiërs 15:54-57 NBV)

“maar nu is ze bekend geworden doordat onze redder Christus Jezus is verschenen, die de dood heeft vernietigd en onvergankelijk leven heeft doen oplichten door het evangelie.” (2 Timotheüs 1:10 NBV)

“wel zien we dat Jezus-die voor korte tijd lager dan de engelen geplaatst was opdat zijn dood door Gods genade iedereen ten goede zou komen-vanwege zijn lijden en dood nu met eer en luister gekroond is.” (Hebreeën 2:9 NBV)

“14  Omdat die kinderen mensen zijn van vlees en bloed, is de Zoon een mens geworden als zij om door zijn dood definitief af te rekenen met de heerser over de dood, de duivel, 15 en zo allen te bevrijden die slaaf waren van hun levenslange angst voor de dood.” (Hebreeën 2:14-15 NBV)

“En de duivel, die hen misleidde, wordt in de poel van vuur en zwavel gegooid, bij het beest en de valse profeet. Daar zullen ze dag en nacht worden gepijnigd, tot in eeuwigheid.” (Openbaring 20:10 NBV)

“13 De zee stond de doden die ze in zich had af, en ook de dood en het dodenrijk stonden hun doden af. En iedereen werd geoordeeld naar zijn daden. 14 Toen werden de dood en het dodenrijk in de vuurpoel gegooid. Dit is de tweede dood: de vuurpoel.” (Openbaring 20:13-14 NBV)

“9 Hierna zag ik dit: een onafzienbare menigte, die niet te tellen was, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. In het wit gekleed en met palmtakken in hun hand stonden ze voor de troon en voor het lam. 10 Luid riepen ze: ‘De redding komt van onze God die op de troon zit en van het lam!’” (Openbaring 7:9-10 NBV)

“Maar voor hen die laf en trouweloos zijn geweest, die zich hebben ingelaten met gruwelijke dingen, met moord, ontucht, toverij of afgodendienst, voor allen die de leugen hebben gediend: hun deel is de vuurpoel met brandende zwavel, dat is de tweede dood.’” (Openbaring 21:8 NBV)

“De rechtvaardigen zullen het land bezitten en het bewonen, hun leven lang.” (Psalmen 37:29 NBV)

“Wie nederig zijn, zullen het land bezitten en gelukkig leven in overvloed en vrede.” (Psalmen 37:11 NBV)

Een eindeloos leven voor de rechtvaardigen

Voor hen die bewijzen dat ze de Enige Ware God liefhebben en aan Hem gehoorzaam zijn is er het mooie vooruitzicht weggelegd van een eindeloos leven na de terugkomst van Jezus Christus en de verwezenlijking van zijn koninkrijk. Dan zal alle onzekerheid, pijn en lijden, tot een einde gebracht worden en zal er voor iedereen weer in overvloed zijn, terwijl er overal op aarde vrede en zekerheid zal zijn.

“Het loon van de zonde is de dood, maar het geschenk van God is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heer.” (Romeinen 6:23 NBV)

“En toen hij naar de uiteindelijke volmaaktheid gevoerd was, werd hij voor allen die hem gehoorzamen een bron van eeuwige redding,” (Hebreeën 5:9 NBV)

“Voor altijd doet hij de dood teniet. God, Jehovah, wist de tranen van elk gezicht, de smaad van zijn volk neemt hij van de aarde weg- Jehovah heeft gesproken.” (Jesaja 25:8 NBV)

“37 Zoals het was in de dagen van Noach, zo zal het zijn wanneer de Mensenzoon komt. 38 Want zoals men in de dagen voor de vloed alleen maar bezig was met eten en drinken, met trouwen en uithuwelijken, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging, 39 en zoals men niet wist dat de vloed zou komen, totdat die kwam en iedereen wegnam, zo zal het ook zijn wanneer de Mensenzoon komt.” (Mattheüs 24:37-39 NBV)

“Jehovah waakt over wie hem liefhebben, maar wie hem afwijzen, vaagt hij weg.’” (Psalmen 145:20 NBV)

“Wie rechtvaardig is, zal nooit wankelen, de goddelozen worden van de aarde weggevaagd.” (Spreuken 10:30 NBV)

“De goddelozen worden omvergeworpen en verdwijnen, het huis van de rechtvaardigen houdt stand.” (Spreuken 12:7 NBV)

“De weg van de rechtvaardigheid leidt naar het leven, een geëffend pad is het, vrij van de dood.” (Spreuken 12:28 NBV)

“13 In mijn nachtelijke visioenen zag ik dat er met de wolken van de hemel iemand kwam die eruitzag als een mens. Hij naderde de oude wijze en werd voor hem geleid. 14 Hem werden macht, eer en het koningschap verleend, en alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, dienden hem. Zijn heerschappij was een eeuwige heerschappij die nooit ten einde zou komen, zijn koningschap zou nooit te gronde gaan.” (Daniël 7:13-14 NBV)

“Maar ten tijde van die koninkrijken zal de God van de hemel een rijk laten opkomen dat nooit te gronde zal gaan en dat nooit op een ander volk zal overgaan. Het zal al die koninkrijken verbrijzelen en vernietigen, maar zelf zal het eeuwig bestaan” (Daniël 2:44 NBV)

“Maar wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.” (2 Petrus 3:13 NBV)

“3 Hij ademt eerbied voor Jehovah; zijn oordeel stoelt niet op uiterlijke schijn, noch grondt hij zijn vonnis op geruchten. 4 Over de zwakken velt hij een rechtvaardig oordeel, de armen in het land geeft hij een eerlijk vonnis. Hij tuchtigt de aarde met de gesel van zijn mond, met de adem van zijn lippen doodt hij de schuldigen. 5 Hij draagt gerechtigheid als een gordel om zijn lendenen en trouw als een gordel om zijn heupen.” (Jesaja 11:3-5 NBV)

“12 Ik zag de doden, jong en oud, voor de troon staan. Er werden boeken geopend. Toen werd er nog een geopend: het boek van het leven. De doden werden op grond van wat in de boeken stond geoordeeld naar hun daden. 13 De zee stond de doden die ze in zich had af, en ook de dood en het dodenrijk stonden hun doden af. En iedereen werd geoordeeld naar zijn daden.” (Openbaring 20:12-13 NBV)

“1  Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en de eerste aarde zijn voorbij, en de zee is er niet meer. 2 Toen zag ik de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze was als een bruid die zich mooi heeft gemaakt voor haar man en hem opwacht. 3 Ik hoorde een luide stem vanaf de troon, die uitriep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn. 4 Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’” (Openbaring 21:1-4 NBV)

“Zie, ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Wat er vroeger was raakt in vergetelheid, het komt niemand ooit nog voor de geest.” (Jesaja 65:17 NBV)

“21 Zij zullen huizen bouwen en er zelf in wonen, wijngaarden planten en zelf van de opbrengst eten; 22 in wat zij bouwen zal geen ander wonen, van wat zij planten zal geen ander eten. Want de jaren van mijn volk zullen zijn als de jaren van een boom; mijn uitverkorenen zullen zelf genieten van het werk van hun handen.” (Jesaja 65:21-22 NBV)

“Zij zullen zich niet tevergeefs afmatten en geen kinderen baren voor een verschrikkelijk lot. Zij zullen, met heel hun nageslacht, een volk zijn dat door Jehovah is gezegend.” (Jesaja 65:23 NBV)

“28 Wees hierover niet verwonderd, er komt een moment waarop alle doden zijn stem zullen horen 29 en uit hun graf zullen komen: wie het goede gedaan heeft staat op om te leven, wie het slechte gedaan heeft staat op om veroordeeld te worden.” (Johannes 5:28-29 NBV)

“Er zal overvloed van koren zijn in het land, zelfs op de toppen van de bergen. Rijpe aren zullen golven als de bossen van de Libanon. Vanuit zijn stad zal voorspoed ontluiken als jong groen op de aarde.” (Psalmen 72:16 NBV)

“(67:7) De aarde heeft een rijke oogst gegeven, God, onze God, zegent ons.” (Psalmen 67:6 NBV)

“De bomen zullen vrucht dragen, de akkers zullen een goede opbrengst geven en zij zullen veilig leven in hun land. Ze zullen beseffen dat ik Jehovah ben wanneer ik het juk breek waaronder ze gebukt gaan, en ze uit handen van hun onderdrukkers red.” (Ezechiël 34:27 NBV)

“6 (9:5) Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Goddelijke held, Eeuwige vader, Vredevorst. 7 (9:6) Groot is zijn heerschappij, aan de vrede zal geen einde komen. Davids troon en rijk zijn erop gebouwd, ze staan vast, in recht en gerechtigheid, van nu tot in eeuwigheid. Daarvoor zal hij zich beijveren, Jehovah van de hemelse machten.” (Jesaja 9:6-7 NBV)

“machtige naties zullen zeggen: ‘Laten we optrekken naar de berg van Jehovah, naar de tempel van Jakobs God. Hij zal ons onderrichten, ons de weg wijzen, en wij zullen zijn paden bewandelen.’ Vanaf de Sion klinkt zijn onderricht, vanuit Jeruzalem spreekt Jehovah.” (Micha 4:2 NBV)

“Ieder zal zitten onder zijn wijnrank en onder zijn vijgenboom, door niemand opgeschrikt, want Jehovah van de hemelse machten heeft gesproken.” (Micha 4:4 NBV)

“8 (46:9) Kom en zie wat Jehovah heeft gedaan, verbijsterend is wat hij op aarde verricht: 9 (46:10) wereldwijd bant hij oorlogen uit, bogen breekt hij, lansen verbrijzelt hij, wagens verbrandt hij in het vuur. 10 (46:11) ‘Staak de strijd, en erken dat ik God ben, verheven boven de volken, verheven boven de aarde.’ 11 (46:12) Jehovah van de hemelse machten is met ons, onze burcht is de God van Jakob. sela@&” (Psalmen 46:8-11 NBV)

“25 Ik zal een vredesverbond met ze sluiten, ik zal het land vrij van wilde dieren maken, zodat ze zelfs in de woestijn veilig kunnen wonen en in de bossen onbezorgd kunnen slapen. 26 Ik zal mijn schapen en het land rondom mijn heuvel zegenen, en ik zal de regen op gezette tijden doen neerdalen. Het zal regen zijn die zegen geeft. 27 De bomen zullen vrucht dragen, de akkers zullen een goede opbrengst geven en zij zullen veilig leven in hun land. Ze zullen beseffen dat ik Jehovah ben wanneer ik het juk breek waaronder ze gebukt gaan, en ze uit handen van hun onderdrukkers red.” (Ezechiël 34:25-27 NBV)

“6 Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden. 7 Een koe en een beer grazen samen, hun jongen liggen bijeen; een leeuw en een rund eten beide stro. 8 Bij het hol van een adder speelt een zuigeling, een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang. 9 Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg. Want kennis van Jehovah vervult de aarde, zoals het water de bodem van de zee bedekt.” (Jesaja 11:6-9 NBV)

“(2:20) Op die dag sluit ik voor mijn kinderen een verbond met de dieren van het veld en met alles wat vliegt en kruipt. Ik maak een einde aan het geweld van boog en zwaard in hun land, zodat ze in rust en vrede kunnen leven.” (Hosea 2:18 NBV)

+

Voorgaande

  1. Essentiële kennis voor de doopkandidaat #1 Over God
  2. Essentiële kennis voor de doopkandidaat #2 Over Jezus en onze positie

++

Lees ook

  1. Vooropgestelde en huidige wereld
  2. Tijd door de Maker gegeven
  3. Verwachtingen naar de mens toe en de mens zijn verkeerde keuze
  4. Zonde en rekenschap
  5. Uitspraak van straf over de mens
  6. Naast slecht nieuws Goed Nieuws
  7. Problemen in de wereld
  8. Wereld van moeilijkheden en veel ongemakken
  9. Oplossing voor de wereld
  10. Is er meer in het leven dan dit
  11. Wat is de zin van dit leven
  12. Lijden, probleem in en van deze wereld
  13. Loon van zonde opgeheven
  14. Losgeld voor iedereen
  15. Lijden bedekt door Zoenoffer
  16. Sterfelijkheid
  17. Sterfelijk en spiritueel lichaam
  18. Ziel
  19. Hoop
  20. Hoop eerste christenen
  21. Hoop op een man
  22. Hoop op Leven
  23. Hoop voor de toekomst
  24. Levenslessen
  25. Brood en leven
  26. Lijden
  27. Lijden, waarom God het toelaat
  28. Redenen om gedoopt te worden
  29. Bij het uitkijken naar nieuwe dopen
  30. Gemoedsrust of Innerlijke vrede
  31. Plan van de Goddelijke Maker
  32. Plan van God
  33. God komt ons ten goede
  34. Gods beloften
  35. Gods Hoop en onze hoop
  36. Op wie Hopen
  37. Jezus de Gezonden Afgezant van God
  38. Ware hoop
  39. Plan van God en wereldvrede
  40. Redding
  41. Gods Redding
  42. Lam van God -Voorspeld
  43. Lam van God – offer gebracht ter verzoening
  44. Onschuldig Lam
  45. Loskoper
  46. Zoenoffer
  47. Jezus moest sterven
  48. Dood
  49. Dood & Doden
  50. De Staat van onze doden
  51. Armageddon
  52. Dag van Jehovah
  53. Leven na de dood
  54. Christelijke Hoop op Eeuwig Leven
  55. Grote verdrukking en Armageddon
  56. Hij die komt – de Mensenzoon
  57. Terugkeer van Jezus
  58. Christus Wederkomst
  59. Tijden van herstel
  60. Hij die zit aan de rechterhand van Zijn Vader
  61. Wereldwijde Koninkrijksregering
  62. Heerlijke einde
  63. Bestemming Getrouwen en Rechtvaardigen
  64. Rechtvaardigen
  65. Koninkrijk Gods
  66. Koninkrijk van God
  67. Hemel en hemelen
  68. Hemel en Hel
  69. Hel een eeuwige marteling – geen Bijbelse leer
  70. Leven na de dood
  71. Bestemming van de aarde
  72. Paradijselijke tuin
  73. Hersteld Paradijs