Kinderdoop tegenover doop als volwassene #4 Vragen voor de doopkandidaat

Photo by Jose Vasquez on Pexels.com

Vragen en antwoorden rond de doop

In de Christadelphian gemeenschap is het dooponderzoek een doorlichtingsprocedure voor mensen die een verlangen naar de doop hebben geuit. Doorgaans ontmoeten twee of meer rijpe mannelijke leden van de plaatselijke gemeente (ecclesia) de kandidaat en voeren ze een gesprek om vast te stellen of hij of zij klaar is voor de doop, op basis van de criteria motief, leerstellig begrip en morele normen.

Er is een wijdverbreide christelijke traditie, vroeger en nu, van onderwijs vóór de doop (catechese). Bovendien zijn Christadelphians zeker niet de enige religieuze groepering die doopgesprekken voert.

Wat de Christadelphian pre-baptismele procedure uniek maakt, is het examineren van kandidaten over een breed scala aan onderwerpen en het idee dat dit de geldigheid van de doop beschermt. Christadelphians hebben geen gestandaardiseerde procedure voor het afnemen van examens; Er bestaan verschillende reeksen richtsnoeren. Misschien wel de oudste en meest bekende richtlijnen zijn die in The Ecclesial Guide, geschreven door Christadelphian pionier Robert Roberts. Er zijn talloze schema’s of scripts met interviewvragen gemaakt in de Christadelphian-gemeenschap;

‘Kennis van de Waarheid is nodig om de doop geldig te maken.’

In Christadelphiaans taalgebruik verwijst ‘de Waarheid‘ specifiek naar de fundamentele leerstellingen van het evangelie (zoals uiteengezet in de BASF), en dus ‘in tegenstelling tot [de overtuigingen van] vele andere belijdende christenen’, namelijk degenen die de Drie-eenheid aanbidden.

De kerkelijke gids beschrijft drie voorwaarden voor de doop om ‘geldig en doeltreffend’ te zijn:

1) een serieuze neiging om God te volgen en een oprecht berouw voor de fouten, wandaden en onwetendheid uit het verleden

2) een gezonde kennis van « het geloof dat eens en voor altijd aan de heiligen is overgeleverd » (Judas 3), in overeenstemming met de leeftijd en intelligentie van de kandidaat.

3) « vruchten die tot bekering leiden », dat wil zeggen, een duidelijke aanwijzing dat de kandidaat van plan is op te klimmen tot nieuwheid van leven, een leven gebaseerd op het leven en het voorbeeld van de Heer Jezus Christus.

Vragen om over na te denken.

  1. Wat is de doop?
    De doop houdt in dat iemand volledig in water wordt ondergedompeld. (Zie Mattheüs 3:13-17; Markus 1:9-10; Joh. 3:23; Handelingen 8:36-39).
  2. Wat betekent de doop?
    Het herinnert ons eraan dat Jezus werd begraven en weer opstond, en dus laat het ons zien dat we gered kunnen worden door zijn dood en opstanding. (Zie Romeinen 6:3-4.)Het herinnert ons eraan dat we, omdat we zondaars zijn, het verdienen om te sterven (als we onder water zouden worden gehouden, zouden we zeker sterven!). (Zie Romeinen 6:5-7.)Het herinnert ons eraan dat, omdat God barmhartig is, Hij ons wil redden van de dood door opstanding. De doop is dus een soort « dood » – een ‘begrafenis’ in water – en een soort ‘opstanding’. Het is een uitgebeelde gelijkenis. (Zie Kolossenzen 2:12-13.)

    Het herinnert ons eraan dat, net zoals water vuil wegspoelt, God de zonden wegdoet van degenen die Hem gehoorzamen. Als we gedoopt worden, vergeeft God ons alle zonden die we ooit hebben begaan. Zo maken we een nieuwe start als discipelen van Jezus Christus. (Zie 1 Petrus 3:21; Handelingen 22:16).

    Het is het teken waardoor wij door middel van het eeuwigdurend verbond kinderen van God worden en leden van het zaad van Abraham in Christus Jezus. (Zie Galaten 3:26-29.)

  3. Moeten we ons laten dopen?
    De Heer Jezus werd gedoopt. Paulus werd gedoopt.
    Bekeerlingen in de vroege kerk werden gedoopt, zoals de Heer Jezus had bevolen. De doop is een daad van gehoorzaamheid. We moeten gedoopt worden omdat God ons gebiedt gedoopt te worden. (Zie Mattheüs 3:13-17;
  4. Kunnen we ons laten dopen voordat we het evangelie hebben begrepen?
    We moeten eerst het evangelie begrijpen, dan geloven; Laat je dan zo snel mogelijk dopen. (Zie Markus 16:16; Handelingen 8:12).
  5. Spreekt de bijbel over baby’s die gedoopt worden?
    Nee, nooit. Baby’s zijn niet in staat om te geloven; daarom kunnen ze niet goed gedoopt worden. (Zie Handelingen 8:12 en let op de woorden « toen zij geloofden » en « zowel de mannen als de vrouwen »
  6. Is het juist iemand te dopen door water over iemand te sprenkelen of te gieten?
    De Heer Jezus en zijn discipelen werden vlak onder water gedompeld, en dat zouden wij ook moeten zijn. (Zie Mattheüs 3:16; Handelingen 8:38-39).

+

Voorgaande

  1. Wat als
  2. Het spirituele “kledingstuk” voor onze ziel
  3. Wij moeten getrouw aan God zijn
  4. Getrouwen aan God laten zich dopen
  5. Op weg naar het altaar van de wereld
  6. Wat zegt de Bijbel over de doop?
  7. Zich kandidaat stellen voor de ware doop
  8. De klaarstaande doopkandidaat
  9. Kinderdoop tegenover doop als volwassene #1 Kinderdoop
  10. Kinderdoop tegenover doop als volwassene #2 De tienerdoop
  11. Kinderdoop tegenover doop als volwassene #3 Volwassendoop

Kinderdoop tegenover doop als volwassene #2 De tienerdoop

communion - baptism renewal
Photo by Wilson Pinto on Pexels.com

 

In bepaalde protestantse kerken wordt er, zoals bij ons, uitgegaan dat men voldoende kennis moet opgedaan hebben over God en Zijn Volk, alsook over de Schrift en het geloof, zodat men minstens in de tienerjaren moet zijn om een keuze te maken.

In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat een klein kind dopen aan dat kind niets bijdraagt om het te helpen bij zijn of haar geloof te ontwikkelen. Ook al mag de kinderdoop een „onheuglijk lange traditie” kennen, moeten we beseffen dat bepaalde tradities het woord van God krachteloos hebben gemaakt ter wille van hun overlevering. (Matthéüs 15:6)

Als kinderen opgroeien komen bij hen heel wat vragen over God en gebod. Tijdens hun zoektocht omtrent God en geloof kan het zo ver komen dat zij zich graag aan God willen opdragen. Hiertoe maken zij dan soms de keuze om zich te gaan laten dopen in de kerkgemeenschap waarin ze zijn opgegroeid.

Als zij dan later een andere kerkgemeenschap leren kennen en zich daar beter thuis voelen, vragen zij zich dikwijls af waarom ze zich opnieuw moeten laten dopen. Daarbij vergeten ze dikwijls wat er bij hun eerste doopsel aan hen gevraagd is geworden, of waaraan ze zich toen moesten voldoen.

Bij het het doopsel van een zuigeling wordt volgens sommige kerken, op grond van het levende geloof van de ouders als het ware een voorschot genomen op het geloof dat het het kind van vader en moeder zal krijgen overgedragen. Het is om die reden  dat wanneer het christelijk geloof volstrekt afwezig is bij één van de ouders of bij beide ouders, of wanneer de ouders niet in willen staan voor de geloofsontwikkeling van hun kind, dat de Kerk daarom het doopsel uitstelt. Indien dan die kinderen op een leeftijd komen waarbij ze zelf beslissingen kunnen nemen, staan die kerken dan open om hen te dopen.

Gereformeerde kerkgangers willen regelmatig de overstap maken naar een baptistengemeente en daar graag volledig lid willen worden, maar hebben dan wel moeite met het ‘herdopen’ of ‘overdopen’. Als de personen in de middelbare school komen te zitten, worden ze nog meer met allerlei vragen over levenshouding en geloof geconfronteerd.

Door de eeuwen heen was de kinderdoop verreweg het populairst geworden, maar sinds eind vorige eeuw zijn er toch meer vragen gekomen over de waarde van zulke doop en of men niet beter naar een geloofsdoop zou over gaan. Over die geloofsdoop zijn de meningen ook zeer uiteenlopend. Daarvan wordt gezegd dat het niet alleen een persoonlijke keuze is, maar dat God de doopkandidaat zelf zou uitgekozen hebben. Dat laatse mag de doopkandidaat dan zulk intens gevoelen geven dat deze jaren later er nog van overtuigd is dat omdat God hem of haar heeft uitgekozen en geen nieuwe doop moet plaats vinden.

Ik geef toe dat bepaalde jongeren werkelijk overtuigd zijn dat ze de juiste keuze hebben gemaakt bij hun tienerdoop, en dat ze toen wel degelijk alles begrepen waarover het ging. Het kan dan ook gerust zijn dat een dopeling toenertijd bij de tienerdoop ook daadwerkelijk geloofde in een Enige God, maar daar niet verder bij nadacht of zijn of haar kerkgemeenschap ook zo over een Enige Ware God dacht. Dikwijls waren hun gedachten zodanig verweven met de doctrines van de kerk waar ze toebehoorden. Ze stonden er dan ook niet stil bij het al dan niet bestaan van drie verschillende entiteiten van hun godheid die ook over « wij » sprak, dus volgens hen het ook over Christus Jezus had.

Aanhangers van de kinderdoop zien in die handeling een gelijkenis met de vroegere besnijdenis. In het Oude Testament werd van elk joods jongetje op de achtste dag na zijn geboorte als teken van het verbond tussen God en Israël, conform Gen. 17:10-12 en Lev. 12:3 een besnijdenis uitgevoerd op baby’s, waarbij dan een klein cirkeltje vlees van de voorhuid (het losse schuifbare omhulsel) van de penis weggesneden wordt. In vele christelijke gemeenschappen zien ze dan de doop als het teken van het nieuwe verbond. Volgens die kerken zijn de beloftes van het nieuwe verbond groter dan die van het oude verbond, en daarom zeggen zij dat

het zou vreemd zijn om te denken dat de beloftes in het Oude Testament wel betrekking hebben op de kinderen, maar die van het Nieuwe Testament niet.

Doopsgezinden of baptisten, zoals de Brethren en Brothers in Christ of Broeders in Christus (of Christadelphians) praten graag over de doop als een getuigenis van persoonlijk geloof, en wijzen kinderdopers erop dat de Bijbel de idee van pasgeborenen te dopen nooit aanhaalt.

Terwijl niet-trinitariërs de doop als een actief gebeuren aanschouwen waarbij de doopkandidaat te kennen geeft een persoonlijke relatie aan te gaan met God en deelgenoot te worden van de gemeenschap van volgelingen van Christus, vinden de aanhangers van de kinderdoop dat men niet actief in de doop is, maar passief. Volgens hen wordt de doop ontvangen en wordt het doopsel door de kerk toegediend in de naam van God. Daarom zien kinderdopers de doop als een handeling van God waarin Hij Zijn beloftes geeft aan de persoon die gedoopt wordt.

Natuurlijk kan God zijn beloftes zowel aan kinderen als aan volwassenen geven, maar de instelling van het doopsel is een handeling die al voor Jezus openbare leven werd uitgevoerd onder volwassen mensen, als teken van hun overgave aan God. Zo ook liet Jezus zich door Johannes de Doper in de rivier de Jordaan volledig onderdompelen, als teken van overgave aan zijn hemelse Vader.

Bij de Christadelphians wordt er van de doopkandidaat ook verwacht dat deze een teken van volledige overgave aan God in de gemeenschap uitvoert. Hierbij wordt dan het doopritueel een bevestiging van dat verbond met God maar ook van een verbintenis van de gemeenschap van Broeders en zusters in Christus.

Wij kunnen begrijpen dat indien iemand gedoopt is in een Pinkstergemeenschap en enkel de volgende vragen gesteld kreeg

  • Geloven jullie in God de Vader, onze Schepper en Verlosser?
  • Willen jullie Jezus Christus volgen, Zijn Zoon, onze gekruisigde en opgestane Heer?
  • Vertrouwen jullie je toe aan de heilige Geest, die ons leven vernieuwt?
  • Verlangen en beloven jullie met de gemeente, verenigd rondom Schrift en Tafel, de Heer trouw te dienen in de opbouw van Zijn kerk en de komst van Zijn Koninkrijk?

dat men gerust ook « Ja » kon antwoorden als men werkelijk geloofde in de Enige Ware God, de hemelse Vader van Jezus Christus. Zodoende kon dat doopritueel een echte overgave zijn aan God.

Voor zulke gedoopten zal die doop dan ook werkelijk een overgave en verbintenis met God geweest zijn. Hun actie is dan daadwerkelijk een verbintenis met Die Enige Ware God die slechts één is.

Maar omdat hun doop verricht is in een trinitarische Kerk kan het voor anderen onduidelijk zijn of zij zich werkelijk overgegeven hebben aan het Ware Geloof. Vooral als zij na die doop nog lang in die gemeenschap vertoefd hebben en daar liederen hebben mee gezongen waar Jezus als God wordt verheerlijkt.

In meerdere Pinkstergemeenten zingt men trouwens na het doopsel een lied waarbij men zegt neer te knielen voor Jezus, die zij aanschouwen als hun Heer (God). Zulk een aanbidding van Jezus kan helemaal niet en indien een vroeger lid van een trinitarische kerk dan ook lid wil worden van onze Christadelphian beweging, zal die persoon moeten overgaan tot het afsluiten van dat oude leven en het nieuwe leven moeten binnengaan door volledige onderdompeling in het water en bekentenis van het aanhouden van slechts één Ware God, de God van Abraham, God van Isaak en Jakob, die ook de God van Jezus Christus is.

https://cdn.britannica.com/40/106440-050-ECD9C989/youths-street.jpgDe tienerjaren zijn een niet te onderschatten periode van geloofsonderzoek en ontwikkeling. Het is een belangrijke fase in het leven: een tijd van intense emoties en van creativiteit, een fase waarin sociale contacten erg belangrijk zijn.
Het is ook een tijd van ‘wikken en wegen’ en waar het kind zelf een persoonlijke keuze wil maken, vrijgevochten van de wil van de ouders. Dat maakt dat op gebied van geloof de kinderen tijdens de adolescentie een heel andere weg kunnen uitgaan dan hun ouders.

Wij zijn er van overtuigd dat kinderen in de tienerleeftijd hun vriendschap met Jehovah willen gaan verdiepen. Hiertoe zal het gerust gebeuren dat zij met een doop aan hun hemelse vader duidelijk willen maken war zij staan. Die keuze moeten we respecteren.

Bij het over gaan naar een andere kerkgemeenschap komt het er echter ook op aan of de gedachten bij het doopritueel overeenstemmen met de gedachten van de nieuw gekozen kerkgemeenschap.

Grootste vraag is of zij bij hun tienerdoop werkelijk zijn gegaan voor de God van de Bijbel die wij als Broeders in Christus hoog in ons hart willen dragen.

Het kan lastig zijn als men het gevoelen krijgt dat het ondergane doopsel niet erkend is. Maar men moet het dan eerder zien dat men bij een herdoping nu ook aangeeft dat men als Broeder of Zuster in Christus door het leven wil gaan, ten dienste van  Jehovah, de enige Ware God.

Met zich over te geven aan een herdoping stelt men zich bescheiden op, en is het die nederige overgave aan God die te bewonderen valt. Met nu over te gaan op een volwassen doop maakt men het duidelijk dat men zijn leven wil opdragen aan God.

De voorbereidingstijd naar dat doopsel kan dan een mooie tijd zijn waarin ze geestelijk groeien, net zoals het voor Jezus was. (Lees Lukas 2:52.)

+

Voorgaande

  1. Wat als
  2. Het spirituele “kledingstuk” voor onze ziel
  3. Wij moeten getrouw aan God zijn
  4. Getrouwen aan God laten zich dopen
  5. Op weg naar het altaar van de wereld
  6. Wat zegt de Bijbel over de doop?
  7. Zich kandidaat stellen voor de ware doop
  8. De klaarstaande doopkandidaat
  9. Kinderdoop tegenover doop als volwassene #1 Kinderdoop

++

Aanvullende lectuur

  1. Overdenking: Elke Schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven
  2. De Enige Ware God
  3. Geloof in slechts één God
  4. God boven alle goden
  5. Heilige Drievuldigheid of Drie-eenheid
  6. De Almachtige God der goden, groter dan en hoog verheven boven alle goden
  7. Erkenning van Jehovah’s soevereiniteit
  8. Antwoord op Vragen van lezers: God die zegt “Wij”
  9. Lofzang tot God de Allerhoogste Koning Die boven alle goden is
  10. God is mijn toevlucht, mijn fort en sterkte, op Hem zal ik vertrouwen
  11. God, Jezus Christus en de Heilige Geest
  12. Jezus zoon van God
  13. Christus Jezus de zoon van God
  14. Jezus de gezonden afgezant van God
  15. Jezus Christus in het vlees gekomen
  16. Christus in Profetie #1 De Knecht in Jesaja (1)
  17. Christus in Profetie #4 De Knecht in Jesaja (4) Heilbezorger, Knecht en Messias
  18. Christus in Profetie #6 De Knecht in Jesaja (6) Gezalfde voorzegd
  19. Christus in Profetie #8 De psalmen (2B) De Gezalfde goede herder spreekt
  20. Zalving van Christus als profetische repetitie van de begrafenisrituelen
  21. Tijd voor dit en dat
  22. Uiterlijke kennis van groot belang
  23. Nodige aanmaning of aansporing
  24. De ‘achterdeur’ van de evangelische beweging
  25. De geest wordt niet zwak, maar het instrument verslijt
  26. Geestelijke vorming tot heiligheid #1
  27. Uitzonderingen die de regel bevestigen
  28. Zich onder de Adem stellen
  29. Uitvoering van dienst
  30. De te winnen parel
  31. Broeders in Christus of Christadelphians – Wie zijn ze
  32. Christadelphian mens – wie of wat

Kinderdoop tegenover doop als volwassene #1 Kinderdoop

baby baptism
Photo by Pixabay on Pexels.com

 

Kinderdoop was vast en zeker niet een gebeurtenis waaraan mensen zich in de eeuwen voor Christus alsook niet de eerste eeuwen na Christus aan hielden.

De kinderdoop raakte pas geruime tijd na de dood van de apostelen in zwang. Het was aan het eind van de tweede eeuw dat de kerkvader Tertullianus betoogde:

„Laten [kinderen] christenen worden wanneer het voor hen mogelijk is geworden Christus te leren kennen.”

Aldus verwachte die kerkvader ook dat de kinderen bij het volle verstand moesten zijn om een keuze te maken voor Christus.

Tegen de vijfde eeuw begon men te geloven dat de mens verdoemd was door de ‘erfzonde‘. Volgens de katholieke Kerk was er de persoonlijke zonde van Adam en Eva, welke in de andere mensen een natuurzonde werd, een zonde, die verbonden is aan hun menselijke natuur en over gaat van mens tot mens. Volgens de katholieke Kerk zijn allen die geboren worden belast met de erfzonde en een toestand van vijandschap met God. Iedereen is ermee opgezadeld.
Zo werden zuigelingen ook als verdoemden beschouwd zo lang ze niet gedoopt waren. De ’erfzonde’ werd een even vaststaand aspect van het katholicisme als de biecht. Die katholieke Kerk beschouwde elk niet gedoopt wezen als een verdoemd persoon en stond er daarom op dat elk kind van kleins af gedoopt zou worden, zodat het ‘in de hemel zou kunnen komen’. Volgens de katholieke opvatting kan men alleen door Christus van die erfzonde worden verlost.

Volgens de Katholieke Kerk is het de voorkomende genade van God die de mens opneemt, dat dan bij een kind, dat geen actueel geloof heeft, vergiffenis van zonde kan bezorgen:

te meer waar het deze zonde buiten zijn wil, door de generatie, heeft opgedaan en het evenzeer onder de verlossing van Christus valt.

Elke baby die stierf voordat deze gedoopt werd, werd beschouwd als een vervloekt kind dat niet in geweide grond mocht begraven worden. Dikwijls werden mensen gedwongen om hun kinderen te laten dopen, zodat deze konden gered worden van het ’hellevuur’. Waarbij dat ‘hellevuur‘ het vuur van een plek zou zijn waar de ziel van daartoe veroordeelde overledenen naartoe zou gaan, namelijk de hel, waar de zondaars eeuwig in zouden branden.

De kinderdoop veranderde van een populair gebruik in een officieel instrument tot redding, een instrument dat het protestantisme als erfenis zou meenemen.

Hoewel er geen Schriftgegeven is, dat uitdrukkelijk melding maakt van een kinderdooppraktijk, vindt de Kerk toch in het feit van deze praxis, als zijnde van apostolische traditie, de norm en de concretisering van een openbaringsgegeven, zoals dat ook in de Schrift in algemenere zin is geformuleerd. {Katholicisme encyclopedie over kinderdoop}

Het is echter verkeerd te denken dat God onschuldige kinderen voor eeuwig zou laten afzien onder een verschrikkelijke marteling van eeuwig vuur. Baby‘s kunnen namelijk nog niets verkeerds gedaan hebben, dus waarom zouden zij gestraft worden voor de fouten van anderen?

In 1951 hield paus Pius XII een rede voor een groep vroedvrouwen waarbij hij de geloofsovertuiging bevestigde dat

„de staat van genade op het ogenblik van de dood absoluut noodzakelijk is voor redding.”

Voor hem was het duidelijk dat er enkel genade kon komen over dat pas geboren kind, indien het boven de doopvont was gehouden. Hij ging zelfs zo ver, dat er voor dat doopritueel geen priester moest optreden, omdat het zo vlug mogelijk na de geboorte moest plaats grijpen. Hij moedigde de vroedvrouwen aan de dooprite zelf te verrichten als het waarschijnlijk leek dat een pasgeboren baby zou sterven.

„Verzuim dus niet deze barmhartige dienst te verlenen”,

drukte hij hun op het hart. In dezelfde trant waarschuwde het Vaticaan in 1958 in kernachtige bewoordingen dat

zuigelingen zo spoedig mogelijk gedoopt moeten worden”.

Niettemin ontbrandde de strijd opnieuw na het beroemde Tweede Vaticaanse Concilie, ook wel bekend als Vaticanum II, gehouden van 11 oktober 1962 tot 8 december 1965. De kerk deed een verrassende poging om zowel op het conservatieve als op het liberale standpunt vat te krijgen.

’De doop is absoluut noodzakelijk voor redding’,

zei het concilie. Maar merkwaardigerwijs was redding ook mogelijk voor hen

„die buiten hun eigen schuld het evangelie van Christus niet kennen”.

In aansluiting hierop herzag de kerk vervolgens de rite voor de kinderdoop. Onder meer hadden de priesters voortaan de keus om de doop te weigeren als de ouders van het kind niet beloofden het kind katholiek op te voeden. Ook als een van de partners geen katholiek was werd er moeilijk gedaan om hun baby te dopen. Dat zou dan inhouden dat die Katholieke Kerk de redding van een pasgeborene tegen hield. Zeker als men rekening hield met wat het Vaticaan verder uitvaardigde betreft de „Instructie voor de kinderdoop” , waarin werd verklaard:

„De Kerk . . . kent buiten de doop geen middel om de kinderen van toegang tot eeuwig geluk te verzekeren.”

De bisschoppen kregen opdracht

„al wie . . . van het traditionele gebruik is afgeweken, tot dit gebruik terug te brengen”.

Later begon de Katholieke Kerk toe te geven dat baby’s die ongedoopt sterven de Kerk hen slechts aan Gods genade kan toevertrouwen.

In ieder geval moet men weten dat een zuigelingen doop geen verzekering is dat die baby zou gaan opgroeien als een waardige christen. Een klein kind dopen, helpt hem niet zijn geloof te ontwikkelen. Ook al zouden de ouders goed gelovende mensen zijn, betekent dat nog niet dat hun kinderen zeer goed gelovend gaan zijn, noch op het juiste pad hun weg zouden gaan vervolgen.

Baptême, doop
The baptism of Christ by Library of Congress is licensed under CC-CC0 1.0

Volgens ons is de kinderdoop helemaal niet volgens de Bijbelse leer. In de Heilige Schrift lezen we over volwassenen die zich laten dopen. Jezus liet zich ook door Johannes de Doper op latere leeftijd dopen. Diezelfde Jezus die in de rivier de Jordaan gedoopt was verzocht zijn leerlingen om ook uit te gaan en verder leerlingen te maken en deze te dopen. (Matthéüs 28:19).

Een baby kan niet kiezen voor God en weet helemaal niets over God en gebod. Het moet trouwens nog alles leren. Bij de geboorte is er de maagdelijke onschuld en totaal geen besef van wat geloof eigenlijk inhoudt.

Mensen die zeggen dat zij als baby al gedoopt zijn moeten beseffen dat die doop eigenlijk niets zeggend is en niet als een waardige doop kan aangenomen worden. Zij zelf hebben namelijk dan nog nooit de bekentenis afgelegd om voor de Enige Ware God te kiezen. Trouwens zijn ze gedoopt geworden in een kerkgemeenschap die niet volgens de Bijbelse normen en waarden leeft en zelfs niet de God van Christus aanbidt, welk toch een minimum vereiste is.

+

Voorgaande

  1. Het spirituele “kledingstuk” voor onze ziel
  2. Wij moeten getrouw aan God zijn
  3. Getrouwen aan God laten zich dopen
  4. Op weg naar het altaar van de wereld
  5. Wat zegt de Bijbel over de doop?
  6. Zich kandidaat stellen voor de ware doop
  7. De klaarstaande doopkandidaat

++

Aanvullende lectuur

  1. Betreft de Mens
  2. Mens, mensheid en mensdom
  3. Bereshith 3:20-24 Moeder van al wat leeft + Cherubs en verjaging uit de Gan Eden
  4. Bereshith 4:24-26 Adams zoon Seth zijn zoon Enosj en begin van aanroeping van Gods Naam
  5. Het begin van Jezus #2 Aller Begin
  6. Het begin van Jezus #3 Voorgaande Tijden
  7. Gods vergeten Woord 5 Verloren Wetboek 4 De ‘katholieke’ kerk
  8. Kuddedier doet liever wat het niet mag
  9. Wie brengt het Kwaad over ons
  10. Wonder van voorzienigheid
  11. Broeders en Zusters in Christus door de eeuwen heen #5 Apologeten
  12. Broeders en Zusters in Christus door de eeuwen heen #7 Afstandelijken, donatisten en arianisten
  13. Broeders en Zusters in Christus door de eeuwen heen #8 Concilie van Constantinopel
  14. Broeders en Zusters in Christus door de eeuwen heen #9 Controverse betreft doop
  15. Broeders en Zusters in Christus door de eeuwen heen #12 Anabaptisten
  16. Broeders en Zusters in Christus door de eeuwen heen #13 Hutterieten of Hutteriaanse Broeders, Boheemse Broeders en Broederschap van eenheid
  17. De Ekklesia #9 Daad van geloof
  18. De Ekklesia #10 Addendum 1: een moderne theocratie?
  19. Zelfverloochening en witwassen door doop
  20. Doopsel en bloedvergieten ter vergeving
  21. Er kan iets vreemds gebeuren als u onder Christus komt
  22. Willem J. Ouweneel wil ware volgers van de echte Jezus niet als christenen erkennen
  23. Christen worden iets anders dan lid worden van een kerk.
  24. Lam van God #1 Sprekers voor God
  25. 1 en 14 Nisan – Herinnering van oude wereld en denken aan nieuwe wereld
  26. Zet het gehele pantser op van God
  27. Het credo van de Christadelphian