De foute beslissing

Voorgaand

Donkerte, vormloosheid, chaos en orde

De eerste opdracht voor de mens

Een heerlijke tuin voor de mens

Een bezit op aarde in alle zaligheid

Bijbelteksten bij: Een bezit op aarde in alle zaligheid

 

Genesis betekent « oorsprong » of « aanvang » en dat boek brengt ons een verslag van het begin van de wereld, van de mensheid, van families en beschaving. Het is het verhaal van Gods Doel en laat ons in Zijn Plan kijken.

Dat eerste boek uit de Heilige Schrift leert ons dat de aarde van oorsprong goed gemaakt en zuiver was. In de prachtige Tuin van Eden [Eden = ‘prachtig’] plaatste Jehovah de mens. Deze moest aan niets te kort komen. De mens was als het ware de kroon op God Zijn scheppingswerk.

In die prachtige tuin in het Oosten zorgde God ervoor dat daar allerlei prachtige bomen met heerlijke vruchten groeiden. In het midden van de tuin stonden de boom van eeuwig leven en de boom van kennis van goed en kwaad (of moraal)

“Hij liet uit de aarde allerlei bomen opschieten die er aanlokkelijk uitzagen, met heerlijke vruchten. In het midden van de tuin stonden de levensboom en de boom van de kennis van goed en kwaad.” (Ge 2:9 NBV)

Het was daar in de tuin dat de mens de eerste opdrachten te horen kreeg; namelijk zorg te dragen over alles wat God ter zijner beschikking had gesteld. Van alle bomen in de tuin mocht de mens vrijelijk eten. Maar nu kreeg de mens ook een eerste verbod te horen. Jehovah gebood hen niet van de boom van kennis van goed en kwaad te eten. Hierbij gaf Hij ook de reden op. Want als zij dat zouden doen zouden ze dood gaan.

“16  Hij hield hem het volgende voor: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, 17 maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’” (Ge 2:16-17 NBV)

Met dat in het hoofd vroeg de vrouw zich wel af of God hen iets achter zou houden. In haar hoofd kwamen allerlei gedachten op. Het was zelfs vreemd voor haar dat God hen had gezegd dat zij die boom zelfs niet mochten aanraken, want dan zouden ze ook dood gaan.

In haar hoofd begonnen haar hersenen te werken om haar te misleiden. Onder de vorm van een slang kreeg ze zo een stem te horen welke haar deed geloven dat God loog.

“1  .. de slang … vroeg aan de vrouw:

‘Is het waar dat God gezegd heeft dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’

2 ‘We mogen de vruchten van alle bomen eten, ‘antwoordde de vrouw, 3 ‘behalve die van de boom in het midden van de tuin. God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten of ze zelfs maar aan te raken; doen we dat toch, dan zullen we sterven.’

4 ‘Jullie zullen helemaal niet sterven, ‘zei de slang. 5 ‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’” (Ge 3:1-5 NBV)

Wat was het verleidelijk om de ogen geopend te krijgen en zoveel kennis te mogen hebben als God. De vrucht was erg aantrekkelijk, en zo duurde het niet lang voordat Eva aan haar gedachten toegaf en de vrucht van die levensboom te eten nam.

“6  De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan. 7 Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van.” (Ge 3:6-7 NBV)

Adam en Eva hadden nu kennis gekregen en besef over dingen, waarbij ze te weten kwamen wat goed en wat slecht was. Regels van moraal waren nu door het eten van die vrucht in hun leven gekomen. En hun daad tegen de verordening van God noemen we ‘zondigen’ of ‘zondigheid’, en maakte van hen een satan, of tegenstander van God.

Het kwaad had de intrede gemaakt in de eerste mensen, maar daardoor in al hun nakomelingen en aldus de gehele mensheid.

 

+

Voorgaande Nederlandstalig artikels

  1. Dankzegging voor de mooiheid van Gods schepping
  2. Wij mogen niet vergeten hoe Israel in Gods Plan blijft passen

++

Kom ook te lezen

  1. Terugblikkend op de eerste mens en eerste gebeurtenissen 1 Ontstaan en plaatsing eerste mens
  2. Het begin van alles
  3. Voorziening van leven
  4. De Adem van God tot bestaan, leven en tot relatie brengend
  5. Bereshith 2:4-14 Adem en leven plaatsing door de Elohim God
  6. Bereshith 2:15-25 De mens geplaatst in de tuin van Eden
  7. Mensheid – homo sapiens
  8. Ontmoeting met: Adam en Eva
  9. Uit- en In- Ademen
  10. Voorzieningen voor de keuzes van de mens
  11. Keuze van levende zielen tot de dood
  12. Een Boom van kennis wordt een Boom van moraal
  13. Terugblikkend op de eerste mens en eerste gebeurtenissen 2 Daad van ongehoorzaamheid eerste mens
  14. Bereshith 3:1-5 De grote misleiding
  15. Bereshith 3:1-6 Het bedrog
  16. Bereshith 3:7-13 De Zondeval
  17. Bereshith 3:20-24 Moeder van al wat leeft en gevolgen van haar keuze
  18. Gedachte voor 2 januari 2018
  19. Gedachte voor 3 januari 2018
  20. Een goddelijk Plan #4 Beloften
  21. Een goddelijk Plan #5 Gods doel met de Schepping
  22. Wie brengt het Kwaad over ons
  23. Bron(nen) van kwaad
  24. Wie zijn verlangen opvolgen
  25. Fragiliteit en actie #1 Ongehoorzaamheid van Geschapene
  26. De weg van God of de weg van de wereld?
  27. Wees niet verstrikt
  28. De Falende mens #1 Voor en na zondvloed
  29. Enkele kernpunten van het Christelijk geloof

Bijbelteksten bij: Een bezit op aarde in alle zaligheid

Bijbelfragmenten aanvullend op: Een bezit op aarde in alle zaligheid

 

“En mi ka maak Joe Naam bekent na sender, en will maak die bekent; voor dat die Liefde, met die Joe hab mi lief, kan wees nabinne sender, en mi nabinne sender.” (Joh 17:26 negerhollands)

“As God kleed dan die Gras op die Veld soo, die staan doch van Dag, en morg die word gegooyt nabinne die Oven, Em no sal doe die dan veelmeer na dender? O jender Kleengloosigen” (Mt 6:30 negerhollands)

“As dan God Kleed die Gras soo, die staan van Dag op die Veld, en morg die word gegooyt nabinne die Oven, hoe veel meer Em sal kleed jender, o jender Kleengloosigen?” (Lu 12:28 negerhollands)

“Maar na Em, die eewig Koning, die onverganglik en onsichtbaar en alleen wies God, wees Eer en Heerlikheid in all Eewigheid. Amen.” (1Ti 1:17 negerhollands)

“En a sweer by Em, die leev van Eewigheid tot Eewigheid, die ka maak die Hemel, en wat ben nabinne, en die Aarde, en wat ben nabinne, en die See, en wat ben nabinne, dat verder no sal wees een Tid meer.” (Opb 10:6 negerhollands)

“Want God ka hab die Werld soo lief, dat Em in gie si eenig gebooren Soon, voor dat allemaal, die gloof na Em, no sal word verlooren, maar sal hab die eewig Leev.” (Joh 3:16 negerhollands)

“En doch Em no ka lat Em selv sonder Getugnis, Em ka doe na ons moeschi Goets, en van die Hemel Em ka gie na ons Regen en vruchtbaare Tid, en ka vervoell ons Herten met Kost en Vrolikheid.” (Hnd 14:17 negerhollands)

“Welk, voordoor Em ben die Afskiensel van si Heerlikheid, en die express Evenbeeld van si Selvstandigheid, en draag allemaal Dingen met si krachtig Woord, en ka maak die Reiniging van ons Sonden, door Em selv, set na die rechter Hand van die Majesteit in die Hoogte.” (Heb 1:3 negerhollands)

“Na dieselvde Uur Jesus a kom bli in die Geest, en a see: Mi pries Joe, Vader en Heere van die Hemel en Aarde, dat Joe ka verberg deese Dingen voor die Wiesen en Verstandigen, en ka openbaar die na die Onmondigen. Ja Vader, even soo die a wees die Welbehagen navoor Joe.” (Lu 10:21 negerhollands)

“Maar God ka kies ut, wat ben dwaas navoor die Werld, dat Em a will maak die Wiesen beskaamt; en God ka kies ut, wat ben swak navoor die Werld, dat Em a will maak die Sterke beskaamt;” (1Co 1:27 negerhollands)

“Met die, dat die Dingen van God, die no ben vor kik, die ben, si eewig Kracht en Godheid, kom bekent, en ben vor kik, as Volk neem die waar, na die Werken, naamelik na die Skepping van die Werld; soo, dat sender hab niet een Excus.” (Ro 1:20 negerhollands)

“Voor dat jender kan wees Kinders van jender Vader, die ben nabinne die Hemel. Want dieselvde lat si Son kom op over die Quaajen en over die Goejen, en lat vall Regen over die Rechtveerdigen en Onrechtveerdigen.” (Mt 5:45 negerhollands)

“Die eerste Mensch ben van die Aarde, en aardsch, die tweede Mensch ben die Heere van die Hemel.” (1Co 15:47 negerhollands)

“Voordaarom mi see na jender: No draag Sorg voor jender Leev, wat jender sal jeet, of wat jender sal drink; ook niet voor jender Lichaam, wat jender sal doe aan. Ben dan die Leev niet meer as die Kost? en die Lichaam meer as die Kleeding?” (Mt 6:25 negerhollands)

“Salig ben die Vredemaakers; want sender sal word genaamt Kinders van God.” (Mt 5:9 negerhollands)

“Heere, Joe ben waerdig vor ontvang Heerlikheid, en Eer, en Kracht: want Joe ka maak allegaar Goed, en door Joe Will allemaal Dingen ben da, en ben geskapen.” (Opb 4:11 negerhollands)

“Lat jender licht skien soo navoor die Menschen, dat sender kan kik jender goeje Werken, en verheerlik jender Vader, die ben nabinne die Hemel.” (Mt 5:16 negerhollands)

“En die a see met groot Stem: Vrees God, en gie na Em die Heerlikheid, want die Uur van si Oordeel ka kom; en bed aan Em, die ka maak die Hemel en die Aarde, en die See en die Water-Springen.” (Opb 14:7 negerhollands)

“En elk Creatur, die ben nabinne die Hemel, en op die Aarde, en na onder die Aarde, en nabinne die See, en allegaar, wat ben nabinne dieselvde, mi a hoor see: Na Em, die set op die Troon, en na die Lam wees die Dank, en die Eere, en die Heerlikheid, en die Macht van Eewigheid tot Eewigheid.” (Opb 5:13 negerhollands)

“En a see: Amen, die Segen, en die Heerlikheid, en die Wiesheid, en die Dank, en die Pries, en die Kracht, en die Sterkte, wees na ons God, van Eewigheid tot Eewigheid. Amen!” (Opb 7:12 negerhollands)

“En a see: Ons dank Joe, Heere, allmachtige God; die ben, en die a wees, en die sal kom, dat Joe ka neem aan Joe groote Kracht, en regeer as Koning.” (Opb 11:17 negerhollands)

“En mi a hoor een groot Stem, die a see nabinne die Hemel: Noe die Heil, en die Kracht, en die Koningrik, en die Macht ka kom van ons God, en van si Christus, voordoor die Verklaager van ons Broeders ben neer gegooyt, die a verklaag sender navoor God, Dag en Nacht.” (Opb 12:10 negerhollands)

“En vor verlicht allemaal, voor dat sender kan bemerk, welk ben die Gemeenskap van die Verborgenheid, die ka wees verborg van die Begin van die Werld, in God, die ka maak allemaal Goed, door Jesus Christus.” (Efe 3:9 negerhollands)

“Naader na God, soo Em sal naader na jender. Reinig jender Handen, jender Sondaars! en maak jender Herten kuisch, jender dobbelhertige!” (Jak 4:8 negerhollands)

“Want sender no ken die Gerechtigheid van God, en soek vor recht op sender eigen Gerechtigheid, en volgens die, sender no ben onderdaanig na die Gerechtigheid van God.” (Ro 10:3 negerhollands)

“Verders, as ons a ka hab die Vaders van ons Vleesch tot Kasteyers, en ons a respecteer sender; ons sal wees dan niet veel meer onderdaanig na die geestlik Vader, dat ons leev?” (Heb 12:9 negerhollands)

“Gie Eer na elkeen. Hab die Broederskap lief. Vrees God. Eer die Koning.” (1Pe 2:17 negerhollands)