Essentiële kennis voor de doopkandidaat #2 Over Jezus en onze positie

Thought - Gedachte - Pensée - Mawazo (man kijkend naar de bergen in landschap - zonder opschrift)

 

Indien mensen zich graag willen aansluiten bij de Broeders in Christus of de Christadelphians, moeten zij er toe over gaan om te bewijzen dat zij Jezus Christus willen volgen en dat zij ook alle Bijbelse geloofspunten aanvaarden. Om volwaardig lid te worden van de Christadelphiaanse gemeenschap verzoeken we de kandidaten om enkele belangrijke vragen te kunnen beantwoorden, zodat we een duidelijk beeld krijgen van wat zij werkelijk geloven.

Een Bijbels geloof is essentiëel vooraleer men gedoopt kan worden. De voornaamste punten gaan God aan. Hiervoor gaan we op zoek wat de kandidaat denkt over God. Daarnaast willen we zien of ze een duidelijk beeld hebben van Wie of Wat de Heilige Geest is.
Vervolgens willen we zien dat de doopkandidaat duidelijk beseft wie Jezus Christus is en wat deze persoon voor de mensheid heeft gedaan.

Heilige Schrift of Bijbel, geïnspireerd Woord van God

Van diegene die Christadelhian wil worden verwachten we dat deze gelooft dat hij of zij door de genade van God hier op aarde lid kan zijn van Zijn familie die getrouw wil zijn aan Gods Woord, dat wij weten te vinden in de Heilige Schrift.

“Aan de heiligen in Kolosse, gelovige broeders en zusters die één zijn in Christus. Genade zij u en vrede van God, onze Vader.” (Colossenzen 1:2 NBV)

“16 Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven, 17 zodat een dienaar van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig is toegerust.” (2 Timotheüs 3:16-17 NBV)

“20 Besef daarbij vooral dat geen enkele profetie uit de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat, 21 want nooit is een profetie voortgekomen uit menselijk initiatief: mensen die namens God spraken werden daartoe altijd gedreven door de heilige Geest.” (2 Petrus 1:20-21 NBV)

Zonden van de mens en de Gezonden zoon van God

In dat geïnspireerde boek kunnen we de geschiedenis vinden van Gods Volk en van Zijn gezonden zoon, welke zich heeft gegeven voor de hele mensheid hun fouten, zodat deze gered kunnen zijn en zich weer kunnen aanbieden om Gods Koninkrijk of het aards Paradijs binnen te treden, ook al zijn we allemaal van nature zondaars.

“21 Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen slechte gedachten, ontucht, diefstal, moord, 22 overspel, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid; 23 al deze slechte dingen komen van binnenuit, en die maken de mens onrein.’” (Markus 7:21-23 NBV)

“13  Wie in verleiding komt, moet niet beweren: ‘Die verleiding komt van God.’ Want God stelt niemand aan verleiding bloot, zoals hij zelf ook niet door iets slechts in verleiding kan worden gebracht. 14 Iedereen komt in verleiding door zijn eigen begeerte, die hem lokt en meesleept. 15 Is de begeerte bevrucht, dan baart ze zonde; en is de zonde volgroeid, dan brengt ze de dood voort.” (Jakobus 1:13-15 NBV)

Schuldloze

Ook al zijn wij allemaal zondige personen is er één mens die helemaal geen zonden begaan heeft. Hij heeft nooit toegegeven aan de tegenstander van God (welke symbolische figuur ook Satan noemt).

“Hij liep nog een stukje verder, knielde toen en bad diep voorovergebogen: ‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt.’” (Mattheüs 26:39 NBV)

“Omdat die kinderen mensen zijn van vlees en bloed, is de Zoon een mens geworden als zij om door zijn dood definitief af te rekenen met de heerser over de dood, de duivel,” (Hebreeën 2:14 NBV)

“Want de hogepriester die wij hebben is er een die met onze zwakheden kan meevoelen, juist omdat hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, met dit verschil dat hij niet vervallen is tot zonde.” (Hebreeën 4:15 NBV)

“God heeft hem echter tot leven gewekt en de last van de dood van hem afgenomen, want de dood kon zijn macht over hem niet behouden.” (Handelingen 2:24 NBV)

“Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen.” (1 Corinthiërs 15:20 NBV)

De geliefde zoon die afrekende met de dood

Terwijl door één mens zonde en dood in de wereld is gekomen is door één mens, geboren uit een vrouw de zonde ontmaskerd en de straf van dood teniet gedaan, doordat hij zijn wil volledig opzij schoof om Gods Wil te doen. Doordat Jezus volledig mens was weet hij ook hoe wij voelen en handelen en kan hij ons nu het best verdedigen voor zijn en onze hemelse Vader, Jehovah, de Enige Ware God, die hem als Zijn geliefde zoon erkende en luister gaf.

“21  Heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend 22 en daalde de heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’ 23 Jezus begon zijn verkondiging toen hij ongeveer dertig jaar was. Hij was, zoals algemeen werd aangenomen, de zoon van Jozef, die de zoon was van Eli,” (Lukas 3:21-23 NBV)

“16 Zodra Jezus gedoopt was en uit het water omhoogkwam, opende de hemel zich voor hem en zag hij hoe de Geest van God als een duif op hem neerdaalde. 17 En uit de hemel klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde.’” (Mattheüs 3:16-17 NBV)

“Want hij ontving van God, de Vader, eer en luister, toen de stem van de majesteitelijke luister tegen hem zei: ‘Dit is mijn geliefde zoon, in hem vind ik vreugde.’” (2 Petrus 1:17 NBV)

“Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood, en zo is de dood voor ieder mens gekomen, want ieder mens heeft gezondigd.” (Romeinen 5:12 NBV)

“Hij liep nog een stukje verder, knielde toen en bad diep voorovergebogen: ‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt.’” (Mattheüs 26:39 NBV)

“Omdat die kinderen mensen zijn van vlees en bloed, is de Zoon een mens geworden als zij om door zijn dood definitief af te rekenen met de heerser over de dood, de duivel,” (Hebreeën 2:14 NBV)

“Want de hogepriester die wij hebben is er een die met onze zwakheden kan meevoelen, juist omdat hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, met dit verschil dat hij niet vervallen is tot zonde.” (Hebreeën 4:15 NBV)

Mensenzoon Jezus minder dan God

Van de doopkandidaat wordt verwacht dat hij gelooft dat de mensenzoon Jezus, die minder is dan God, werkelijk gestorven is, uit het graf is opgestaan door de Kracht van Jehovah en later opgenomen is in de hemel om aan de rechterhand van God te zitten als bemiddelaar voor ons.

“Jullie hebben toch gehoord dat ik zei dat ik wegga en bij jullie terug zal komen? Als je me liefhad zou je blij zijn dat ik naar mijn Vader ga, want de Vader is meer dan ik.” (Johannes 14:28 NBV)

“5 Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. 6 Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, 7 maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, 8 heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood-de dood aan het kruis.” (Filippenzen 2:5-8 NBV)

“Jezus reageerde hierop met de volgende woorden: ‘Waarachtig, ik verzeker u: de Zoon kan niets uit zichzelf doen, hij kan alleen doen wat hij de Vader ziet doen; en wat de Vader doet, dat doet de Zoon op dezelfde manier.” (Johannes 5:19 NBV)

“‘Als God uw Vader was, ‘zei Jezus tegen hen, ‘zou u mij liefhebben, want ik ben bij God vandaan gekomen toen ik hiernaartoe kwam. Ik ben niet namens mezelf gekomen, maar hij heeft mij gezonden.” (Johannes 8:42 NBV)

“God heeft hem echter tot leven gewekt en de last van de dood van hem afgenomen, want de dood kon zijn macht over hem niet behouden.” (Handelingen 2:24 NBV)

“Toen hij dit gezegd had, werd hij voor hun ogen omhooggeheven en opgenomen in een wolk, zodat ze hem niet meer zagen.” (Handelingen 1:9 NBV)

“Maar vervuld van de heilige Geest sloeg Stefanus zijn blik op naar de hemel en zag de luister van God, en Jezus, die aan Gods rechterhand stond,” (Handelingen 7:55 NBV)

“Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus,” (1 Timotheüs 2:5 NBV)

“Zo kan hij ieder die door hem tot God komt volkomen redden, omdat hij voor altijd leeft en zo voor hen kan pleiten.” (Hebreeën 7:25 NBV)

“Christus is immers niet binnengegaan in een heiligdom dat door mensenhanden is gemaakt, in de voorafbeelding van het hemelse heiligdom, maar in de hemel zelf, waar hij nu bij God voor ons pleit.” (Hebreeën 9:24 NBV)

“omdat hij voor ons met zijn lichaam een weg naar een nieuw leven gebaand heeft, door het voorhangsel heen.” (Hebreeën 10:20 NBV)

“Maar Jezus is dus aangesteld voor een eerbiedwaardiger dienst, in die zin dat hij bemiddelaar is van een beter verbond, dat zijn wettelijke grondslag heeft gekregen in betere beloften.” (Hebreeën 8:6 NBV)

“voor de bemiddelaar van een nieuw verbond, Jezus, en voor het gesprenkelde bloed dat krachtiger spreekt dan dat van Abel.” (Hebreeën 12:24 NBV)

“Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen.” (1 Corinthiërs 15:20 NBV)

Jezus de waarheidsgetuigende Messias die losprijs betaalde

De doopkandidaat moet er bewust van zijn dat het enkel door Jezus de Messias of Kristos is, die zich als losprijs heeft aangeboden aan zijn hemelse Vader, dat we gered zijn en een eindeloos leven kunnen verkrijgen.

“21  Heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend 22 en daalde de heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’ 23 Jezus begon zijn verkondiging toen hij ongeveer dertig jaar was. Hij was, zoals algemeen werd aangenomen, de zoon van Jozef, die de zoon was van Eli,” (Lukas 3:21-23 NBV)

“40 Een van de twee die gehoord hadden wat Johannes zei en Jezus gevolgd waren, was Andreas, de broer van Simon Petrus. 41 Vlak daarna kwam hij zijn broer Simon tegen, en hij zei tegen hem: ‘Wij hebben de messias gevonden’ (dat is Christus, ‘gezalfde’),” (Johannes 1:40-41 NBV)

“25 De vrouw zei: ‘Ik weet wel dat de messias zal komen’ (dat betekent ‘gezalfde’), ‘wanneer hij komt zal hij ons alles vertellen.’ 26 Jezus zei tegen haar: ‘Dat ben ik, die met u spreekt.’” (Johannes 4:25-26 NBV)

“Pilatus zei: ‘U bent dus koning?’ ‘U zegt dat ik koning ben, ‘zei Jezus. ‘Ik ben geboren en naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen, en ieder die de waarheid is toegedaan, luistert naar wat ik zeg.’” (Johannes 18:37 NBV)

“Jezus uit Nazaret met de heilige Geest heeft gezalfd en met kracht heeft bekleed. Hij trok als weldoener door het land en genas iedereen die in de macht van de duivel was, want God stond hem bij.” (Handelingen 10:38 NBV)

“zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.’” (Mattheüs 20:28 NBV)

“die zichzelf gegeven heeft als losgeld voor allen, als het getuigenis voor de vastgestelde tijd.” (1 Timotheüs 2:6 NBV)

“(25-26) Hij is door God aangewezen om door zijn dood het middel tot verzoening te zijn voor wie gelooft. Hiermee bewijst God dat hij rechtvaardig is, want in zijn verdraagzaamheid gaat hij voorbij aan de zonden die in het verleden zijn begaan. Hij wil ons nu, in deze tijd, zijn gerechtigheid bewijzen: hij laat ons zien dat hij rechtvaardig is door iedereen vrij te spreken die in Jezus gelooft.” (Romeinen 3:25 NBV)

“Hij is het die verzoening brengt voor onze zonden, en niet alleen voor die van ons, maar voor de zonden van de hele wereld.” (1 Johannes 2:2 NBV)

“Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden.” (1 Johannes 4:10 NBV)

 

+

Voorgaande

Essentiële kennis voor de doopkandidaat #1 Over God

++

Lees ook:

  1. Rond de Bijbel of Heilige Schrift
  2. Wat te vinden in de Bijbel
  3. Fundament in de Schrift
  4. De Bijbel haar relevatie over God
  5. Woord van God
  6. God, Jezus Christus en de Heilige Geest
  7. Drie-eenheid of niet
  8. Drie-eenheid – God de zoon of Zoon van God
  9. Heilige Drievuldigheid of Drie-eenheid
  10. God boven alle goden
  11. Eigenheden aan God toegeschreven
  12. Geloof in slechts één God
  13. God is Één
  14. De Enige Ware God
  15. Rond God de Allerhoogste
  16. God de Vader
  17. God versus goden
  18. De Afstraling van Gods Heerlijkheid
  19. Gezondene van God (Broeders in Christus)
  20. Hij die komt – de mensenzoon
  21. Het begin van Jezus #1 Menselijke aspecten
  22. Het begin van Jezus #13 Een te komen mens
  23. Gezondene van God (Belgische Christadelphians)
  24. Jezus is Niet God
  25. Zoon van God
  26. Christus Jezus de zoon van God
  27. Jezus Christus in het vlees gekomen
  28. Eigenheden aan Jezus toegeschreven
  29. Geloof in Jezus Christus
  30. Christadelfiaanse geloofspunten #2 Jezus de zoon van God
  31. Christadelfiaanse geloofspunten #4 Oplossing voor gevolgen van zondigheid
  32. Christadelfiaanse geloofspunten #8 Boodschap van Jezus wiens vergoten bloed vergeving van onze overtredingen brengt
  33. Christadelfiaanse geloofspunten #9 Jezus verheven tot de hemel als priesterlijke middelaar tussen God en mens
  34. Voorbeeld van hem die zijn leven gaf voor velen
  35. Jezus moest sterven
  36. Niet onwillig naar de dood gesleept
  37. Onschuldige
  38. Onschuldig Lam
  39. Lam van God – offer gebracht ter verzoening
  40. Lam van God -Voorspeld
  41. Loskoper
  42. Zoenoffer
  43. Christus in Profetie #4 De Knecht in Jesaja (4) Heilbezorger, Knecht en Messias
  44. Christus in Profetie #7 De psalmen (1B) Psalm 110 – Priester aan de Rechterhand van God
  45. Christus in Profetie #7 De psalmen (1B) Psalm 110 – Priester aan de Rechterhand van God
  46. Christus in Profetie #5 De Knecht in Jesaja (5) Verhoging van de Knecht
  47. Opstanding van Jezus Christus
  48. Christus Koning
  49. De gezindheid van Christus
  50. Een losgeld voor iedereen 2 Een verheven persoon van vlees en bloed
  51. Christadelfiaanse geloofspunten #8 Boodschap van Jezus wiens vergoten bloed vergeving van onze overtredingen brengt
  52. Verscheidene Verbondakkoorden 7 Het nieuwe verbondsslachtoffer en bemiddelaar
  53. Door genade van God tot geloof komen
  54. Gods verbonden en de bedoelde man aanvaarden
  55. Satan of duivel
  56. God en Zijn gezondene liefhebben leiden tot rechtvaardiging
  57. Een koning wiens troon vast staat sinds eeuwen
  58. Geloof voor God aanvaardbaar
  59. Geloofsbelijdenissen
  60. Geloofspunten van de Christadelphians
  61. Een Credo of geloofsartikelen van de Broeders in Christus

Vragen die bij een doop moeten worden gesteld

Baptême, doop, onderdompeling, l'immersion totale dans l'eau
Photo by Jose Vasquez on Pexels.com

 

Vragen die bij een doop moeten worden gesteld

Eerste en belangrijkste vraag: Waarom wil je gedoopt worden? (Aanvaardbare antwoorden hebben te maken met iemands liefde voor God en een persoonlijk verlangen en toewijding om Hem te dienen. Onacceptabele antwoorden: « Ik ben nu oud genoeg. » « Het zou mijn ouders (of man, of vrouw, of kinderen) gelukkig maken. » « Mijn vrienden laten zich dopen. »)

  1. Wat is de Bijbel? Een verzameling geschriften van mensen die door God geïnspireerd zijn, om het verhaal van Gods handelen met de mens te schrijven en om te schrijven over Gods aanbod van eeuwig leven.2. Is er een andere rechtstreekse bron van de kennis over eeuwig leven? Nee.

    3. In welke toestand verkeerde de oorspronkelijke schepping, met inbegrip van Adam toen hij voor het eerst werd geschapen? Perfect, of « zeer goed ». Er was geen zonde of dood in de wereld.

    4. Waardoor verloor Adam deze toestand? Dat wil zeggen, wat bracht Gods vloek over de mens en zijn wereld? Adam was ongehoorzaam aan God!

    5. Heeft Adams overtreding invloed op ons? Zo ja, hoe? Ja, het gevolg van Adams ongehoorzaamheid is voor de gehele mensheid, in onze sterfelijke, zondige natuur die wij van hem hebben geërfd.

    6. Heeft God enige voorziening getroffen voor onze verlossing van deze vloek? Ja, door onze Heer en Heiland, Jezus Christus.

    7. Wat is de belangrijkste belofte die God aan Abram deed? Dat hij en zijn « zaad » het land Palestina als eeuwig bezit zouden ontvangen.

    8. Werd deze belofte aan iemand anders gedaan? Ja, voor de nakomelingen Isaak en Jacob.

    9. Heeft iemand van hen deze belofte werkelijk ontvangen? Nee, zij stierven allen in geloof, de belofte nog niet ontvangend.

    10. Wie is het « zaad » waarop in deze beloften wordt bedoeld? Jezus Christus, de afstammeling van Abraham.

    11. Hoe kunnen we deze beloften beërven? Door in Christus gedoopt te worden, worden we geestelijk kinderen van Abraham, en erfgenamen met Christus van dezelfde belofte.

    12. Wat is het evangelie? Het « goede nieuws » van het koninkrijk van God en de naam (of het voornemen) van Jezus Christus.

    13. Heeft God ooit eerder een koninkrijk op aarde gehad? Ja, het koninkrijk Israël. Het werd eerst geregeerd door de rechters en vervolgens door de koningen gedurende ongeveer 400 jaar.

    14. Wat gebeurde er met dat koninkrijk? Het werd eerst verdeeld en vervolgens omvergeworpen, en het volk Israël werd verstrooid onder de andere naties, vanwege hun rebellie tegen God.

    15. Wat is de belofte die God aan David, de koning van Israël, deed? Dat zijn koninkrijk hersteld zou worden en dat zijn « zaad » er voor eeuwig over zou regeren, zittend op zijn troon in Jeruzalem.

    16. Wie is het « zaad » waarop deze belofte betrekking heeft? Jezus Christus, de afstammeling van David.

    17. Wat is de aard van de mens? Sterfelijk. Fysiek heeft hij geen superioriteit over de dieren. Wanneer zijn adem hem verlaat, sterft hij en houdt hij op al zijn zintuigen te bezitten.

    18. Wat is de « ziel »? Het lichaam, de persoon zelf. Het hele wezen.

    19. Wat is de « geest »? De levensadem in de mens. Ook zijn geest of gezindheid.

    20. Leert de bijbel dat mensen of hun « ziel » bij de dood naar de hemel gaan? Nee.

    21. Heeft de mens of zijn « ziel » een bewust bestaan in de dood? Nee.

    22. Hoeveel goden zijn er? Slechts één God, de Schepper van alle dingen.

    23. Wie is Jezus Christus? De eniggeboren Zoon van God, geboren uit de maagd Maria.

    24. Is Jezus ook een mens? Ja. Hij werd geboren met dezelfde sterfelijke, zondige natuur die wij allemaal bezitten. Zelfs nu, hoewel hij onsterfelijk is, is hij nog steeds een man.

    25. Zijn God en Zijn Zoon dezelfde persoon, of afzonderlijke personen van een « drieëenheid »? Nee, er is maar één God!

    26. Had Jezus een voormenselijk bestaan? Nee, behalve in de geest en het doel van God.

    27. Zijn God en Zijn Zoon gelijk in macht? Nee. God is oppermachtig. Alle macht en autoriteit die Christus nu heeft, werd hem door zijn Vader gegeven.

    28. Wat is Gods Geest? Gods kracht, waardoor Hij Zijn wil uitvoert.

    29. Is de Heilige Geest een afzonderlijke en gelijkwaardige « God »? Nee, het is gewoon een verlengstuk van de ene God.

    30. Wie of wat is de « duivel »?
    De personificatie van het kwaad of de zonde, die deel uitmaakt van de sterfelijke menselijke natuur.

    31. Was het voor Jezus mogelijk om te zondigen toen hij sterfelijk was? Ja. Anders zou zijn verzoeking en overwinning op de zonde, of de « duivel », onwerkelijk en zinloos zijn geweest.

    32. Waarom was het in Gods plan noodzakelijk dat de Heiland een mens was? Opdat hij door volmaakte gehoorzaamheid de « duivel » in zijn eigen vlees zou kunnen overwinnen.

    33. Waarom was het noodzakelijk dat Jezus stierf? Als een volmaakt offer, om deze « duivel », of de macht van de zonde in zichzelf, volmaakt en absoluut te vernietigen. En als vertegenwoordiger van anderen, die door het geloof in Hem hun zonden vergeven zouden kunnen worden en zo hun eigen overwinningen op de zonde zouden behalen.

    34. Waarom wekte God Christus uit de doden op en gaf hem eeuwig leven? Omdat hij volmaakt gehoorzaam was, zelfs tot aan de dood aan het kruis, en daarom kon het graf hem niet in de dood houden.

    35. Na zijn opstanding steeg Jezus op naar de hemel. Wat is nu zijn rol? Hij treedt op als hogepriester en middelaar voor hen die door geloof in gebed tot God naderen.

    36. Kunnen wij door bemiddeling van iemand anders dan Jezus Christus tot God bidden? Nee. Hij is de enige middelaar tussen God en de mens.

    37. Stierf Jezus omdat God boos was op de mensheid? Nee, Hij stierf omdat God de wereld zo liefhad dat Hij wilde dat Zijn geliefde Zoon zou sterven, zodat zondaars zouden geloven, zich zouden bekeren en gered zouden worden.

    38. Wie of wat is « satan » In het Oude Testament het Hebreeuwse woord voor tegenstander. In het Nieuwe Testament is Grieks Satanas hetzelfde als « de duivel », een gelijkenis over zonde.

    39. Wat zijn « onreine geesten » en « demonen »? Een nieuwtestamentische manier om geestesziekten en stoornissen te beschrijven.

    40. Wat is « de hel »? Wat is het verschil tussen Hades en Gehenna? De hel in het Nederlands is de vertaling van twee verschillende Griekse woorden: – Hades is de put of het graf; kortom, de staat van de doden die slapen.- Gehenna is een vallei in Jeruzalem die wordt gebruikt in een profetie van Jeremia.

    41. Worden de goddelozen voor eeuwig gemarteld? Nee, ze sterven gewoon zonder hoop. Dit is een « eeuwige straf » omdat het de eeuwige dood is.

    42. Wat is er voor de doop vereist? Kennis en geloof in het evangelie. Dit geloof moet ook leiden tot oprecht berouw over zonden uit het verleden.

    43. Wat is in het kort het evangelie? Het evangelie is het « goede nieuws » over het koninkrijk van God en de naam van Jezus Christus. Het is de boodschap dat God de aarde zal vullen met Zijn heerlijkheid in een groep onsterfelijke mensen die Hem zullen liefhebben en gehoorzamen. Jezus zal het koninkrijk van God op aarde vestigen en duizend jaar lang als koning met zijn heiligen regeren.

    44. Wat is de doop? Onderdompeling of volledige bedekking met water.

    45. Waarom moeten wij op deze wijze gedoopt worden? Omdat het symbool staat voor de dood, begrafenis en opstanding van Christus.

    46. Waarom moeten wij ons laten dopen? Het is de enige manier waarop onze zonden kunnen worden weggewassen en we de naam van Jezus Christus kunnen aandoen.

    47. Waarom moeten wij de naam van Jezus Christus dragen? Opdat wij met hem erfgenamen mogen worden van Gods belofte en door geloof deel mogen hebben aan zijn gerechtigheid.

    48. Zullen alle mensen die ooit hebben geleefd, uit de doden worden opgewekt? Nee, alleen zij die door kennis verantwoording verschuldigd zijn aan God.

    49. Wat zal er gebeuren met hen die leven en sterven zonder kennis van het evangelie? Ze zullen omkomen. Ze zullen niet worden opgewekt.

    50 . Wanneer zal de opstanding plaatsvinden? Bij de terugkeer van Christus naar de aarde.

    51. Wat zal Jezus nog meer doen als hij terugkomt? Hij zal de levenden die verantwoordelijk zijn, bijeenbrengen, samen met degenen die uit de doden zijn opgewekt. Hij zal alle verantwoordelijken oordelen, de ontrouwen straffen met de eeuwige dood en de gelovigen belonen met eeuwig leven.

    52. Wat gebeurt er nadat de rechtvaardigen onsterfelijk zijn gemaakt? Christus en zijn heiligen zullen hun heerschappij over de wereld vestigen, desnoods met goddelijke kracht, en het koninkrijk van God oprichten.

    53. Wie zal de koning van dit koninkrijk zijn? Jezus Christus.

    54. Wie zal met hem regeren? De onsterfelijke heiligen.

    55. Wie zullen de onderdanen van dit koninkrijk zijn? De sterfelijke mensen die overblijven na de tijden van benauwdheid.

    56. Heeft de terugkeer van de joden naar Israël enig aandeel aan Gods plan?

    Ja, zij zullen beproevingen ondergaan; sommigen zullen berouw hebben en voorbereid zijn op de komst van Jezus, hun Messías, ten einde de « eerste heerschappij » van zijn koninkrijk te zijn.

    57. Hoe lang zal Christus regeren?
    Ongeveer duizend jaar.

    58. Wat gebeurt er na de duizend jaar? Alle zonde en dood zullen ten slotte worden weggenomen en de aarde zal werkelijk vervuld zijn van Gods heerlijkheid.

    59. Als er alleen onsterfelijke mensen op aarde zijn, waarom zal er dan nog iets gebeuren? Christus zal het koninkrijk overdragen aan de Vader.

    60. Wie zijn de engelen? De boodschappers van God. Soms gebruikt de bijbel het woord voor gewone sterfelijke mensen, maar meestal waren en zijn de engelen onsterfelijke wezens uit de hemel.

    61. Kunnen engelen trouwen of in opstand komen? Nee. Jezus zegt dat engelen niet trouwen.

    62. Kunnen wij alleen door goede werken gered worden? Nee, we zijn gered door de genade van God door geloof.

    63. Kunnen wij gered worden zonder het offer van Christus? Nee, het is de enige manier waarop onze zonden vergeven kunnen worden.

    64. Dienen gelovigen te stemmen of aan politiek deel te nemen? Nee. Hun koninkrijk is niet van deze wereld. Zij geloven dat God regeert in het koninkrijk der mensen, en stelt en verwijdert wie Hij wil; daarom dienen zij zich niet in de positie te brengen dat zij zich verzetten tegen de wil van hun Vader in de hemel.

    65. Dienen gelovigen wapens te dragen of in het leger of bij de politie te dienen? Nee. Zij zouden vreemdelingen en pelgrims in deze tegenwoordige boze wereld moeten zijn, die zich niet verzetten tegen het gezag van regeringen, maar ook niet deelnemen aan de uitoefening van dat gezag.

    66. Dienen gelovigen zich te wreken op onrecht, door een rechtszaak aan te spannen of op andere wijze?
    Nee. Ze moeten ‘de andere wang toekeren’, goed met kwaad vergelden, degenen vergeven die hen onrecht aandoen en zelfs hun vijanden liefhebben.

    67. Wat is onze plicht jegens God en zijn Zoon? Om God lief te hebben, te loven en te verheerlijken door Zijn Zoon, in alle dingen en te allen tijde. Om de geboden van Christus zo goed mogelijk te onderhouden, uit dankbaarheid voor wat God voor ons heeft gedaan.

    68. Wat is onze plicht jegens de wereld? Om onze naasten lief te hebben als onszelf, zowel in daden als in woorden. Indien mogelijk, om hen de waarheid van God te leren.

    69. Bezit iemand thans de gaven van de Heilige Geest? Nee. Die gaven hielden op na de dagen van de apostelen.

    70. Met wie dient een gelovige te trouwen? Alleen een andere gelovige. Ons wordt bevolen om niet samen met een ongelovige onder een ongelijk juk te komen.

    71. Dient een gelovige er ooit naar te streven te scheiden? Nee. Wat God heeft samengevoegd, mag de mens niet verdelen.

    72. Welke speciale verordening stelde Christus in? Het Heilig Avondmaal, of het breken van het brood. Het wordt ook wel communie genoemd.

    73. Wat is het avondmaal des Heren? Het breken van het brood en het nuttigen van wijn ter gedachtenis aan Christus.

    74. Wat betekent dit? Het brood vertegenwoordigt het lichaam van Christus; de wijn, zijn vergoten bloed; Samen laten ze Zijn dood voor ons zien, totdat Hij komt.

    75. Hoe vaak dienen wij aan het avondmaal des Heren deel te nemen? Elke zondag, indien mogelijk.

    76. Kan iemand aan het avondmaal des Heren deelnemen?
    Nee, alleen gedoopte gelovigen in het ware evangelie.

    77. Waarom staan wij erop alleen met leden het brood te breken of gemeenschap te hebben? Christus vroeg aan niemand anders dan aan ware gelovigen om Hem zo te gedenken. Op deze manier kunnen valse leerstellingen het ware evangelie dat onder ons geloofd wordt, niet afzwakken of vernietigen. En door geen brood te breken met anderen die niet geloven zoals wij, laten we ze zien hoe belangrijk onze hoop voor ons is, en moedigen we ze aan om dezelfde waarheden te leren.

    78. Hebt u alle huidige nadelen (vanuit een natuurlijk standpunt) die de Waarheid over u zal brengen, volledig overwogen? Ja, en ik ben bereid ze te aanvaarden.

    79. Beseft u dat de Waarheid niet alleen een « religie » is, maar een geheel andere manier van leven?
    Ja, en ik ben bereid om het te leven.

+

Voorgaande

  1. Wat als
  2. Het spirituele “kledingstuk” voor onze ziel
  3. Wij moeten getrouw aan God zijn
  4. Getrouwen aan God laten zich dopen
  5. Op weg naar het altaar van de wereld
  6. Wat zegt de Bijbel over de doop?
  7. Zich kandidaat stellen voor de ware doop
  8. De klaarstaande doopkandidaat
  9. Kinderdoop tegenover doop als volwassene #1 Kinderdoop
  10. Kinderdoop tegenover doop als volwassene #2 De tienerdoop
  11. Kinderdoop tegenover doop als volwassene #3 Volwassendoop
  12. Kinderdoop tegenover doop als volwassene #4 Vragen voor de doopkandidaat

Een pelgrimstocht niet bepaald zonder hindernissen of obstakels #1 Aanvatten van een belangrijke reis

 

Een pelgrimstocht niet bepaald zonder hindernissen of obstakels

Aanvatten van een belangrijke reis

Wanneer je van plan bent om op trektocht of op een pelgrimstocht te gaan hoort er een voorbereiding bij.

Het is belangrijk om je fysiek en psychisch voor te bereiden op je pelgrimstocht. Het is niet dat je voor zulk een tocht intensief moet getraind hebben. Maar het is wel zo dat je hiervoor wel al enkele malen kleine en wat grotere wandelingen hebt gedaan. Het is een hulp als je op voorhand meerdere wandeltochten hebt gedaan, waarbij je even je verstand op nul kon zetten. Want het zal er op aan komen je gedachten te kunnen wegtrekken van de beslommeringen van deze wereld.

Zorg er dus voor dat je al wat afstanden hebt gelopen. De afstand die je elke dag zal gaan lopen, ben je best al eens fysisch doorgelopen te hebben.

Indien je aan een trektocht beging komt het er op aan dat je goed voorbereid start en het nodige materiaal mee neemt. Hiervoor heb vast en zeker al goed schoeisel nodig. Niet enkel trekschoenen om door het mulle zand te stappen, maar ook alle terrein schoenen en degelijke bergschoenen of enkellaarzen (bottinnen).

Het is zeer belangrijk om ervoor te zorgen dat je over het juiste schoeisel, uitrusting voor nat weer, passende kleding mee neemt. Je moet er van bewust zijn dat het niet altijd vlak terrein zal zijn. Op je tocht zal je heel wat obstakels, puntige en rotsachtige wegen tegen komen. Regelmatig zal je voor hindernissen komen te staan die je moet overwinnen.

Eventuele medicijnen die je gebruikt, kan je ook best ter beschikking mee nemen. Men moet beseffen als men op weg gaat om God beter te leren kennen, dat de tegenstander van God (Satan) om de hoek loert. Regelmatig zal het kwaad je trachten te beproeven. Al is het met ziektes en andere ongemakken.
Meermaals zal je in verleiding gebracht worden om een einde te maken aan de trektocht, die in het begin wel makkelijk te doen lijkt, maar moeilijker wordt naargelang men dichter bij het doel zal komen en uiteindelijk niet zo makkelijk zal zijn, of niet zo evident zal zijn om goed te beëindigen. – Velen zijn er al aan begonnen, maar weinigen hebben kunnen volhouden tot het einde, en hebben zo hun goal niet bereikt.

Vervolg: Geen goedkope of gemakkelijke vlucht

 

+

Voorgaande

  1. Wat is een bedevaart?
  2. Gebed bij de aanvang van onze pelgrimstocht
  3. Elkaar aanmoedigen
  4. Begin van een Pelgrimstocht
  5. Gods Woorden voor de pelgrimstocht #1 Twintigste eeuwse mens en het pelgrimsproces
  6. Gods Woorden voor de pelgrimstocht #2 Woorden van God voor het leven
  7. Gods Woorden voor de pelgrimstocht #3 Een weg op wereldschaal bezaaid met obstakels

++

Aansluitende lectuur

  1. Als de tijd ten einde loopt…. 1 Alles wat vroeger is geschreven #2
  2. Voorbereiden op moeilijke tijden die op ons af kunnen komen
  3. Belemmeringen voor uw doel
  4. Tien tips om je ambities te vinden en waar te maken
  5. Versterking van eigenwaarde in tijden van afzondering
  6. Een vrolijk hart vol van hoop goed medicijn
  7. Na honderd jaar een nieuw begin in Brussel
  8. Verzoening en Broederschap 6 Geestelijk tabernakel
  9. Gods volk onderweg – Het leven in de gemeente
  10. Laat de Planning verlopen zoals god het wil
  11. Missieverklaring
  12. Overdenking: In U heb Ik mijn welbehagen

Het verkeerd gaan van de mens en God Zijn besluit

Ook al had de eerste mens alles, verlangde deze toch naar meer. Adam en Eva verlangden even zo veel kennis te hebben als hun Schepper.

Bij de mannin of vrouw (Eva) kwamen de eerste verleidingsgedachten, maar zij wist haar man ook zo ver te krijgen om mee met haar tot ongehoorzaamheid over te gaan en te eten van de vrucht van de Boom van kennis van goed en kwaad. Eva dacht dat de vrucht haar verstandig zou maken, maar toen ze er van gegeten hadden bleek het heel anders te verlopen. Zij voelden zich ongemakkelijk en naakt.

“6  De vrouw nu, ziende dat de boom goed was tot spijs, een lust voor de ogen en begeerlijk om daardoor verstand te krijgen, nam van zijn vruchten, at en gaf ze ook aan haar man; en deze at er van. 7 Nu gingen beider ogen open en bemerkten zij dat zij naakt waren; daarom hechtten zij vijgebladeren aaneen en maakten zich gordels.” (Ge 3:6-7 Lei)

De vrouw had de wil van God niet opgevolgd. Adam die door zijn partner verleid was geworden om ook deel te nemen in de daad van ongehoorzaamheid, kon zich herpakken, maar deed dat niet. Toen zij bij het opkomen van de middagwind de Meester boven alles in de tuin hoorden naderen, verborgen de mens en zijn vrouw zich voor Jehovah God tussen de bomen van de tuin. Toen God de mens riep en vroeg waar ze waren, antwoordde Adam dat hij God wel had gehoord maa bang was geworden omdat hij naakt was.

“8 Doch toen zij bij het opsteken van den wind den Heere God in den hof hoorden wandelen, verborgen zich de mens en zijn vrouw voor den Heere God tussen het geboomte van den hof.”

“9  En de Heere God riep den mens toe: Waar zijt gij? 10 Hij zeide: Toen ik u in den hof hoorde, werd ik bevreesd, omdat ik naakt ben, en verborg ik mij.” (Ge 3:8-10 Lei)

God wenste te zien hoe ze verder zouden reageren en vroeg Adam wie hen verteld had dat zij naakt waren. De eerste mens gaf de vrouw die God hem als gezellin had gegeven, de schuld van alles. Nochtans kon Adam zelf beslist hebben om toch niet van de vrucht te eten. Ieder mens heeft van God namelijk de vrije wil gekregen om zelf beslissingen te nemen.
Ieder van ons heeft de mogelijkheid om te weten wat goed en kwaad is en om al of niet Gods wensen op te volgen.

In plaats van de schuld op zichzelf te steken, toen God haar vroeg hoe ze zoiets kon doen, zei Eva dat het de slang was die haar had verleid, waarop ze is gaan eten van de boom haar vrucht.

“11  Hij (Jehovah) zeide tot hem: Wie heeft u te kennen gegeven dat gij naakt zijt? hebt gij van den boom gegeten waarvan ik u verboden had te eten?
12 De mens antwoordde: De vrouw, die gij mij ter zijde gesteld hebt, heeft mij van den boom gegeven, en ik heb gegeten.
13 En de Heere God zeide tot de vrouw: Wat hebt gij gedaan? De vrouw zeide: De slang heeft mij verleid, en ik heb gegeten.” (Ge 3:11-13 Lei)

Op het moment dat Eva besloot van de vrucht van de Boom van kennis te eten stond hun leven, maar ook het lot van de schepping op het spel. Ook Adam dacht niet na over de gevolgen van wat zij daar besloten. Zij gingen in tegen Gods wil en werden zo op dat ogenblik een tegenstander van God, of een satan.

God had echter voor het geval de mens verkeerd zou gaan, wat wij ‘zondigen’ noemen, al een plan klaar om de gevolgen van die opstandigheid te overwinnen.

Mits het de vrouw was die het begin veroorzaakte van een beschadigde relatie tussen God en de mens, voorzag God dat uit een vrouw iemand zou komen die zou bewijzen dat de mens wel Gods wensen volledig zal kunnen opvolgen. Die nakomeling uit een vrouw zal het kwaad komen te vermorzelen.

“Ook zal ik vijandschap verwekken tussen u en de vrouw, tussen uw en haar kroost: dit zal trachten u op den kop te treffen, terwijl gij zult trachten het in den hiel te treffen.” (Ge 3:15 Lei)

Diegene die een einde zal maken aan de vloek die nu over de mens was gekomen zal verder in de Bijbel toegelicht worden en zij die de Woorden van God zullen kennen zullen dan ook in de gelegenheid zijn om die gezondene van God (Jeshua ben Josef of Jezus Christus) de Verlosser of Messias te herkennen en mee in zijn voetsporen kunnen stappen tot redding.

God kon nu niet anders dan Adam en Eva de gevolgen van hun daad te laten ondervinden. De Boom van kennis bracht weldegelijk kennis of besef met zich meer maar daardoor zouden zij nu ook pijn gaan voelen en uiteindelijk sterven, zoals God hen ook gewaarschuwd had.

Door hun verkregen onvolmaaktheid konden ze nu niet meer in de volmaakte Tuin van Eden verblijven. Daarom plaatste God hen uit de Tuin en verbande Hij hen naar een wereld waar ze zouden moeten werken om te overleven.

“22  Voorts zeide de Heere God: Zie, de mens is aan een onzer gelijk geworden in kennis van goed en kwaad; indien hij nu maar niet zijn hand uitstrekt, ook van den levensboom neemt en, door daarvan te eten, eeuwig leeft! 23 Daarom zond de Heere God hem uit den hof van Eden weg, om den grond te bebouwen, waaruit hij genomen was. 24 Hij dreef den mens uit en plaatste ten oosten van Edens hof de cherubs en het vlammend zwaard, dat zich heen en weer wendt, om den weg naar den levensboom te bewaken.” (Ge 3:22-24 Lei)

Zo is de daad van zondigheid als nakomelingen van nu onvolmaakte mensen zo ook over ons gekomen. Uit een beschadigde deegvorm kan geen vlekkeloos product komen. Ook wij hebben nu te kampen met die moeilijkheden die Adam, Eva en hun nakomelingen moesten verduren. Ondertussen weten wij nu wel al wie die beloofde verlosser is en kunnen wij proberen onder zijn vleugels te komen.

*

Vervolg:

Bijbelteksten bij: Het verkeerd gaan van de mens en God Zijn besluit

+

Voorgaande

  1. Donkerte, vormloosheid, chaos en orde
  2. De eerste opdracht voor de mens
  3. Een heerlijke tuin voor de mens
  4. Een bezit op aarde in alle zaligheid
  5. Bijbelteksten bij: Een bezit op aarde in alle zaligheid
  6. De foute beslissing

++

Aanvullende lectuur

  1. De Adem van God tot bestaan, leven en tot relatie brengend
  2. Betreft de Mens
  3. Dagelijkse Gedachte voor de Bijbellezing van de dag: Een waardig gebruik voor Gods Schepping (januari 02)
  4. Ontmoeting met: Adam en Eva
  5. Voorzieningen voor de keuzes van de mens
  6. Een Boom van kennis wordt een Boom van moraal
  7. Bron(nen) van kwaad
  8. Terugblikkend op de eerste mens en eerste gebeurtenissen 2 Daad van ongehoorzaamheid eerste mens
  9. Immortality, eternality – onsterfelijkheid, eeuwigheid
  10. Bereshith 2:15-25 v 18-25 Een Hulp voor de man of een Vrouw in het vizier
  11. Bereshith 3:1-5 De grote misleiding
  12. Bereshith 3:1-6 Het bedrog
  13. Bereshith 3:7-13 De Zondeval
  14. Bereshith 3:14-19 De Vervloeking – 2de vonnis
  15. Bereshith 3:20-24 Moeder van al wat leeft + Cherubs en verjaging uit de Gan Eden
  16. Bereshith 3:20-24 Moeder van al wat leeft en gevolgen van haar keuze
  17. Gedachte voor 3 januari 2018
  18. Eerste stappen die leidden naar een loskoopoffer 2 Lot na daad van ongehoorzaamheid
  19. Aanwijzingen voor redding te vinden
  20. Christadelfiaanse geloofspunten #4 Oplossing voor gevolgen van zondigheid
  21. Christadelfiaanse geloofspunten #6 Redding uit vrouw van het nageslacht van koning David
  22. Koninkrijk van Christus versus Koninkrijk van God Hoofdstuk 1 #1 Eerste stappen van het Koninkrijk van God
  23. Eva’s zeven dochters
  24. Gezondene van God (Broeders in Christus)
  25. Gezondene van God (Belgische Christadelphians)

De foute beslissing

Voorgaand

Donkerte, vormloosheid, chaos en orde

De eerste opdracht voor de mens

Een heerlijke tuin voor de mens

Een bezit op aarde in alle zaligheid

Bijbelteksten bij: Een bezit op aarde in alle zaligheid

 

Genesis betekent « oorsprong » of « aanvang » en dat boek brengt ons een verslag van het begin van de wereld, van de mensheid, van families en beschaving. Het is het verhaal van Gods Doel en laat ons in Zijn Plan kijken.

Dat eerste boek uit de Heilige Schrift leert ons dat de aarde van oorsprong goed gemaakt en zuiver was. In de prachtige Tuin van Eden [Eden = ‘prachtig’] plaatste Jehovah de mens. Deze moest aan niets te kort komen. De mens was als het ware de kroon op God Zijn scheppingswerk.

In die prachtige tuin in het Oosten zorgde God ervoor dat daar allerlei prachtige bomen met heerlijke vruchten groeiden. In het midden van de tuin stonden de boom van eeuwig leven en de boom van kennis van goed en kwaad (of moraal)

“Hij liet uit de aarde allerlei bomen opschieten die er aanlokkelijk uitzagen, met heerlijke vruchten. In het midden van de tuin stonden de levensboom en de boom van de kennis van goed en kwaad.” (Ge 2:9 NBV)

Het was daar in de tuin dat de mens de eerste opdrachten te horen kreeg; namelijk zorg te dragen over alles wat God ter zijner beschikking had gesteld. Van alle bomen in de tuin mocht de mens vrijelijk eten. Maar nu kreeg de mens ook een eerste verbod te horen. Jehovah gebood hen niet van de boom van kennis van goed en kwaad te eten. Hierbij gaf Hij ook de reden op. Want als zij dat zouden doen zouden ze dood gaan.

“16  Hij hield hem het volgende voor: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, 17 maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’” (Ge 2:16-17 NBV)

Met dat in het hoofd vroeg de vrouw zich wel af of God hen iets achter zou houden. In haar hoofd kwamen allerlei gedachten op. Het was zelfs vreemd voor haar dat God hen had gezegd dat zij die boom zelfs niet mochten aanraken, want dan zouden ze ook dood gaan.

In haar hoofd begonnen haar hersenen te werken om haar te misleiden. Onder de vorm van een slang kreeg ze zo een stem te horen welke haar deed geloven dat God loog.

“1  .. de slang … vroeg aan de vrouw:

‘Is het waar dat God gezegd heeft dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’

2 ‘We mogen de vruchten van alle bomen eten, ‘antwoordde de vrouw, 3 ‘behalve die van de boom in het midden van de tuin. God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten of ze zelfs maar aan te raken; doen we dat toch, dan zullen we sterven.’

4 ‘Jullie zullen helemaal niet sterven, ‘zei de slang. 5 ‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’” (Ge 3:1-5 NBV)

Wat was het verleidelijk om de ogen geopend te krijgen en zoveel kennis te mogen hebben als God. De vrucht was erg aantrekkelijk, en zo duurde het niet lang voordat Eva aan haar gedachten toegaf en de vrucht van die levensboom te eten nam.

“6  De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan. 7 Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van.” (Ge 3:6-7 NBV)

Adam en Eva hadden nu kennis gekregen en besef over dingen, waarbij ze te weten kwamen wat goed en wat slecht was. Regels van moraal waren nu door het eten van die vrucht in hun leven gekomen. En hun daad tegen de verordening van God noemen we ‘zondigen’ of ‘zondigheid’, en maakte van hen een satan, of tegenstander van God.

Het kwaad had de intrede gemaakt in de eerste mensen, maar daardoor in al hun nakomelingen en aldus de gehele mensheid.

 

+

Voorgaande Nederlandstalig artikels

  1. Dankzegging voor de mooiheid van Gods schepping
  2. Wij mogen niet vergeten hoe Israel in Gods Plan blijft passen

++

Kom ook te lezen

  1. Terugblikkend op de eerste mens en eerste gebeurtenissen 1 Ontstaan en plaatsing eerste mens
  2. Het begin van alles
  3. Voorziening van leven
  4. De Adem van God tot bestaan, leven en tot relatie brengend
  5. Bereshith 2:4-14 Adem en leven plaatsing door de Elohim God
  6. Bereshith 2:15-25 De mens geplaatst in de tuin van Eden
  7. Mensheid – homo sapiens
  8. Ontmoeting met: Adam en Eva
  9. Uit- en In- Ademen
  10. Voorzieningen voor de keuzes van de mens
  11. Keuze van levende zielen tot de dood
  12. Een Boom van kennis wordt een Boom van moraal
  13. Terugblikkend op de eerste mens en eerste gebeurtenissen 2 Daad van ongehoorzaamheid eerste mens
  14. Bereshith 3:1-5 De grote misleiding
  15. Bereshith 3:1-6 Het bedrog
  16. Bereshith 3:7-13 De Zondeval
  17. Bereshith 3:20-24 Moeder van al wat leeft en gevolgen van haar keuze
  18. Gedachte voor 2 januari 2018
  19. Gedachte voor 3 januari 2018
  20. Een goddelijk Plan #4 Beloften
  21. Een goddelijk Plan #5 Gods doel met de Schepping
  22. Wie brengt het Kwaad over ons
  23. Bron(nen) van kwaad
  24. Wie zijn verlangen opvolgen
  25. Fragiliteit en actie #1 Ongehoorzaamheid van Geschapene
  26. De weg van God of de weg van de wereld?
  27. Wees niet verstrikt
  28. De Falende mens #1 Voor en na zondvloed
  29. Enkele kernpunten van het Christelijk geloof