Dankzegging voor de mooiheid van Gods schepping

 

 

Dierbare God,
Schepper van hemel en aarde,

Wij danken u voor de pracht en praal
die U ons gegeven hebt.
Wij danken u voor de wilde en huisdieren,
in het water, op land en in de lucht.

Dagelijks kunnen we genieten van
de vele insecten die op grashalmen en struiken zich voortbewegen
vlinders die door de tuin fladderen
allerlei vogels die kleur aan het leven geven,
en luchten die de kleuren wijzigen,
en ons het nodige vocht brengen om plant, dier en mens te voeden.

Wij danken u voor de vruchtdragende plantengroei,
die U voorzag om ons te voeden.
Zaden naar hun soort brengen ons een variëteit van voedingsstoffen.

Wij danken U ook voor de hemellichten, zon, maan en sterren,
die ons een gevoel tijdsindeling en van dag en nacht geven.

Wij danken u God dat U levende zielen op aarde hebt laten ronddwalen.
En dat wij in evenbeeld, of overeenkomstig Uw gelijkenis
mochten gevormd worden,
om alles in onderworpenheid te hebben.

Wij vragen U, Jehovah, onze God,
dat we waardig Uw opdracht mogen vervullen.
Dat wij zorg zullen dragen voor onze planeet die U ons ter beschikking hebt gesteld.
We hopen ook anderen bewust te kunnen maken van onze verantwoordelijkheid over die levende wezens
maar ook voor datgene wat vele mensen als dode stof of materie zien, aarde en water.

Wij beseffen dat alles wat we in onderworpenheid hebben gekregen
van Uw Hand afkomstig is
en dat we het ook aldus moeten waarderen.

Wij bidden U dat wij ook nog getuigen zullen mogen zijn
van de Grote Dag,
dat U weer zal kunnen zeggen
dat het zo geworden is als U wenst
en dat U weer zal zien dat het goed was.

Ook wij kijken uit naar de uiteindelijke voltooiing van Uw scheppingsplan
zodat U volledig ertoe over zal kunnen gaan te gaan rusten.

Dank U God voor Uw scheppingswerk
en voor de plaats die U ons daarin wil geven.

 

 

 

De foute beslissing

Voorgaand

Donkerte, vormloosheid, chaos en orde

De eerste opdracht voor de mens

Een heerlijke tuin voor de mens

Een bezit op aarde in alle zaligheid

Bijbelteksten bij: Een bezit op aarde in alle zaligheid

 

Genesis betekent « oorsprong » of « aanvang » en dat boek brengt ons een verslag van het begin van de wereld, van de mensheid, van families en beschaving. Het is het verhaal van Gods Doel en laat ons in Zijn Plan kijken.

Dat eerste boek uit de Heilige Schrift leert ons dat de aarde van oorsprong goed gemaakt en zuiver was. In de prachtige Tuin van Eden [Eden = ‘prachtig’] plaatste Jehovah de mens. Deze moest aan niets te kort komen. De mens was als het ware de kroon op God Zijn scheppingswerk.

In die prachtige tuin in het Oosten zorgde God ervoor dat daar allerlei prachtige bomen met heerlijke vruchten groeiden. In het midden van de tuin stonden de boom van eeuwig leven en de boom van kennis van goed en kwaad (of moraal)

“Hij liet uit de aarde allerlei bomen opschieten die er aanlokkelijk uitzagen, met heerlijke vruchten. In het midden van de tuin stonden de levensboom en de boom van de kennis van goed en kwaad.” (Ge 2:9 NBV)

Het was daar in de tuin dat de mens de eerste opdrachten te horen kreeg; namelijk zorg te dragen over alles wat God ter zijner beschikking had gesteld. Van alle bomen in de tuin mocht de mens vrijelijk eten. Maar nu kreeg de mens ook een eerste verbod te horen. Jehovah gebood hen niet van de boom van kennis van goed en kwaad te eten. Hierbij gaf Hij ook de reden op. Want als zij dat zouden doen zouden ze dood gaan.

“16  Hij hield hem het volgende voor: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, 17 maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’” (Ge 2:16-17 NBV)

Met dat in het hoofd vroeg de vrouw zich wel af of God hen iets achter zou houden. In haar hoofd kwamen allerlei gedachten op. Het was zelfs vreemd voor haar dat God hen had gezegd dat zij die boom zelfs niet mochten aanraken, want dan zouden ze ook dood gaan.

In haar hoofd begonnen haar hersenen te werken om haar te misleiden. Onder de vorm van een slang kreeg ze zo een stem te horen welke haar deed geloven dat God loog.

“1  .. de slang … vroeg aan de vrouw:

‘Is het waar dat God gezegd heeft dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’

2 ‘We mogen de vruchten van alle bomen eten, ‘antwoordde de vrouw, 3 ‘behalve die van de boom in het midden van de tuin. God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten of ze zelfs maar aan te raken; doen we dat toch, dan zullen we sterven.’

4 ‘Jullie zullen helemaal niet sterven, ‘zei de slang. 5 ‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’” (Ge 3:1-5 NBV)

Wat was het verleidelijk om de ogen geopend te krijgen en zoveel kennis te mogen hebben als God. De vrucht was erg aantrekkelijk, en zo duurde het niet lang voordat Eva aan haar gedachten toegaf en de vrucht van die levensboom te eten nam.

“6  De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan. 7 Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van.” (Ge 3:6-7 NBV)

Adam en Eva hadden nu kennis gekregen en besef over dingen, waarbij ze te weten kwamen wat goed en wat slecht was. Regels van moraal waren nu door het eten van die vrucht in hun leven gekomen. En hun daad tegen de verordening van God noemen we ‘zondigen’ of ‘zondigheid’, en maakte van hen een satan, of tegenstander van God.

Het kwaad had de intrede gemaakt in de eerste mensen, maar daardoor in al hun nakomelingen en aldus de gehele mensheid.

 

+

Voorgaande Nederlandstalig artikels

  1. Dankzegging voor de mooiheid van Gods schepping
  2. Wij mogen niet vergeten hoe Israel in Gods Plan blijft passen

++

Kom ook te lezen

  1. Terugblikkend op de eerste mens en eerste gebeurtenissen 1 Ontstaan en plaatsing eerste mens
  2. Het begin van alles
  3. Voorziening van leven
  4. De Adem van God tot bestaan, leven en tot relatie brengend
  5. Bereshith 2:4-14 Adem en leven plaatsing door de Elohim God
  6. Bereshith 2:15-25 De mens geplaatst in de tuin van Eden
  7. Mensheid – homo sapiens
  8. Ontmoeting met: Adam en Eva
  9. Uit- en In- Ademen
  10. Voorzieningen voor de keuzes van de mens
  11. Keuze van levende zielen tot de dood
  12. Een Boom van kennis wordt een Boom van moraal
  13. Terugblikkend op de eerste mens en eerste gebeurtenissen 2 Daad van ongehoorzaamheid eerste mens
  14. Bereshith 3:1-5 De grote misleiding
  15. Bereshith 3:1-6 Het bedrog
  16. Bereshith 3:7-13 De Zondeval
  17. Bereshith 3:20-24 Moeder van al wat leeft en gevolgen van haar keuze
  18. Gedachte voor 2 januari 2018
  19. Gedachte voor 3 januari 2018
  20. Een goddelijk Plan #4 Beloften
  21. Een goddelijk Plan #5 Gods doel met de Schepping
  22. Wie brengt het Kwaad over ons
  23. Bron(nen) van kwaad
  24. Wie zijn verlangen opvolgen
  25. Fragiliteit en actie #1 Ongehoorzaamheid van Geschapene
  26. De weg van God of de weg van de wereld?
  27. Wees niet verstrikt
  28. De Falende mens #1 Voor en na zondvloed
  29. Enkele kernpunten van het Christelijk geloof

Dankzegging voor de mooiheid van Gods schepping

Dierbare God,
Schepper van hemel en aarde,

Wij danken u voor de pracht en praal
die U ons gegeven hebt.
Wij danken u voor de wilde en huisdieren,
in het water, op land en in de lucht.

Dagelijks kunnen we genieten van
de vele insecten die op grashalmen en struiken zich voortbewegen
vlinders die door de tuin fladderen
allerlei vogels die kleur aan het leven geven,
en luchten die de kleuren wijzigen,
en ons het nodige vocht brengen om plant, dier en mens te voeden.

Wij danken u voor de vruchtdragende plantengroei,
die U voorzag om ons te voeden.
Zaden nar hun soort brengen ons een variëteit van voedingsstoffen.

Wij danken U ook voor de hemellichten, zon, maan en sterren,
die ons een gevoel tijdsindeling en van dag en nacht geven.

Wij danken u god dat U levende zielen op aarde hebt laten ronddwalen.
En dat wij in evenbeeld, of overeenkomstig Uw gelijkenis
mochten gevormd worden,
om alles in onderworpenheid te hebben.

Wij vragen U, Jehovah, onze God,
dat we waardig Uw opdracht mogen vervullen.
Dat wij zorg zullen dragen voor onze planeet die U ons ter beschikking hebt gesteld.
We hopen ook anderen bewust te kunnen maken van onze verantwoordelijkheid over die levende wezens
maar ook voor datgene wat vele mensen als dode stof of materie zien, aarde en water.

Wij beseffen dat alles wat we in onderworpenheid hebben gekregen
van Uw Hand afkomstig is
en dat we het ook aldus moeten waarderen.

Wij bidden U dat wij ook nog getuigen zullen mogen zijn
van de Grote Dag,
dat U weer zal kunnen zeggen
dat het zo geworden is als U wenst
en dat U weer zal zien dat het goed was.

Ook wij kijken uit naar de uiteindelijke voltooiing van Uw scheppingsplan
zodat U volledig ertoe over zal kunnen gaan te gaan rusten.

Dank U God voor Uw scheppingswerk
en voor de plaats die U ons daarin wil geven.

De eerste opdracht voor de mens

In onze eerste bijbelklas voor jongeren brachten wij een lezing op kinderniveau van het eerste hoofdstuk uit het boek Genesis.

We zagen daar hoe Jehovah God de Maker van alle dingen is.  Eveneens hoorden we hoe nadat Hij de mens had geschapen deze een eerste opdracht gaf: namelijk zorg te dragen voor wat de Heer geschapen heeft.

Genesis 1:26-28

Toen zei Jehovah God: ‘Laat Ons mensen maken die op Ons lijken en kunnen heersen over alle dieren op aarde, in de zeeën en in de lucht.’
God schiep daarop de mens als zijn evenbeeld. Als man en vrouw schiep Hij hen.

God zegende hen en zei:

« Vermenigvuldig je, bevolk de aarde en onderwerp haar. Heers over de vissen, de vogels en alle andere dieren.”

We zagen hoe God uit chaos orde had geschapen en hoe Hij op deze planeet de mens plaatste. Nu horen we hier dat Hij de mens vraagt om zich te vermeerderen en de aarde te bevolken, terwijl deze mens er ook voor die wereld, vol planeten, manen, sterren, dieren en planten, moet zorgen.

“4 (8-5) Wat is dan een mens, dat Gij hem zoudt gedenken, Een mensenkind, dat Gij acht op hem slaat? 5 (8-6) Toch hebt Gij hem haast tot een godheid gemaakt, Hem met glorie en luister gekroond. 6 (8-7) Gij hebt hem gesteld over het werk uwer handen, En alles aan zijn voeten gelegd: 7 (8-8) Al de schapen en runderen, En de beesten in het wild; 8 (8-9) De vogels in de lucht en de vissen in zee, Al wat de paden der zeeën bewandelt. 9 (8-10) Jehovah, onze Heer, Hoe heerlijk is uw Naam over heel de aarde!” (Ps 8:4-9)

In al die dingen rondom ons zien we de glorie van de Goddelijke Maker. Het Genesis verhaal is klaar en duidelijk, maar heeft nooit de pretentie om een uitvoerige wetenschappelijke verklaring van het bestaan van de planeten, planten, dieren en mens naar voor te brengen.

Uit de tekst horen we te verstaan dat God dit alles niet zomaar schiep, maar wel deed met een plan in Zijn hoofd. Toen God Adam (de man uit rode aarde) in de Tuin van Eden plaatste was dit om er voor te zorgen en daar een goed leven op te bouwen. God gaf de mens zelfs een belangrijke rol in Zijn scheppingswerk. De mens mocht namelijk de planten en dieren een naam geven en ze beheren.

Met beheren wordt verondersteld: er goed voor zorgen. Zulk een zorgen voor iets of iemand vergt werk. Dat betekent dat God van de mens verwacht dat deze niet op zijn lui achterwerk zou gaan zitten teren, maar dat deze de handen uit de mouwen zal gaan steken.

En dat is naast het vermenigvuldigen de eerste belangrijke opdracht voor de mens. Het was toen in het begin een opdracht en het is nog steeds een belangrijke opdracht, of gebod door God gegeven. Zij die God liefhebben horen zich dan daaraan te houden.

+

Voorgaande

  1. Het was donker en chaos
  2. Na donkerte kwam er licht en leven
  3. 6 Januari 2024 officiële opening van de Anderlechtse ecclesia
  4. Donkerte, vormloosheid, chaos en orde

++

Vindt ook te lezen:

  1. Het begin van alles
  2. Schepper en Blogger God 1 Leegte en Beweging
  3. Christadelfiaanse geloofspunten #1 Enige eeuwige alwetende Allerhoogste Godheid
  4. De Schepper achter eerste levende wezens
  5. Voorzieningen voor de keuzes van de mens
  6. Bereshith 2:4-14 Adem en leven plaatsing door de Elohim God
  7. Gedachte voor 2 januari 2018
  8. Achtergrondverzen bij “Het Onze Vader” 4 Gods Wil geschiede
  9. Voorbeelden voor een te volgen weg

Donkerte, vormloosheid, chaos en orde

“Maar de aarde nu bleek ongeordend, vormloos en leeg, er was woestheid en er heerste duisternis, en Gods Geest (Zijn Werkzame Kracht) zweefde over de oppervlakten van de wateren.” (Ge 1:2)

“Ik keek naar de aarde en zover mijn oog reikte, zag ik niets dan leegte en chaos. Ook de hemel was donker.” (Jer 4:23)

Toen sprak de Almachtige Godheid en telkens als Hij sprak kwamen er dingen tot ontstaan. Zo kwam er licht in de duisternis, kwam er een uitspansel te ontstaan, hemel genaamd, met scheiding van water (zeeën) en land (aarde). Op die aarde voorzag de Goddelijke Maker plantengroei en in de wateren zeemonsters, wemelende schepselen elk naar hun soort, terwijl in de lucht gevleugelde vliegende schepsels werden geschapen.

Jehovah God verzocht deze wezens te vermenigvuldigen, zodat ze velen op aarde en in de lucht konden worden.

Op die aarde, uit het stof van de rode aarde maakte God de mens.

En Jehovah God ging er toe over de mens te vormen uit het stof van de aardbodem en in zijn neusgaten de levensadem te blazen, en de mens werd een levende ziel. (Genesis 2:7)

Jehovah God nam nu de mens en plaatste hem in de Tuin van Eden om die te bebouwen en er zorg voor te dragen. (Genesis 2:15)

Zo zien we dat God niet enkel de dieren een opdracht gaf, maar ook de mens.

“Toen zegende God ze, en sprak tot hen: Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt u; bevolkt de aarde en onderwerpt haar; heerst over de vissen der zee, de vogels in de lucht en over alle levende wezens, die zich op de aarde bewegen.” (Ge 1:28)

“Nu plantte Jehovah God een tuin in Eden, in het oosten, en plaatste daarin den mens, dien Hij gemaakt had.” (Ge 2:8)

“De hemel blijft de hemel van Jehovah, Maar de aarde gaf Hij aan de kinderen der mensen.” (Ps 115:16)

“19 Toen vormde Jehovah God uit de klei alle dieren op het land en alle vogels in de lucht, en voerde ze naar den mens, om te zien, hoe hij ze zou noemen; want zoals de mens elk levend wezen zou noemen, zo zou het heten. 20 De mens gaf dan namen aan alle tamme dieren en aan de vogels in de lucht en aan alle dieren in het wild,….” (Ge 2:19-20 )

Aldus schiep God orde in de wanorde en verwijderde Hij de chaos door alles een plaats te geven en de mens te verzoeken alle dingen te benoemen zoals hij wenste.

+

Voorgaande artikelen

  1. Het was donker en chaos
  2. Na donkerte kwam er licht en leven
  3. 6 Januari 2024 officiële opening van de Anderlechtse ecclesia

++

Aanverwante artikelen

  1. Het begin van alles
  2. Schepper en Blogger God 1 Leegte en Beweging
  3. Het universum makende Woord van God
  4. De Schepper achter eerste levende wezens
  5. Terugblikkend op de eerste mens en eerste gebeurtenissen 1 Ontstaan en plaatsing eerste mens
  6. Christadelfiaanse geloofspunten #1 Enige eeuwige alwetende Allerhoogste Godheid
  7. De Schepper achter eerste levende wezens
  8. Bereshith 2:4-14 Adem en leven plaatsing door de Elohim God
  9. Gods vergeten Woord 14 Schepping 6 De Schepping als doel en garantie
  10. Gedachte voor 2 januari 2018
  11. Achtergrondverzen bij “Het Onze Vader” 4 Gods Wil geschiede