Essentiële kennis voor de doopkandidaat #2 Over Jezus en onze positie

Thought - Gedachte - Pensée - Mawazo (man kijkend naar de bergen in landschap - zonder opschrift)

 

Indien mensen zich graag willen aansluiten bij de Broeders in Christus of de Christadelphians, moeten zij er toe over gaan om te bewijzen dat zij Jezus Christus willen volgen en dat zij ook alle Bijbelse geloofspunten aanvaarden. Om volwaardig lid te worden van de Christadelphiaanse gemeenschap verzoeken we de kandidaten om enkele belangrijke vragen te kunnen beantwoorden, zodat we een duidelijk beeld krijgen van wat zij werkelijk geloven.

Een Bijbels geloof is essentiëel vooraleer men gedoopt kan worden. De voornaamste punten gaan God aan. Hiervoor gaan we op zoek wat de kandidaat denkt over God. Daarnaast willen we zien of ze een duidelijk beeld hebben van Wie of Wat de Heilige Geest is.
Vervolgens willen we zien dat de doopkandidaat duidelijk beseft wie Jezus Christus is en wat deze persoon voor de mensheid heeft gedaan.

Heilige Schrift of Bijbel, geïnspireerd Woord van God

Van diegene die Christadelhian wil worden verwachten we dat deze gelooft dat hij of zij door de genade van God hier op aarde lid kan zijn van Zijn familie die getrouw wil zijn aan Gods Woord, dat wij weten te vinden in de Heilige Schrift.

“Aan de heiligen in Kolosse, gelovige broeders en zusters die één zijn in Christus. Genade zij u en vrede van God, onze Vader.” (Colossenzen 1:2 NBV)

“16 Elke schrifttekst is door God geïnspireerd en kan gebruikt worden om onderricht te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven, 17 zodat een dienaar van God voor zijn taak berekend is en voor elk goed doel volledig is toegerust.” (2 Timotheüs 3:16-17 NBV)

“20 Besef daarbij vooral dat geen enkele profetie uit de Schrift een eigenmachtige uitleg toelaat, 21 want nooit is een profetie voortgekomen uit menselijk initiatief: mensen die namens God spraken werden daartoe altijd gedreven door de heilige Geest.” (2 Petrus 1:20-21 NBV)

Zonden van de mens en de Gezonden zoon van God

In dat geïnspireerde boek kunnen we de geschiedenis vinden van Gods Volk en van Zijn gezonden zoon, welke zich heeft gegeven voor de hele mensheid hun fouten, zodat deze gered kunnen zijn en zich weer kunnen aanbieden om Gods Koninkrijk of het aards Paradijs binnen te treden, ook al zijn we allemaal van nature zondaars.

“21 Want van binnenuit, uit het hart van de mensen, komen slechte gedachten, ontucht, diefstal, moord, 22 overspel, hebzucht, kwaadaardigheid, bedrog, losbandigheid, afgunst, laster, hoogmoed, dwaasheid; 23 al deze slechte dingen komen van binnenuit, en die maken de mens onrein.’” (Markus 7:21-23 NBV)

“13  Wie in verleiding komt, moet niet beweren: ‘Die verleiding komt van God.’ Want God stelt niemand aan verleiding bloot, zoals hij zelf ook niet door iets slechts in verleiding kan worden gebracht. 14 Iedereen komt in verleiding door zijn eigen begeerte, die hem lokt en meesleept. 15 Is de begeerte bevrucht, dan baart ze zonde; en is de zonde volgroeid, dan brengt ze de dood voort.” (Jakobus 1:13-15 NBV)

Schuldloze

Ook al zijn wij allemaal zondige personen is er één mens die helemaal geen zonden begaan heeft. Hij heeft nooit toegegeven aan de tegenstander van God (welke symbolische figuur ook Satan noemt).

“Hij liep nog een stukje verder, knielde toen en bad diep voorovergebogen: ‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt.’” (Mattheüs 26:39 NBV)

“Omdat die kinderen mensen zijn van vlees en bloed, is de Zoon een mens geworden als zij om door zijn dood definitief af te rekenen met de heerser over de dood, de duivel,” (Hebreeën 2:14 NBV)

“Want de hogepriester die wij hebben is er een die met onze zwakheden kan meevoelen, juist omdat hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, met dit verschil dat hij niet vervallen is tot zonde.” (Hebreeën 4:15 NBV)

“God heeft hem echter tot leven gewekt en de last van de dood van hem afgenomen, want de dood kon zijn macht over hem niet behouden.” (Handelingen 2:24 NBV)

“Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen.” (1 Corinthiërs 15:20 NBV)

De geliefde zoon die afrekende met de dood

Terwijl door één mens zonde en dood in de wereld is gekomen is door één mens, geboren uit een vrouw de zonde ontmaskerd en de straf van dood teniet gedaan, doordat hij zijn wil volledig opzij schoof om Gods Wil te doen. Doordat Jezus volledig mens was weet hij ook hoe wij voelen en handelen en kan hij ons nu het best verdedigen voor zijn en onze hemelse Vader, Jehovah, de Enige Ware God, die hem als Zijn geliefde zoon erkende en luister gaf.

“21  Heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend 22 en daalde de heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’ 23 Jezus begon zijn verkondiging toen hij ongeveer dertig jaar was. Hij was, zoals algemeen werd aangenomen, de zoon van Jozef, die de zoon was van Eli,” (Lukas 3:21-23 NBV)

“16 Zodra Jezus gedoopt was en uit het water omhoogkwam, opende de hemel zich voor hem en zag hij hoe de Geest van God als een duif op hem neerdaalde. 17 En uit de hemel klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde.’” (Mattheüs 3:16-17 NBV)

“Want hij ontving van God, de Vader, eer en luister, toen de stem van de majesteitelijke luister tegen hem zei: ‘Dit is mijn geliefde zoon, in hem vind ik vreugde.’” (2 Petrus 1:17 NBV)

“Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood, en zo is de dood voor ieder mens gekomen, want ieder mens heeft gezondigd.” (Romeinen 5:12 NBV)

“Hij liep nog een stukje verder, knielde toen en bad diep voorovergebogen: ‘Vader, als het mogelijk is, laat deze beker dan aan mij voorbijgaan! Maar laat het niet gebeuren zoals ik het wil, maar zoals u het wilt.’” (Mattheüs 26:39 NBV)

“Omdat die kinderen mensen zijn van vlees en bloed, is de Zoon een mens geworden als zij om door zijn dood definitief af te rekenen met de heerser over de dood, de duivel,” (Hebreeën 2:14 NBV)

“Want de hogepriester die wij hebben is er een die met onze zwakheden kan meevoelen, juist omdat hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, met dit verschil dat hij niet vervallen is tot zonde.” (Hebreeën 4:15 NBV)

Mensenzoon Jezus minder dan God

Van de doopkandidaat wordt verwacht dat hij gelooft dat de mensenzoon Jezus, die minder is dan God, werkelijk gestorven is, uit het graf is opgestaan door de Kracht van Jehovah en later opgenomen is in de hemel om aan de rechterhand van God te zitten als bemiddelaar voor ons.

“Jullie hebben toch gehoord dat ik zei dat ik wegga en bij jullie terug zal komen? Als je me liefhad zou je blij zijn dat ik naar mijn Vader ga, want de Vader is meer dan ik.” (Johannes 14:28 NBV)

“5 Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. 6 Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, 7 maar deed er afstand van. Hij nam de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een mens. En als mens verschenen, 8 heeft hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood-de dood aan het kruis.” (Filippenzen 2:5-8 NBV)

“Jezus reageerde hierop met de volgende woorden: ‘Waarachtig, ik verzeker u: de Zoon kan niets uit zichzelf doen, hij kan alleen doen wat hij de Vader ziet doen; en wat de Vader doet, dat doet de Zoon op dezelfde manier.” (Johannes 5:19 NBV)

“‘Als God uw Vader was, ‘zei Jezus tegen hen, ‘zou u mij liefhebben, want ik ben bij God vandaan gekomen toen ik hiernaartoe kwam. Ik ben niet namens mezelf gekomen, maar hij heeft mij gezonden.” (Johannes 8:42 NBV)

“God heeft hem echter tot leven gewekt en de last van de dood van hem afgenomen, want de dood kon zijn macht over hem niet behouden.” (Handelingen 2:24 NBV)

“Toen hij dit gezegd had, werd hij voor hun ogen omhooggeheven en opgenomen in een wolk, zodat ze hem niet meer zagen.” (Handelingen 1:9 NBV)

“Maar vervuld van de heilige Geest sloeg Stefanus zijn blik op naar de hemel en zag de luister van God, en Jezus, die aan Gods rechterhand stond,” (Handelingen 7:55 NBV)

“Want er is maar één God, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus,” (1 Timotheüs 2:5 NBV)

“Zo kan hij ieder die door hem tot God komt volkomen redden, omdat hij voor altijd leeft en zo voor hen kan pleiten.” (Hebreeën 7:25 NBV)

“Christus is immers niet binnengegaan in een heiligdom dat door mensenhanden is gemaakt, in de voorafbeelding van het hemelse heiligdom, maar in de hemel zelf, waar hij nu bij God voor ons pleit.” (Hebreeën 9:24 NBV)

“omdat hij voor ons met zijn lichaam een weg naar een nieuw leven gebaand heeft, door het voorhangsel heen.” (Hebreeën 10:20 NBV)

“Maar Jezus is dus aangesteld voor een eerbiedwaardiger dienst, in die zin dat hij bemiddelaar is van een beter verbond, dat zijn wettelijke grondslag heeft gekregen in betere beloften.” (Hebreeën 8:6 NBV)

“voor de bemiddelaar van een nieuw verbond, Jezus, en voor het gesprenkelde bloed dat krachtiger spreekt dan dat van Abel.” (Hebreeën 12:24 NBV)

“Maar Christus is werkelijk uit de dood opgewekt, als de eerste van de gestorvenen.” (1 Corinthiërs 15:20 NBV)

Jezus de waarheidsgetuigende Messias die losprijs betaalde

De doopkandidaat moet er bewust van zijn dat het enkel door Jezus de Messias of Kristos is, die zich als losprijs heeft aangeboden aan zijn hemelse Vader, dat we gered zijn en een eindeloos leven kunnen verkrijgen.

“21  Heel het volk liet zich dopen, en toen ook Jezus was gedoopt en hij aan het bidden was, werd de hemel geopend 22 en daalde de heilige Geest in de gedaante van een duif op hem neer, en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’ 23 Jezus begon zijn verkondiging toen hij ongeveer dertig jaar was. Hij was, zoals algemeen werd aangenomen, de zoon van Jozef, die de zoon was van Eli,” (Lukas 3:21-23 NBV)

“40 Een van de twee die gehoord hadden wat Johannes zei en Jezus gevolgd waren, was Andreas, de broer van Simon Petrus. 41 Vlak daarna kwam hij zijn broer Simon tegen, en hij zei tegen hem: ‘Wij hebben de messias gevonden’ (dat is Christus, ‘gezalfde’),” (Johannes 1:40-41 NBV)

“25 De vrouw zei: ‘Ik weet wel dat de messias zal komen’ (dat betekent ‘gezalfde’), ‘wanneer hij komt zal hij ons alles vertellen.’ 26 Jezus zei tegen haar: ‘Dat ben ik, die met u spreekt.’” (Johannes 4:25-26 NBV)

“Pilatus zei: ‘U bent dus koning?’ ‘U zegt dat ik koning ben, ‘zei Jezus. ‘Ik ben geboren en naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen, en ieder die de waarheid is toegedaan, luistert naar wat ik zeg.’” (Johannes 18:37 NBV)

“Jezus uit Nazaret met de heilige Geest heeft gezalfd en met kracht heeft bekleed. Hij trok als weldoener door het land en genas iedereen die in de macht van de duivel was, want God stond hem bij.” (Handelingen 10:38 NBV)

“zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen.’” (Mattheüs 20:28 NBV)

“die zichzelf gegeven heeft als losgeld voor allen, als het getuigenis voor de vastgestelde tijd.” (1 Timotheüs 2:6 NBV)

“(25-26) Hij is door God aangewezen om door zijn dood het middel tot verzoening te zijn voor wie gelooft. Hiermee bewijst God dat hij rechtvaardig is, want in zijn verdraagzaamheid gaat hij voorbij aan de zonden die in het verleden zijn begaan. Hij wil ons nu, in deze tijd, zijn gerechtigheid bewijzen: hij laat ons zien dat hij rechtvaardig is door iedereen vrij te spreken die in Jezus gelooft.” (Romeinen 3:25 NBV)

“Hij is het die verzoening brengt voor onze zonden, en niet alleen voor die van ons, maar voor de zonden van de hele wereld.” (1 Johannes 2:2 NBV)

“Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden.” (1 Johannes 4:10 NBV)

 

+

Voorgaande

Essentiële kennis voor de doopkandidaat #1 Over God

++

Lees ook:

  1. Rond de Bijbel of Heilige Schrift
  2. Wat te vinden in de Bijbel
  3. Fundament in de Schrift
  4. De Bijbel haar relevatie over God
  5. Woord van God
  6. God, Jezus Christus en de Heilige Geest
  7. Drie-eenheid of niet
  8. Drie-eenheid – God de zoon of Zoon van God
  9. Heilige Drievuldigheid of Drie-eenheid
  10. God boven alle goden
  11. Eigenheden aan God toegeschreven
  12. Geloof in slechts één God
  13. God is Één
  14. De Enige Ware God
  15. Rond God de Allerhoogste
  16. God de Vader
  17. God versus goden
  18. De Afstraling van Gods Heerlijkheid
  19. Gezondene van God (Broeders in Christus)
  20. Hij die komt – de mensenzoon
  21. Het begin van Jezus #1 Menselijke aspecten
  22. Het begin van Jezus #13 Een te komen mens
  23. Gezondene van God (Belgische Christadelphians)
  24. Jezus is Niet God
  25. Zoon van God
  26. Christus Jezus de zoon van God
  27. Jezus Christus in het vlees gekomen
  28. Eigenheden aan Jezus toegeschreven
  29. Geloof in Jezus Christus
  30. Christadelfiaanse geloofspunten #2 Jezus de zoon van God
  31. Christadelfiaanse geloofspunten #4 Oplossing voor gevolgen van zondigheid
  32. Christadelfiaanse geloofspunten #8 Boodschap van Jezus wiens vergoten bloed vergeving van onze overtredingen brengt
  33. Christadelfiaanse geloofspunten #9 Jezus verheven tot de hemel als priesterlijke middelaar tussen God en mens
  34. Voorbeeld van hem die zijn leven gaf voor velen
  35. Jezus moest sterven
  36. Niet onwillig naar de dood gesleept
  37. Onschuldige
  38. Onschuldig Lam
  39. Lam van God – offer gebracht ter verzoening
  40. Lam van God -Voorspeld
  41. Loskoper
  42. Zoenoffer
  43. Christus in Profetie #4 De Knecht in Jesaja (4) Heilbezorger, Knecht en Messias
  44. Christus in Profetie #7 De psalmen (1B) Psalm 110 – Priester aan de Rechterhand van God
  45. Christus in Profetie #7 De psalmen (1B) Psalm 110 – Priester aan de Rechterhand van God
  46. Christus in Profetie #5 De Knecht in Jesaja (5) Verhoging van de Knecht
  47. Opstanding van Jezus Christus
  48. Christus Koning
  49. De gezindheid van Christus
  50. Een losgeld voor iedereen 2 Een verheven persoon van vlees en bloed
  51. Christadelfiaanse geloofspunten #8 Boodschap van Jezus wiens vergoten bloed vergeving van onze overtredingen brengt
  52. Verscheidene Verbondakkoorden 7 Het nieuwe verbondsslachtoffer en bemiddelaar
  53. Door genade van God tot geloof komen
  54. Gods verbonden en de bedoelde man aanvaarden
  55. Satan of duivel
  56. God en Zijn gezondene liefhebben leiden tot rechtvaardiging
  57. Een koning wiens troon vast staat sinds eeuwen
  58. Geloof voor God aanvaardbaar
  59. Geloofsbelijdenissen
  60. Geloofspunten van de Christadelphians
  61. Een Credo of geloofsartikelen van de Broeders in Christus

Sommige mensen zijn vuurtorens, sommige mensen zijn rotsen

Wild hope 🤍 – Art by Tim Shorten

 

De verschillende personaliteiten die we tegenkomen in het leven doen zich zeer verschillend voor en wensen ook een verschillende positie in de wereld opnemen. Zo komen we lichtpunten, maar ook misleiders tegen in deze wereld die vol verleidingen en obstakels ligt.

Sommige mensen zijn vuurtorens, sommige mensen zijn rotsen.
En je moet leren ze allebei gelijk te herkennen.
Een om door geleid te worden,
de andere om te vermijden.
Houd je hart open voor de vuurtorens
en je kraaloog op de rotsen,

je gaat er niet meer heen.

Donna Ashworth

Een pelgrimstocht niet bepaald zonder hindernissen of obstakels #1 Aanvatten van een belangrijke reis

 

Een pelgrimstocht niet bepaald zonder hindernissen of obstakels

Aanvatten van een belangrijke reis

Wanneer je van plan bent om op trektocht of op een pelgrimstocht te gaan hoort er een voorbereiding bij.

Het is belangrijk om je fysiek en psychisch voor te bereiden op je pelgrimstocht. Het is niet dat je voor zulk een tocht intensief moet getraind hebben. Maar het is wel zo dat je hiervoor wel al enkele malen kleine en wat grotere wandelingen hebt gedaan. Het is een hulp als je op voorhand meerdere wandeltochten hebt gedaan, waarbij je even je verstand op nul kon zetten. Want het zal er op aan komen je gedachten te kunnen wegtrekken van de beslommeringen van deze wereld.

Zorg er dus voor dat je al wat afstanden hebt gelopen. De afstand die je elke dag zal gaan lopen, ben je best al eens fysisch doorgelopen te hebben.

Indien je aan een trektocht beging komt het er op aan dat je goed voorbereid start en het nodige materiaal mee neemt. Hiervoor heb vast en zeker al goed schoeisel nodig. Niet enkel trekschoenen om door het mulle zand te stappen, maar ook alle terrein schoenen en degelijke bergschoenen of enkellaarzen (bottinnen).

Het is zeer belangrijk om ervoor te zorgen dat je over het juiste schoeisel, uitrusting voor nat weer, passende kleding mee neemt. Je moet er van bewust zijn dat het niet altijd vlak terrein zal zijn. Op je tocht zal je heel wat obstakels, puntige en rotsachtige wegen tegen komen. Regelmatig zal je voor hindernissen komen te staan die je moet overwinnen.

Eventuele medicijnen die je gebruikt, kan je ook best ter beschikking mee nemen. Men moet beseffen als men op weg gaat om God beter te leren kennen, dat de tegenstander van God (Satan) om de hoek loert. Regelmatig zal het kwaad je trachten te beproeven. Al is het met ziektes en andere ongemakken.
Meermaals zal je in verleiding gebracht worden om een einde te maken aan de trektocht, die in het begin wel makkelijk te doen lijkt, maar moeilijker wordt naargelang men dichter bij het doel zal komen en uiteindelijk niet zo makkelijk zal zijn, of niet zo evident zal zijn om goed te beëindigen. – Velen zijn er al aan begonnen, maar weinigen hebben kunnen volhouden tot het einde, en hebben zo hun goal niet bereikt.

Vervolg: Geen goedkope of gemakkelijke vlucht

 

+

Voorgaande

  1. Wat is een bedevaart?
  2. Gebed bij de aanvang van onze pelgrimstocht
  3. Elkaar aanmoedigen
  4. Begin van een Pelgrimstocht
  5. Gods Woorden voor de pelgrimstocht #1 Twintigste eeuwse mens en het pelgrimsproces
  6. Gods Woorden voor de pelgrimstocht #2 Woorden van God voor het leven
  7. Gods Woorden voor de pelgrimstocht #3 Een weg op wereldschaal bezaaid met obstakels

++

Aansluitende lectuur

  1. Als de tijd ten einde loopt…. 1 Alles wat vroeger is geschreven #2
  2. Voorbereiden op moeilijke tijden die op ons af kunnen komen
  3. Belemmeringen voor uw doel
  4. Tien tips om je ambities te vinden en waar te maken
  5. Versterking van eigenwaarde in tijden van afzondering
  6. Een vrolijk hart vol van hoop goed medicijn
  7. Na honderd jaar een nieuw begin in Brussel
  8. Verzoening en Broederschap 6 Geestelijk tabernakel
  9. Gods volk onderweg – Het leven in de gemeente
  10. Laat de Planning verlopen zoals god het wil
  11. Missieverklaring
  12. Overdenking: In U heb Ik mijn welbehagen

Gebed betreft onze zondigheid


Dierbare God,
we beseffen hoe de zonde haar intrede in de wereld heeft gemaakt.
We zijn bewust dat wij als nakomelingen van de eerste mens
hierdoor ook onderworpen zijn aan de gevolgen van die misstap.

We durven U te vragen, Jehovah, Schepper van hemel en aarde,
dat U ons onder Uw vleugels neemt
en ons beschermt tegen verleiding en misleiding.

Maak, oh God, dat wij niet in de val van misleiding vallen,
en dat we de vele verleidingen van deze wereld zullen kunnen weerstaan.

Bijbelteksten bij: Het verkeerd gaan van de mens en God Zijn besluit

Vervolg van: Het verkeerd gaan van de mens en God Zijn besluit

Uit Gods Woord

“29  Ook zei God: ‘Hierbij geef ik jullie alle zaaddragende planten en alle vruchtbomen op de aarde; dat zal jullie voedsel zijn. 30 Aan de dieren die in het wild leven, aan de vogels van de hemel en aan de levende wezens die op de aarde rondkruipen, geef ik de groene planten tot voedsel.’ En zo gebeurde het. 31  God keek naar alles wat hij had gemaakt en zag dat het zeer goed was. Het werd avond en het werd morgen. De zesde dag.” (Ge 1:29-31 NBV)

“8  God, de HEER, legde in het oosten, in Eden, een tuin aan en daarin plaatste hij de mens die hij had gemaakt. 9 Hij liet uit de aarde allerlei bomen opschieten die er aanlokkelijk uitzagen, met heerlijke vruchten. In het midden van de tuin stonden de levensboom en de boom van de kennis van goed en kwaad.” (Ge 2:8-9 NBV)

“15 God, de HEER, bracht de mens dus in de tuin van Eden, om die te bewerken en erover te waken.”

“16  Hij hield hem het volgende voor: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, 17 maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’” (Ge 2:15-17 NBV)

“24 Zo komt het dat een man zich losmaakt van zijn vader en moeder en zich hecht aan zijn vrouw, met wie hij één van lichaam wordt. 25 Beiden waren ze naakt, de mens en zijn vrouw, maar ze schaamden zich niet voor elkaar.” (Ge 2:24-25 NBV)

“1  Van alle in het wild levende dieren die God, de HEER, gemaakt had, was de slang het sluwst. Dit dier vroeg aan de vrouw: ‘Is het waar dat God gezegd heeft dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’ 2 ‘We mogen de vruchten van alle bomen eten, ‘antwoordde de vrouw, 3 ‘behalve die van de boom in het midden van de tuin. God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten of ze zelfs maar aan te raken; doen we dat toch, dan zullen we sterven.’ 4 ‘Jullie zullen helemaal niet sterven, ‘zei de slang. 5 ‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’”

“6  De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan. 7 Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van. 8 Toen de mens en zijn vrouw God, de HEER, in de koelte van de avondwind door de tuin hoorden wandelen, verborgen zij zich voor hem tussen de bomen.”

“9 Maar God, de HEER, riep de mens: ‘Waar ben je?’ 10 Hij antwoordde: ‘Ik hoorde u in de tuin en werd bang omdat ik naakt ben; daarom verborg ik me.’”

“11  ‘Wie heeft je verteld dat je naakt bent? Heb je soms gegeten van de boom waarvan ik je verboden had te eten?’ 12 De mens antwoordde: ‘De vrouw die u hebt gemaakt om mij ter zijde te staan, heeft mij vruchten van de boom gegeven en toen heb ik ervan gegeten.’ 13 ‘Waarom heb je dat gedaan?’ vroeg God, de HEER, aan de vrouw. En zij antwoordde: ‘De slang heeft me misleid en toen heb ik ervan gegeten.’”

“14  God, de HEER, zei tegen de slang: ‘Vervloekt ben jij dat je dit hebt gedaan, het vee zal je voortaan mijden, wilde dieren wenden zich af; op je buik zul je kruipen en stof zul je eten, je hele leven lang. 15 Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare, zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel.’”

“16  Tegen de vrouw zei hij: ‘Je zwangerschap maak ik tot een zware last, zwoegen zul je als je baart. Je zult je man begeren, en hij zal over je heersen.’ 17  Tegen de mens zei hij: ‘Je hebt geluisterd naar je vrouw, gegeten van de boom die ik je had verboden. Vervloekt is de akker om wat jij hebt gedaan, zwoegen zul je om ervan te eten, je hele leven lang.” (Ge 3:1-17 NBV)

“20  De mens noemde zijn vrouw Eva; zij is de moeder van alle levenden geworden.”

“21  God, de HEER, maakte voor de mens en zijn vrouw kleren van dierenvellen en trok hun die aan.”

“22  Toen dacht God, de HEER: Nu is de mens aan ons gelijk geworden, nu heeft hij kennis van goed en kwaad. Nu wil ik voorkomen dat hij ook vruchten van de levensboom plukt, want als hij die zou eten, zou hij eeuwig leven. 23 Daarom stuurde hij de mens weg uit de tuin van Eden om de aarde te gaan bewerken, waaruit hij was genomen. 24 En nadat hij hem had weggejaagd, plaatste hij ten oosten van de tuin van Eden de cherubs en het heen en weer flitsende, vlammende zwaard. Zij moesten de weg naar de levensboom bewaken.” (Ge 3:20-24 NBV)

Het verkeerd gaan van de mens en God Zijn besluit

Ook al had de eerste mens alles, verlangde deze toch naar meer. Adam en Eva verlangden even zo veel kennis te hebben als hun Schepper.

Bij de mannin of vrouw (Eva) kwamen de eerste verleidingsgedachten, maar zij wist haar man ook zo ver te krijgen om mee met haar tot ongehoorzaamheid over te gaan en te eten van de vrucht van de Boom van kennis van goed en kwaad. Eva dacht dat de vrucht haar verstandig zou maken, maar toen ze er van gegeten hadden bleek het heel anders te verlopen. Zij voelden zich ongemakkelijk en naakt.

“6  De vrouw nu, ziende dat de boom goed was tot spijs, een lust voor de ogen en begeerlijk om daardoor verstand te krijgen, nam van zijn vruchten, at en gaf ze ook aan haar man; en deze at er van. 7 Nu gingen beider ogen open en bemerkten zij dat zij naakt waren; daarom hechtten zij vijgebladeren aaneen en maakten zich gordels.” (Ge 3:6-7 Lei)

De vrouw had de wil van God niet opgevolgd. Adam die door zijn partner verleid was geworden om ook deel te nemen in de daad van ongehoorzaamheid, kon zich herpakken, maar deed dat niet. Toen zij bij het opkomen van de middagwind de Meester boven alles in de tuin hoorden naderen, verborgen de mens en zijn vrouw zich voor Jehovah God tussen de bomen van de tuin. Toen God de mens riep en vroeg waar ze waren, antwoordde Adam dat hij God wel had gehoord maa bang was geworden omdat hij naakt was.

“8 Doch toen zij bij het opsteken van den wind den Heere God in den hof hoorden wandelen, verborgen zich de mens en zijn vrouw voor den Heere God tussen het geboomte van den hof.”

“9  En de Heere God riep den mens toe: Waar zijt gij? 10 Hij zeide: Toen ik u in den hof hoorde, werd ik bevreesd, omdat ik naakt ben, en verborg ik mij.” (Ge 3:8-10 Lei)

God wenste te zien hoe ze verder zouden reageren en vroeg Adam wie hen verteld had dat zij naakt waren. De eerste mens gaf de vrouw die God hem als gezellin had gegeven, de schuld van alles. Nochtans kon Adam zelf beslist hebben om toch niet van de vrucht te eten. Ieder mens heeft van God namelijk de vrije wil gekregen om zelf beslissingen te nemen.
Ieder van ons heeft de mogelijkheid om te weten wat goed en kwaad is en om al of niet Gods wensen op te volgen.

In plaats van de schuld op zichzelf te steken, toen God haar vroeg hoe ze zoiets kon doen, zei Eva dat het de slang was die haar had verleid, waarop ze is gaan eten van de boom haar vrucht.

“11  Hij (Jehovah) zeide tot hem: Wie heeft u te kennen gegeven dat gij naakt zijt? hebt gij van den boom gegeten waarvan ik u verboden had te eten?
12 De mens antwoordde: De vrouw, die gij mij ter zijde gesteld hebt, heeft mij van den boom gegeven, en ik heb gegeten.
13 En de Heere God zeide tot de vrouw: Wat hebt gij gedaan? De vrouw zeide: De slang heeft mij verleid, en ik heb gegeten.” (Ge 3:11-13 Lei)

Op het moment dat Eva besloot van de vrucht van de Boom van kennis te eten stond hun leven, maar ook het lot van de schepping op het spel. Ook Adam dacht niet na over de gevolgen van wat zij daar besloten. Zij gingen in tegen Gods wil en werden zo op dat ogenblik een tegenstander van God, of een satan.

God had echter voor het geval de mens verkeerd zou gaan, wat wij ‘zondigen’ noemen, al een plan klaar om de gevolgen van die opstandigheid te overwinnen.

Mits het de vrouw was die het begin veroorzaakte van een beschadigde relatie tussen God en de mens, voorzag God dat uit een vrouw iemand zou komen die zou bewijzen dat de mens wel Gods wensen volledig zal kunnen opvolgen. Die nakomeling uit een vrouw zal het kwaad komen te vermorzelen.

“Ook zal ik vijandschap verwekken tussen u en de vrouw, tussen uw en haar kroost: dit zal trachten u op den kop te treffen, terwijl gij zult trachten het in den hiel te treffen.” (Ge 3:15 Lei)

Diegene die een einde zal maken aan de vloek die nu over de mens was gekomen zal verder in de Bijbel toegelicht worden en zij die de Woorden van God zullen kennen zullen dan ook in de gelegenheid zijn om die gezondene van God (Jeshua ben Josef of Jezus Christus) de Verlosser of Messias te herkennen en mee in zijn voetsporen kunnen stappen tot redding.

God kon nu niet anders dan Adam en Eva de gevolgen van hun daad te laten ondervinden. De Boom van kennis bracht weldegelijk kennis of besef met zich meer maar daardoor zouden zij nu ook pijn gaan voelen en uiteindelijk sterven, zoals God hen ook gewaarschuwd had.

Door hun verkregen onvolmaaktheid konden ze nu niet meer in de volmaakte Tuin van Eden verblijven. Daarom plaatste God hen uit de Tuin en verbande Hij hen naar een wereld waar ze zouden moeten werken om te overleven.

“22  Voorts zeide de Heere God: Zie, de mens is aan een onzer gelijk geworden in kennis van goed en kwaad; indien hij nu maar niet zijn hand uitstrekt, ook van den levensboom neemt en, door daarvan te eten, eeuwig leeft! 23 Daarom zond de Heere God hem uit den hof van Eden weg, om den grond te bebouwen, waaruit hij genomen was. 24 Hij dreef den mens uit en plaatste ten oosten van Edens hof de cherubs en het vlammend zwaard, dat zich heen en weer wendt, om den weg naar den levensboom te bewaken.” (Ge 3:22-24 Lei)

Zo is de daad van zondigheid als nakomelingen van nu onvolmaakte mensen zo ook over ons gekomen. Uit een beschadigde deegvorm kan geen vlekkeloos product komen. Ook wij hebben nu te kampen met die moeilijkheden die Adam, Eva en hun nakomelingen moesten verduren. Ondertussen weten wij nu wel al wie die beloofde verlosser is en kunnen wij proberen onder zijn vleugels te komen.

*

Vervolg:

Bijbelteksten bij: Het verkeerd gaan van de mens en God Zijn besluit

+

Voorgaande

  1. Donkerte, vormloosheid, chaos en orde
  2. De eerste opdracht voor de mens
  3. Een heerlijke tuin voor de mens
  4. Een bezit op aarde in alle zaligheid
  5. Bijbelteksten bij: Een bezit op aarde in alle zaligheid
  6. De foute beslissing

++

Aanvullende lectuur

  1. De Adem van God tot bestaan, leven en tot relatie brengend
  2. Betreft de Mens
  3. Dagelijkse Gedachte voor de Bijbellezing van de dag: Een waardig gebruik voor Gods Schepping (januari 02)
  4. Ontmoeting met: Adam en Eva
  5. Voorzieningen voor de keuzes van de mens
  6. Een Boom van kennis wordt een Boom van moraal
  7. Bron(nen) van kwaad
  8. Terugblikkend op de eerste mens en eerste gebeurtenissen 2 Daad van ongehoorzaamheid eerste mens
  9. Immortality, eternality – onsterfelijkheid, eeuwigheid
  10. Bereshith 2:15-25 v 18-25 Een Hulp voor de man of een Vrouw in het vizier
  11. Bereshith 3:1-5 De grote misleiding
  12. Bereshith 3:1-6 Het bedrog
  13. Bereshith 3:7-13 De Zondeval
  14. Bereshith 3:14-19 De Vervloeking – 2de vonnis
  15. Bereshith 3:20-24 Moeder van al wat leeft + Cherubs en verjaging uit de Gan Eden
  16. Bereshith 3:20-24 Moeder van al wat leeft en gevolgen van haar keuze
  17. Gedachte voor 3 januari 2018
  18. Eerste stappen die leidden naar een loskoopoffer 2 Lot na daad van ongehoorzaamheid
  19. Aanwijzingen voor redding te vinden
  20. Christadelfiaanse geloofspunten #4 Oplossing voor gevolgen van zondigheid
  21. Christadelfiaanse geloofspunten #6 Redding uit vrouw van het nageslacht van koning David
  22. Koninkrijk van Christus versus Koninkrijk van God Hoofdstuk 1 #1 Eerste stappen van het Koninkrijk van God
  23. Eva’s zeven dochters
  24. Gezondene van God (Broeders in Christus)
  25. Gezondene van God (Belgische Christadelphians)

De foute beslissing

Voorgaand

Donkerte, vormloosheid, chaos en orde

De eerste opdracht voor de mens

Een heerlijke tuin voor de mens

Een bezit op aarde in alle zaligheid

Bijbelteksten bij: Een bezit op aarde in alle zaligheid

 

Genesis betekent « oorsprong » of « aanvang » en dat boek brengt ons een verslag van het begin van de wereld, van de mensheid, van families en beschaving. Het is het verhaal van Gods Doel en laat ons in Zijn Plan kijken.

Dat eerste boek uit de Heilige Schrift leert ons dat de aarde van oorsprong goed gemaakt en zuiver was. In de prachtige Tuin van Eden [Eden = ‘prachtig’] plaatste Jehovah de mens. Deze moest aan niets te kort komen. De mens was als het ware de kroon op God Zijn scheppingswerk.

In die prachtige tuin in het Oosten zorgde God ervoor dat daar allerlei prachtige bomen met heerlijke vruchten groeiden. In het midden van de tuin stonden de boom van eeuwig leven en de boom van kennis van goed en kwaad (of moraal)

“Hij liet uit de aarde allerlei bomen opschieten die er aanlokkelijk uitzagen, met heerlijke vruchten. In het midden van de tuin stonden de levensboom en de boom van de kennis van goed en kwaad.” (Ge 2:9 NBV)

Het was daar in de tuin dat de mens de eerste opdrachten te horen kreeg; namelijk zorg te dragen over alles wat God ter zijner beschikking had gesteld. Van alle bomen in de tuin mocht de mens vrijelijk eten. Maar nu kreeg de mens ook een eerste verbod te horen. Jehovah gebood hen niet van de boom van kennis van goed en kwaad te eten. Hierbij gaf Hij ook de reden op. Want als zij dat zouden doen zouden ze dood gaan.

“16  Hij hield hem het volgende voor: ‘Van alle bomen in de tuin mag je eten, 17 maar niet van de boom van de kennis van goed en kwaad; wanneer je daarvan eet, zul je onherroepelijk sterven.’” (Ge 2:16-17 NBV)

Met dat in het hoofd vroeg de vrouw zich wel af of God hen iets achter zou houden. In haar hoofd kwamen allerlei gedachten op. Het was zelfs vreemd voor haar dat God hen had gezegd dat zij die boom zelfs niet mochten aanraken, want dan zouden ze ook dood gaan.

In haar hoofd begonnen haar hersenen te werken om haar te misleiden. Onder de vorm van een slang kreeg ze zo een stem te horen welke haar deed geloven dat God loog.

“1  .. de slang … vroeg aan de vrouw:

‘Is het waar dat God gezegd heeft dat jullie van geen enkele boom in de tuin mogen eten?’

2 ‘We mogen de vruchten van alle bomen eten, ‘antwoordde de vrouw, 3 ‘behalve die van de boom in het midden van de tuin. God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten of ze zelfs maar aan te raken; doen we dat toch, dan zullen we sterven.’

4 ‘Jullie zullen helemaal niet sterven, ‘zei de slang. 5 ‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan als goden zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’” (Ge 3:1-5 NBV)

Wat was het verleidelijk om de ogen geopend te krijgen en zoveel kennis te mogen hebben als God. De vrucht was erg aantrekkelijk, en zo duurde het niet lang voordat Eva aan haar gedachten toegaf en de vrucht van die levensboom te eten nam.

“6  De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte een paar vruchten en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan. 7 Toen gingen hun beiden de ogen open en merkten ze dat ze naakt waren. Daarom regen ze vijgenbladeren aan elkaar en maakten er lendenschorten van.” (Ge 3:6-7 NBV)

Adam en Eva hadden nu kennis gekregen en besef over dingen, waarbij ze te weten kwamen wat goed en wat slecht was. Regels van moraal waren nu door het eten van die vrucht in hun leven gekomen. En hun daad tegen de verordening van God noemen we ‘zondigen’ of ‘zondigheid’, en maakte van hen een satan, of tegenstander van God.

Het kwaad had de intrede gemaakt in de eerste mensen, maar daardoor in al hun nakomelingen en aldus de gehele mensheid.

 

+

Voorgaande Nederlandstalig artikels

  1. Dankzegging voor de mooiheid van Gods schepping
  2. Wij mogen niet vergeten hoe Israel in Gods Plan blijft passen

++

Kom ook te lezen

  1. Terugblikkend op de eerste mens en eerste gebeurtenissen 1 Ontstaan en plaatsing eerste mens
  2. Het begin van alles
  3. Voorziening van leven
  4. De Adem van God tot bestaan, leven en tot relatie brengend
  5. Bereshith 2:4-14 Adem en leven plaatsing door de Elohim God
  6. Bereshith 2:15-25 De mens geplaatst in de tuin van Eden
  7. Mensheid – homo sapiens
  8. Ontmoeting met: Adam en Eva
  9. Uit- en In- Ademen
  10. Voorzieningen voor de keuzes van de mens
  11. Keuze van levende zielen tot de dood
  12. Een Boom van kennis wordt een Boom van moraal
  13. Terugblikkend op de eerste mens en eerste gebeurtenissen 2 Daad van ongehoorzaamheid eerste mens
  14. Bereshith 3:1-5 De grote misleiding
  15. Bereshith 3:1-6 Het bedrog
  16. Bereshith 3:7-13 De Zondeval
  17. Bereshith 3:20-24 Moeder van al wat leeft en gevolgen van haar keuze
  18. Gedachte voor 2 januari 2018
  19. Gedachte voor 3 januari 2018
  20. Een goddelijk Plan #4 Beloften
  21. Een goddelijk Plan #5 Gods doel met de Schepping
  22. Wie brengt het Kwaad over ons
  23. Bron(nen) van kwaad
  24. Wie zijn verlangen opvolgen
  25. Fragiliteit en actie #1 Ongehoorzaamheid van Geschapene
  26. De weg van God of de weg van de wereld?
  27. Wees niet verstrikt
  28. De Falende mens #1 Voor en na zondvloed
  29. Enkele kernpunten van het Christelijk geloof